Op een koude winteravond wordt loodgieter Dmitry Nikitin opgetrommeld om een gesprongen warmwaterleiding te repareren in een uitgeleefd flatgebouw in een niet nader genoemd provinciestadje. Een snelle inspectie leert Dima dat er meer aan de hand is; de fundering is verzakt, het gebouw kan ieder moment instorten. De bewoners – 820 vechtersbazen, drinkebroers, belastingontduikers, werklozen en andere kansarmen – dienen in allerijl geëvacueerd te worden, anders zullen er doden vallen.

Dima wendt zich tot de plaatselijke autoriteiten, die zich in een feestzaaltje hebben verzameld om hun burgemeester in het zonnetje te zetten – de meesten zijn stomdronken. Wat te doen? Het bacchanaal beëindigen, omdat een simpele loodgieter zegt dat er groot gevaar dreigt? Liever niet natuurlijk, maar wat als de klokkenluider gelijk blijkt te hebben en er honderden doden zullen vallen? Wie zal er dan de schuld krijgen?

Het verrotte fundament van de nog geen veertig jaar oude flat is in Yuriy Bykovs Durak de perfecte metafoor voor een door en door corrupte en verrotte samenleving. Het lot van het volk zal de beleidsmakers en ambtenaren worst wezen. Jarenlang is het geld dat bestemd was voor renovatie weggesluisd naar privérekeningen, om hun herverkiezing veilig te stellen en de studie en behuizing van hun eigen, niet deugend kroost te financieren.

'Waarom maak jij je ineens druk om het volk?' werpt haar schimmige rechterhand de burgemeester voor de voeten. ' Omdat er 800 stumpers tegelijk onder het puin dreigen te verdwijnen? Maakte je je druk toen ze één voor één crepeerden? Toen je een deel van ieders budget voor jezelf reserveerde? De wegen zijn slecht, er gebeuren iedere dag dodelijke ongelukken. De mensen drinken zichzelf de dood in en vermoorden elkaar om niets . Ze hebben geen baan en er is geen enkel vooruitzicht.' Cynisch? Zeker, maar een zekere mate van realiteitszin kan hem ook niet worden ontzegd.

De zaak wordt eerst gebagatelliseerd, vervolgens probeert de ene verantwoordelijke de andere instantie de schuld in de schoenen te schuiven. Als dat geen soelaas biedt, moet de principiële loodgieter voor zijn leven vrezen. ' Geen mens, geen probleem,' luidde een adagium van Stalin, dat in het Rusland van Poetin nog altijd opgeld doet.



Het inktzwarte, cynische Durak ('gek'; Dima's al even rechtschapen vader wordt door de buurt voor gek versleten omdat hij zijn leven lang hard heeft gewerkt en zichzelf niet heeft verrijkt) is opgedragen aan de in mei 2013 overleden cineast Aleksey Balabanov, die in films als Brat en Cargo 200 een even somber beeld van zijn vaderland schetste. Op het festival van Locarno werd Durak vorig jaar bekroond met de oecumenische prijs en de prijs van de jongerenjury; Artyom Bystrov werd er onderscheiden als beste acteur.

Op verschillende andere festivals vielen vervolgens ook de bijrolactrices Natalya Surkova (als de pragmatische burgemeester) en Darya Moroz (Dima's vrouw, die woest op hem is omdat hij het leven van haar en hun zoon overhoop heeft gehaald) in de prijzen, zoals ook al Bykovs script en het camerawerk van Kirill Klepalov in binnen- en buitenland werden gelauwerd.

Het is terechte lof voor een akelige film die, zoals op de begintitels staat vermeld, is gefinancierd met een bijdrage van het Russische ministerie van cultuur. Dat ministerie liet vorig jaar weten zeer ontevreden te zijn met het beeld dat Andrey Zvyagintsev van het huidige Rusland schetst in zijn meesterlijke aanklacht Leviathan – een film die opvallende gelijkenissen vertoont met Durak – en presenteerde recent een aangescherpte lijst met onderwerpen die nog in aanmerking komen voor subsidie. Opvallend komen 'moderne helden en hun strijd tegen misdaad en corruptie' daar ook op voor. Het is echter zeer de vraag of het ministerie daarbij films als Durak voor ogen heeft…

Ter gelegenheid van de release van Durak is in de EYE Parisienzaal in de FilmHallen in Amsterdam vanaf 26 maart ook Yuriy Bykovs vorige speelfilm The Major te zien.