De wereld als markt en strijd, noemde Houellebecq zijn romandebuut. In Stéphane Brizé’s sociale drama wordt die strijd vooral gevoerd over menselijke waardigheid.

Want hoe ver gaat de 51-jarige Thierry Taugourdeau (Vincent Lindon) om met zijn vrouw en gehandicapte zoon te overleven in een recessie? Op die vijfhonderd euro per maand die hij als werkloze krijgt, gaat dat niet lukken. Dus draait hij noodgedwongen mee in de mallemolen van arbeidsbureaus, bijscholingscursussen en budgethulpverlening waar hij met een strak gezicht de dagelijkse vernederingen slikt. Of Thierry alvast wil nadenken hoe het verder moet als hij zou komen te overlijden. En of Thierry iets aan zijn houding wil doen? En nu we toch bezig zijn, aan zijn uitdrukking en spraakritme. Anders komt hij natuurlijk nooit aan het werk.
 
Brizé heeft weinig nodig om de wanhoop voelbaar te maken. Een paar seconden van Thierry die zijn auto voortduwt, en je weet: een lege tank of een kapotte auto, in ieder geval een frustratie die iemand in zijn situatie er eigenlijk niet bij kan hebben. Een arbeidsconsulent die zich immuun heeft gemaakt voor kritiek door zijn riedeltje af te draaien, en je weet: dit zijn de muren waar Thierry dagelijks tegenop loopt. Ondertussen zal zijn zoon binnenkort honderdvijftig kilometer verderop naar een speciale school gaan, waar snel extra geld voor op tafel moet komen. 



La loi du marché maakt vooral indruk omdat de wanhoop over al die kleine en grote hindernissen constant voelbaar is maar nooit zichtbaar wordt. Thierry houdt z’n frustraties binnen en Brizé brengt die over door scènes extra lang aan te houden. Een sobere strategie waar je van moet houden, maar hier past die vorm. 
 
Kleine sprongen zorgen ervoor dat voor de hand liggende dramatische scènes worden vermeden, wat het verhaal realistischer en overtuigender maakt. Plotseling werkt Thierry als bewaker in een supermarkt en is het zijn taak om klanten en collega’s op diefstal te betrappen. Ah, er was dus wel werk. Gelukkig. Maar over die kwestie ging de film ook niet. La loi du marché laat iemand aan de onderkant van de arbeidsmarkt zien voor wie elke euro telt. Iemand die zich moreel niet wil compromitteren, ondanks de druk en de verleiding om dat wel te doen. 
 
Het is verre van een sexy onderwerp en niemand zal lachend de zaal uit lopen, maar Brizé laat zien dat er misschien best tegen windmolens te vechten valt. Al is de uitkomst nog steeds onzeker.