Maar de belangrijkste inspiratiebron voor Ossang – al decennialang een bekend
figuur in de Franse punkscene - lijkt toch muziek te zijn. Veel van zijn werk
heeft zelfs meer weg van een aaneenschakeling van videoclips, waar willekeurig
wat dialoog tussen is gestrooid om de illusie van een plot te wekken.
Neem zijn meest recente film, Dharma Guns, die opent met een drie minuten
durende scène van een waterskiënde man. Veel gebeurt er niet; de camera focust
zich volledig op de mysterieuze vrouw – ravenzwart haar, leren outfit en
excentrieke zonnenbril – die de speedboat bestuurt. Maar de combinatie van de
energieke beelden en de snoeiharde punkmuziek die de scène begeleidt, maakt het
tot een van de meest opwindende momenten uit Ossangs oeuvre.
Die
waterskiproloog moest er per se in, vertelde de Fransman onlangs in een
interview, omdat de filmgeschiedenis eigenlijk geen goede scènes kent waarin
zijn geliefde sport voorkomt, zelfs de James Bond-films niet.
Dharma Guns ontwikkelt zich na die openingsscène tot een stijlvolle en
hoogdravende, maar vooral ook warrige en bij vlagen zelfs saaie film, wat
eigenlijk voor zijn gehele oeuvre geldt. Maar een eigen plekje in de
filmgeschiedenis, die van meest memorable waterski-scène, is voorlopig voor
Ossang.
'Een cinema van poëzie', zo omschrijft de Franse regisseur, schrijver en muzikant F. J. Ossang zijn oeuvre. Vijf korte en vier lange films heeft hij sinds 1982 gemaakt. Stuk voor stuk duister en ongrijpbaar (en soms onbegrijpelijk), sterk beïnvloed door de vroege cinema en de hallucinerende literatuur van William S. Burroughs.