Na de gewelddadige dood van Pier Paolo Pasolini in 1975 ontstonden er verschillende theorieën over de motieven achter de moord. Politiek, homohaat, maffiapraktijken, uit de hand gelopen chantage? Na verschillende films en documentaires over het onderwerp is Abel Ferrara (Bad Lieutenant, Welcome to New York) meer geïnteresseerd in de creatieve laatste uren van de Italiaan. Zijn Pasolini is een avant-gardistische hommage aan de controversiële regisseur.

Hoewel Pasolini, gespeeld door Ferrara-favoriet Willem Dafoe, net de laatste hand heeft gelegd aan Saló o le 120 giornate di Sodoma en probeert met zijn film de censuur te ontwijken, heeft hij zijn blik ook alweer naar voren gericht. Vlak voor zijn dood had Pasolini net zijn tweede roman Petrolio geschreven en werkte hij aan het script voor zijn volgende filmproject, Porn-Theo-Colossal. Ferrara grijpt die werken aan om los te breken van de werkelijkheid: hij verfilmde delen uit de twee teksten en wisselt die af met beelden van Pasolini's dagelijkse routine, waarin hij de krant leest, ploetert achter een typemachine , een interview geeft en voetbalt met de buurtkinderen.
 
Ferrara brengt met de fictieve segmenten een gelaagdheid aan in het portret van Pasolini , waarbinnen hij vervolgens dwarsverbanden creëert. Zo kan bijvoorbeeld een flard tekst uit de ene laag doorklinken in een andere laag en daar een symbolische betekenis krijgen. Daarnaast is de casting bijzonder – naast zijn eigen vaste acteur laat Ferrara ook een paar vaste Pasolini-krachten opdraven. Adriana Asti, die onder meer in Accatone speelde, ontroert met enkele krachtige momenten als de moeder van de regisseur. Maar vooral bijzonder is de aanwezigheid van Ninetto Davoli, in de scènes uit Porn-Theo-Colossal. Davoli speelde mee in zes van Pasolini's films en had op jonge leeftijd een relatie met de regisseur. In Porn-Theo-Colossal zou hij een bijrol spelen; veertig jaar later heeft Ferrara hem de hoofdrol gegeven. Zo ontstaat een versplinterd perspectief, waarbij zaken als heden-verleden en fictie-werkelijkheid vervagen.


 
Hoewel het een intrigerende Pasolini-puzzel oplevert, overheerst het gevoel dat de film niet helemaal compleet is. Ferrara laat, doordat hij zich beperkt tot de laatste dag van de regisseur, veel kanten onbelicht. Daarbij voelt de film rommelig, doordat hij bepaalde details aanstipt en er vervolgens niks mee doet. En dan is er nog de taal: Willem Dafoe spreekt enkele zinnetjes Italiaans en houdt het verder bij Engels, terwijl de omringende cast Italiaans is en voornamelijk Engels spreekt met dik accent. Maar de grootste hindernis voor veel kijkers zal zijn dat een grondige voorkennis van Pasolini en zijn werk vereist is om de film goed te kunnen begrijpen en waarderen. 
 
Pasolini is er vooral een voor de echte fans en kenners dus.