De Afghaanse film The Patience Stone, over een jonge vrouw die in opstand komt tegen haar veel oudere man, zou wel eens heel controversieel kunnen blijken in moslimlanden. Actrice Golshifteh Farahani is niet bang. ‘Ik vecht al sinds mijn zesde.’

Filmfestival Toronto, 8 september 2012. Na de vertoning van The Patience Stone zegt de Iraanse hoofdrolspeelster Golshifteh Farahani tegen het aanwezige publiek dat ze ‘delightful’ (= verrukkelijk) is. Ze bedoelt natuurlijk ‘delighted’ (=verheugd), maar ze heeft toch gelijk. Golshifteh is verrukkelijk. En dat was nog een flink probleem, vertelt de bevallige actrice als ik haar een dag later spreek, want regisseur Atiq Rahimi wilde haar aanvankelijk niet in zijn film hebben. ‘Hij vond me te energiek, en te eeh… mooi.’

Die – overigens begrijpelijke – angst bleek achteraf niet terecht. Farahani is volstrekt geloofwaardig als ongelukkig getrouwde Afghaanse vrouw, die ondanks het oorlogsgeweld bij haar comateuze man achterblijft en hem steeds nadrukkelijker de waarheid vertelt over hun seksloze , liefdeloze huwelijk. 

U noemde u zich gisteravond een pop in de handen van de regisseur, meende u dat?
Farahani: ‘Zeker. Ik wil een blanco vel papier zijn waarop de regisseur kan schilderen wat hij wil. Misschien moet hij zelfs bepaalde kleuren die ik heb weghalen en vervangen door iets wat beter bij het personage past.’

Om dat te mogen zal hij toch eerst uw vertrouwen moeten winnen...
‘Echt vertrouwen is dat je mensen vertrouwt die dat waard zijn én de mensen die het eigenlijk niet waard zijn. Een regisseur, ook een zonder veel ervaring, krijgt mijn vertrouwen op het moment dat ik een rol accepteer. Ook bij Atiq had ik aanvankelijk twijfels, want hij is eigenlijk schrijver en had nog maar één film gemaakt. En ik had bij deze film echt een goeie regisseur nodig om me er doorheen te leiden. Ik vroeg me af: is hij die gids? Maar het ging erg goed, juist omdat hij schrijver is en daarom goed in staat gevoelens en ideeën onder woorden te brengen.’

The Patience Stone is een intiem, psychologisch drama, en u bent in elke scène. Waren de opnamen zwaar?
‘Heel zwaar. Ik heb op een dag eens dertien pagina’s monoloog gespeeld. Heel vermoeiend en ik was er vooraf ook erg bezorgd over.’

Dat is technisch, was het ook emotioneel zwaar?
‘Zeker. Zoals Atiq vaak in interviews zegt: Het probleem in het westen is To be or not to be, in moslimlanden is het probleem To say or not to say. Ik ben in Iran geboren en ken dat probleem maar al te goed. In moslimlanden is ook je lichaam een probleem. Het is vijandig, je mag er geen plezier aan beleven, en dus doe je jezelf geweld aan. De evolutie van mijn personage begint als ze ontdekt dat haar lichaam ook plezier kan geven. Om zich te beschermen zegt ze dat ze een hoer is, en vervolgens krijgt ze regelmatig bezoek van een schuchtere, jonge soldaat.’

The Patience Stone zou wel eens een heel controversiële film kunnen worden in moslimlanden. Bent u daar bang voor?
‘Dat zou inderdaad kunnen, maar ik geloof er in, anders had ik het niet gedaan. Ik vecht al vanaf mijn zesde. Toen gooiden ze een sluier over me heen. Ik haatte dat ding en wilde het niet dragen.’

Niet iedereen vecht daartegen...
‘Jawel hoor. De meesten wel. Echt . De vrouwen in Iran zijn de sterkste vrouwen die ik ken. Ze staan onder grote druk, maar zijn erg sterk. Sterker dan de meeste vrouwen in het westen.’

Sterk, maar niet machtig…
‘Machtig niet, nee, maar intelligent en bereid om te vechten voor wat ze willen.’ 

U woont niet meer in Iran. U bent verbannen nadat u halfnaakt in een Frans tijdschrift te zien was. Waar woont u nu?
‘Het westen.’

Het hele westen?
(lacht) ‘Mijn basis is Parijs, maar ik ben continu in beweging. Na Iran ben ik een boom zonder wortels. Ik kan niet langer dan een paar weken op dezelfde plek zijn. Dan moet ik alweer verder. Nu reis ik heen en weer tussen Europa en New York.’

U was een grote ster in Iran en zei ooit dat u daar de koningin van het meer was. Daarbuiten een vis in een oceaan. Wordt die oceaan al kleiner?
‘Nee, maar inmiddels ken ik de oceaan wel wat beter. Eerst voelde ik me verloren, maar inmiddels weet ik dat deze plant giftig is, en dat die vis me wil opeten. Ik ken de regels een beetje beter en kan daarom wat rustiger rondzwemmen. Maar ik ben nog steeds een kleine vis in een grote oceaan .’