Na drie commerciële blockbusters maakte regisseur Doug Liman Fair Game, over ex-diplomaat Joe Wilson die de strijd aanging met een leugenachtige Amerikaanse regering. ‘Mijn film is geen aanklacht tegen de oorlog in Irak.’

De enige Amerikaanse film die meedeed in competitie in Cannes dit jaar was niet een film van Woody Allen, Oliver Stone of Martin Scorsese, maar van Doug Liman, de regisseur van onder meer de blockbusters The Bourne Identity, Mr and Mrs Smith en Jumper. In Cannes door Liman voor het gemak zijn ‘sell-out trilogy’ genoemd, drie films waarmee hij zijn ziel aan Hollywood had verkocht. Met Fair Game wilde hij zijn ziel weer terug winnen.

Fair Game is het soort politieke thriller zoals ze in de jaren zeventig vaak gemaakt werden. Belangrijkste thema: Amerika zegt zijn burgers te beschermen tegen vijanden van buitenaf, maar vormt ondertussen zelf de grootste bedreiging voor die burgers.

De film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. In 2003, vier maanden na de Amerikaanse invasie in Irak , legt de oud-ambassadeur van Irak en Afrikaspecialist Joe Wilson in een groot artikel in The New York Times uit dat er nooit uranium van Niger naar Irak kan zijn gegaan zoals de regering-Bush beweerde. Die uraniumaankoop was voor Bush en trawanten juist een van de bewijzen voor het bestaan van de massavernietigingswapens, en zo kort in de oorlog konden ze daar geen twijfels over laten bestaan.



Omdat het onmogelijk was Wilsons stuk inhoudelijk aan te vallen, besloten ze karaktermoord te plegen op Wilson en zijn eega, Valerie Plame. Die was al achttien jaar geheim agente bij de cia en als zodanig had ze haar man eens gevraagd naar zijn mening over de situatie in Niger. De spindoctors in het Witte Huis lekten naar de media wat Wilsons vrouw voor werk deed en dat Wilson door haar op snoepreis naar Afrika was gestuurd. De suggestie was duidelijk: Wilsons inzichten waren onbetrouwbaar. Het rookgordijn werkte, en de (rechtse) media in Amerika interesseerden zich meer voor het echtpaar dan voor de leugens van de regering.

Valerie wil zich het liefst verstoppen tot de storm is overgewaaid, maar Joe Wilson gaat frontaal in de tegenaanval, ook al gaat dat ten koste van zijn huwelijk.

Politieke storm
De politieke lading van dit verhaal is duidelijk , maar in Cannes deed Liman zijn uiterste best om uit te leggen dat Fair Game wat hem betreft géén politieke film is. ‘Er zal wel een politieke storm losbarsten als deze film in Amerika uitkomt, maar dan hebben die mensen niet goed gekeken. Mijn film is geen aanklacht tegen de oorlog, of tegen de regering - Bush, meer een standbeeld voor het echtpaar Wilson. Hoe hun huwelijk onder druk komt te staan als Joe een oorlog begint tegen het Witte Huis. Ik hoop dat mensen worden geïnspireerd door hun verhaal. Ik ga er vanuit dat je, ook al ben je het politiek niet eens met Wilson, toch met zijn personage kan meeleven.’

Wilson wordt gespeeld door acteur Sean Penn, notabene een van de meest uitgesproken politieke acteurs in Amerika. Liman was zich bewust van de bagage, maar zag in december 2008 Harvey Milk, met Penn in zijn Oscarwinnende rol als de eerste openlijk homoseksuele stadsbestuurder van Amerika, en begon in januari met het samenstellen van de cast.

‘Het enige wat ik dacht was, deze man is een genie, die moet ik hebben. En Penn wilde graag meewerken, want hij vond Wilson een prachtig personage om te spelen. Het is ook een opmerkelijke man. Hij was ambassadeur in Irak toen Sadam Hoessein daar nog zat, en toen die eens dreigde hem op te hangen , zei Wilson: oké, dan neem ik zelf wel een touw mee. Natuurlijk doet zo iemand zijn mond open als hem onrecht wordt aangedaan. Hij liet zich niet knechten door Sadam, en zal dus zeker niet buigen voor Bush.’



Aangrijpend verhaal
Hoewel Liman met kracht ontkent dat hij een politieke film heeft gemaakt, geeft hij wel toe dat hij zelf nooit geloofd heeft in de massavernietigingswapens. ‘Voor de inval in Irak liep ik mee in anti- oorlogsdemonstraties. En dat terwijl ik niet meer geprotesteerd had sinds ik op de filmschool zat. Dat was voor het recht op abortus, en eigenlijk deed ik toen alleen maar mee omdat ik zo dacht meisjes te ontmoeten. Maar nogmaals, deze film doet geen uitspraken over de oorlog. Het gaat mij erom dat de president van Amerika geen leugens had moeten vertellen, dat die zijn macht niet had moeten misbruiken om de cia te manipuleren.’

Omdat de film zo hamert op de waarheid was het lastig voor Liman om daar in zijn verhaal van af te wijken. ‘ We hebben enorm veel research gedaan, zodat we alle details konden verwerken in de film. We hebben met tientallen mensen binnen de cia gesproken over wat het werk van Valerie Plame precies inhield, en we waren aanwezig bij de hele rechtszaak tegen Scooter Libby [de stafchef die moest dienen als zondebok in het zogenaamde Plamegate, –red.]. Mijn schrijvers kregen van mij een simpele opdracht mee: hou je aan de feiten én schrijf een emotioneel aangrijpend verhaal . Sommige films claimen dat ze gebaseerd zijn op de waarheid, maar voegen dan wel een opbeurend einde toe. Dat wilde ik niet. Het leven heeft in de regel geen derde akte, waarin alles weer netjes op zijn pootjes terecht komt.’