In de laatste dagen van het jaar vertellen recensenten van Cinema.nl over de 'perfecte kerstfilm'. Vandaag: The Hudsucker Proxy.

Op zoek naar de perfecte kerstfilm kom je al gauw uit bij It’s a Wonderful Life, maar voor wie de feestdagen zonder Frank Capra al zoet genoeg zijn bestaat een heel aardig alternatief. Laat het maar aan de gebroeders Coen over Capra’s klassieke feelgoodformule te ontdoen van alle stroperigheid en er een flink absurdistische draai aan te geven .

Hartverwarmend is hun vijfde film The Hudsucker Proxy uit 1994 niet te noemen, wel erg geestig, intelligent en prachtig om te zien.

De film begint zo ongeveer als It’s a Wonderful Life, met een wanhopige man in een jaren-veertigsetting, die er rond de feestdagen een einde aan wil maken. Ook deze Norville Barnes ( Tim Robbins) wordt door een engel op andere gedachten gebracht, maar niet voordat er een wervelwind aan malle personages en ingenieuze plotwendingen voorbij is geraasd.

Plotwendingen die weer een andere Capra-film in herinnering brengen: Mr. Deeds Goes to Town. De Coens verwerken nog veel meer klassieke cinema in de prent: de omineuze decors verwijzen naar het werk van Fritz Lang en in de dialogen weerklinkt het snedige screwballgetetter van Howard Hawks.

Terwijl dergelijke verwijzingen in de veelgeprezen film The Artist van Michel Hazanavicius momenteel erg in de smaak vallen, was de pastiche van de Coens destijds een enorme flop. Nog een overeenkomst met It’s a Wonderful Life, die pas na tientallen jaren, dankzij eindeloze televisieherhalingen, uitgroeide tot klassieker. Of The Hudsucker Proxy eenzelfde lot wacht valt te betwijfelen, maar dromen van een fijnere wereld is in de aanloop naar de kerst niet verboden.