Diep in de nacht, nadat de scherven van een exorbitant feest zijn opgeveegd, fietst een van de ingehuurde obers door de vrieskou naar huis. Zijn rode achterlicht licht fel op in de donkere nacht, toch wordt hij onderweg van zijn fiets gereden. De wagen rijdt door; de ober blijft zwaar gewond achter in een greppel.

Il capitale umano – de titel verwijst naar een juridische term waarmee de contante waarde van een mensenleven wordt aangeduid – is een verfilming van Human Capital, een rond de eeuwwisseling in Connecticut gesitueerd familiedrama van Stephen Amidon. De Italiaanse regisseur Paolo Virzì (Caterina va in città, 2003; La prima cosa bella, 2010) verplaatste de handeling naar zijn vaderland, het zo goed als failliete land van Silvio Berlusconi, en goot het in een interessante structuur.

Na de stijlvol geschoten proloog maakt de film een sprong terug in de tijd, en volgen drie naar de hoofdrolspelers vernoemde hoofdstukken, waarin beetje bij beetje duidelijk wordt wat hun aandeel in het ongeluk was. In het eerste deel maken we kennis met Dino Ossola, een onaanzienlijke makelaar met ambities de middenklasse te ontgroeien en een bord voor zijn kop. Via zijn mooie, mysterieuze dochter Serena, die omgang heeft met het rijkeluiszoontje Massimiliano, krijgt hij een voet tussen die deur bij Massimiliano's vader Giovanni Bernaschi, een zeer vermogende onroerendgoedhandelaar.

In een vloek en een zucht hebben de twee afgesproken dat Dino – zijn zwangere echtgenote weet van niks – zeven ton investeert in de luchtkastelen van Bernaschi. Diens dodelijk ongelukkige vrouw Carla (mooie rol van Valeria Bruni Tedeschi), een voormalige actrice, probeert Giovanni er ondertussen toe te bewegen een vervallen theater op te knappen. En dan leert Serena nog een mooie jongeman kennen, die onder behandeling blijkt te staan bij haar zwangere stiefmoeder. Zo grijpt alles in elkaar. Met geld – hoe kan het ook anders – als verbindende factor.

Il capitale umano won in de zomer van 2014 zeven Premi David di Donatello, zeg maar Italiaanse Gouden Kalveren, waaronder – zeer verrassend – die voor beste film, die voorbestemd leek voor Paolo Sorrentino's met een Oscar bekroonde La grande bellezza. Dat is een beetje vreemd, want zo goed en veelomvattend is Il capitale umano nu ook weer niet.
Want hoewel Il capitale umano net als La grande bellezza de nodige kritiek op de Italiaanse (klassen)maatschappij bevat (vooral in de al te expliciete epiloog), is de film toch vooral een fraai gefotografeerde kruising tussen een familiedrama en een whodunnit. Een intelligente, stijlvolle whodunnit , dat wel, met uitstekende acteurs en een fijne soundtrack van Carlo Virzì.

Overigens werd Il capitale umano dit jaar ingezonden voor de Oscar voor beste niet-Engelstalige film, maar niet genomineerd.