Seks hebben in een horrorfilm is over het algemeen niet het slimste dat je kan doen als personage. Ook in It Follows heeft de vleselijke daad nare gevolgen voor de hoofdrolspelers, ze krijgen namelijk te maken met een bovennatuurlijke seksueel overdraagbare aandoening. Met originele, goed uitgewerkte ideeën en een beklemmende sfeer levert regisseur David Robert Mitchell een gelaagde en intelligente horrorfilm af.

Het negentienjarige hoofdpersonage Jay (Maika Monroe) beweegt netjes om de clichés van het genre heen. Ze is geen maagd, gedraagt zich niet sletterig, en toch is ze de klos. Haar kersverse vriendje geeft haar met hun eerste vrijpartij een vloek cadeau, waardoor ze vanaf dat moment altijd achtervolgd zal worden door een van gedaante wisselende entiteit die haar wil doden. De ene keer is het een bejaarde in een nachtjapon, dan weer een slungelig jochie met donkere ogen . Maar waar Jay ook heen vlucht, altijd komt 'het' na verloop van tijd weer stilletjes en gestaag dichterbij.

Mitchell koppelt op geniale wijze een aantal basale angsten van de mens – achterna gezeten worden, de dood – aan seks en de verstrekkende gevolgen die verkeerde keuzes op dat vlak kunnen hebben. Zoals een seksueel trauma bijvoorbeeld onzichtbaar kan zijn voor de buitenwereld, zo zien Jays vrienden de naderende gedaantes niet, wat voor haar een uitputtende last is. Niet dat haar vrienden niet proberen te helpen; het groepje dat Jay om zich heen verzameld heeft, steunt haar onvoorwaardelijk.



Het is de mooie schets van vriendschap en ontluikende seksualiteit binnen het groepje ongemakkelijke tieners, die It Follows grondt in de realiteit. Daardoor is de dreiging van het fantastische alleen maar enger. Net als in zijn debuutfilm The Myth of the American Sleepover creëert regisseur Mitchell een dromerig universum vol jeugdige onbevangenheid, waar ouders en andere volwassenen bijna volledig afwezig zijn. De jongeren staan op de drempel van de volwassen wereld en moeten zelf hun keuzes maken en omgaan met de gevolgen daarvan. De vrienden flirten onhandig, lanterfanten, citeren Dostojevski, kijken oude B-films en als het nodig is komen ze in actie. Want het is duidelijk dat Jay met een kuurtje antibiotica niet van haar problemen af zal komen.

Mitchell weet de psychologische last van het leven met een constante angst knap voelbaar te maken door de kijker deel te maken van de paranoia van het hoofdpersonage. Doordat de camera veel op afstand blijft en op het oog willekeurige bewegingen maakt, is het regelmatig aan de kijker om belangrijke zaken in het beeld te ontdekken. Beweegt er wel of niet iets in de schaduw, en is die persoon in de verte die op het argeloze groepje af komt lopen een echt mens of de zoveelste reïncarnatie van de soa from hell? Als kijker moet je net als Jay constant op je hoede zijn. Gecombineerd met beelden van Detroitse buitenwijken in verval, een Carpenter- esque synthesizer-soundtrack en wat zorgvuldig geplande schrikmomenten, zorgt dat voor een beklemmend en zenuwslopend gevoel dat je nog lang achtervolgt.