Het is niet toevallig dat de vrijgevochten, eigenzinnige Katniss, heldin uit de Hunger Games-reeks, de achternaam Everdeen heeft. Voor Katniss was er namelijk al een andere vrijgevochten, eigenzinnige heldin: Bathsheba Everdene.

Bathsheba is de heldin uit de klassieke Britse roman Far from the Madding Crowd (1874) van Thomas Hardy. In Victoriaans Engeland heeft de mooie, jonge Bathsheba maar liefst drie mannelijke aanbidders. Maar zij laat zich door geen van hen de wet voorschrijven.

De drie zijn schaapherder Gabriel Oak , stoer en al even trots als Bathsheba, maar als wederhelft ondenkbaar nadat zij een grote boerderij heeft geërfd; William Boldwood, Bathseba's rijke, alleenstaande buurman; en Frank Troy, een ijdele, zelfingenomen sergeant. In de film zien we hoe de drie haar met wisselend succes het hof maken.

Het is niet de eerste keer dat Hardy's boek verfilmd werd. Dit is poging vier. Na een stomme film uit 1915, John Schlesingers versie uit 1967, die een vol uur langer was, en een tv-film uit 1998. Regisseur is deze keer de Deen Thomas Vinterberg (Festen, Jagten), die opvallend veel oog heeft voor het Britse landschap.

In ieder geval meer dan voor het drama, want Vinterberg jaagt een beetje door het boek heen. Nevenplotjes – zoals de misgelopen relatie tussen sergeant Troy en de naïeve Fanny – worden snel afgedaan, terwijl Vinterberg veel tijd uittrekt voor een kudde opgejaagde schapen die zich te pletter storten van de kliffen van Dorset. Wat hij inderdaad indrukwekkend in beeld weet te brengen.

Ook de diverse romances in de film schieten vliegensvlug  voorbij (omdat het er zo veel zijn, vooral de arme buurman blijft het maar proberen). Daardoor slaagt de film er niet in ons emotioneel te raken en blijven we achter met een handvol fraaie scènes. Zoals de eerder beschreven scène met de opgejaagde schapen, een gevoelig zangduet tussen Bathsheba en buurman Boldwood, en vooral een erotisch geladen scène 's nachts in het bos, waarin Troy aan Bathsheba zijn zwaardkunsten laat zien.

Op de casting van de film valt weinig aan te merken. Carey Mulligan is prima onverzettelijk en toch kwetsbaar als Bathsheba, en ook Michael Sheen als de meelijwekkende buurman en Tom Sturridge als de ijdele sergeant zijn in deze film op hun plaats.

Alleen Matthias Schoenaerts, als de eenvoudige, maar rechtschapen schaapherder, wringt. Zijn personage blijft te passief, en er is te weinig chemie tussen hem en Mulligan. En dat was nou net waar het in deze film om zou moeten draaien.