The Maze Runner uit 2014, de verfilming van het eerste deel van James Dashners populaire boekentrilogie, was voor veel buitenstaanders een plezierige verrassing. Het had alles in zich wat je van een dergelijke tienerfilm mag verwachten: een mysterieus verhaal met jonge, dappere mensen in de hoofdrol, actiescènes barstensvol spanning, en voor de verandering eens geen kleffe romance. Helaas kan dat alles niet van opvolger The Scorch Trials gezegd worden.

Eerst even een korte opfriscursus. The Maze Runner verhaalde over een groep minderjarige jongens die al jaren in een afgesloten wereld leven, omringd door een gevaarlijk labyrint. Een uitweg lijkt er niet te zijn, tot de komst van de zestienjarige Thomas (Dylan O'Brien) alles verandert: de onverzettelijke held loodst hen met zijn nieuwsgierigheid en aversie tegen regels en autoriteit de vrijheid tegemoet.
 
In de openingsminuten van The Scorch Trials blijkt die overwinning al snel een illusie te zijn geweest. De organisatie die hen na hun ontsnapping heeft opgevangen is net zo onbetrouwbaar en sinister als die hen ooit in het doolhof opsloot. En dus besluiten de jongeren het nogmaals op een lopen te zetten, de verschroeide buitenwereld in.
 
Dat lopen mag gerust letterlijk genomen worden. The Scorch Trials bestaat grotendeels uit een niet-aflatende stroom ren- en schietsequenties. Overleven in de woestijn is voor Thomas en zijn vrienden dan ook bepaald geen sinecure. Enorme zandstormen hebben de beschaving weggevaagd en zombie-achtige figuren maken jacht op de laatste overlevenden.


 
Veel van wat de eerste film zo goed maakte — het mysterie en de boeiende groepsdynamiek — raakt zodoende door al het (digitale) geweld ondergesneeuwd. En veel ruimte voor karakterontwikkeling is er logischerwijs ook niet, waardoor Thomas nooit uitgroeit tot De Uitverkorene die hij zou moeten zijn. Hij valt vooral op door zijn talent voor het stellen van domme vragen, en dat kan toch niet de bedoeling zijn geweest.
 
Daar staat tegenover dat die talloze actiescènes wel prima te pruimen zijn (met als hoogtepunt een knokpartij op grote hoogte tussen Thomas en een gemuteerd wezen), dankzij de vlotte regiestijl van de pas 34-jarige Wes Ball, die een jaar geleden debuteerde met The Maze Runner. Net als in die film etaleert hij ook nu weer zijn enorme talent voor het opbouwen van spanning.
 
Van een matig script weet Ball zo toch nog een best vermakelijk geheel te maken. Maar of we echt moeten uitkijken naar de afsluitende film, die in 2017 moet verschijnen (mits het niet in twee delen wordt opgesplitst), is nog maar de vraag.