The State of Europe – over het thema van het IFFR-hoofdprogramma valt veel te zeggen, maar niet dat het meteen tot de verbeelding spreekt of lekker behapbaar is. Een hindernis waarvan de programmeurs zich terdege bewust zijn.

Europa is niet sexy. Dat vinden Europeanen, en vooral ook Nederlanders, zo blijkt uit onderzoek. De Europese Unie is zich van het probleem bewust; die trok dit jaar miljoenen euro’s uit om het imago op te krikken in aanloop naar de nieuwe parlementsverkiezingen in 2014. Maar hoe zit het met de organisatie van het IFFR? Dacht die met ‘The State of Europe’ wel een thema in handen te hebben dat spontane opwinding zou veroorzaken bij het publiek?

Nee, zo naïef was men in Rotterdam niet, licht programmeur Gertjan Zuilhof toe. Sterker nog: het suffe imago was juist een argument om het thema te selecteren. ‘Het grote probleem met Europa is niet zozeer dat mensen ertegen zijn, maar meer dat ze er onverschillig over zijn,’ zegt Zuilhof. ‘We kennen de clichés intussen wel : Europa is een ver-van-je-bed-show, de politiek is log en gaat vooral over stoffige beleidsonderwerpen. Politici weten vaak onvoldoende over te brengen waarom Europa relevant is. Maar laten we er nu eens door de ogen van filmmakers naar kijken. Dat geeft een heel ander perspectief. Films vertellen emotionele verhalen waar je persoonlijk bij betrokken raakt. Ik denk dat de films in onze selectie de geijkte thema’s veel meer tot leven kunnen brengen, en de discussies over Europa een nieuwe impuls kunnen geven.’

Uitzoomen
Dit maakt het thema overigens niet alleen geschikt voor politiek geëngageerde kijkers. De programmeurs hadden ook een meer artistiek motief, vertelt Zuilhof: ‘Voor mijn werk spreek ik veel met Aziatische filmmakers, en daarbij valt me op dat die een heel uitgesproken beeld hebben van de Europese cinema. Over hoe er wordt verteld, welke thema’s er worden aangesneden, wat er wel en niet mogelijk is. Andersom bestaat bij ons ook wel zo’n algemeen beeld van de Aziatische cinema, maar we zijn het zelf eigenlijk niet gewend op die manier naar de Europese film te kijken. We zitten er te dicht op; hebben het over de Franse, Duitse en Italiaanse cinema, maar hebben minder oog voor overkoepelende thema’s en artistieke overeenkomsten. Het leek ons boeiend daar nu eens wél expliciet naar op zoek te gaan.’

Dat deden Zuilhof en zijn collega’s door honderden Europese films te bekijken. Wat voor algemeen beeld ontstond daaruit? ‘Generaliserend kun je zeggen dat er op de wereldcinema meer druk ligt om het simpel te houden. De Europese film mag nog ingewikkeld zijn, mag over serieuze thema’s gaan, is volwassener. Vroeger al, maar nu nog steeds. Ook een relatief luchtige Europese film mag bizar zijn en serieuze ondertonen hebben. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Amerikaanse films, die steeds eenduidiger en kinderlijker worden.’


Veelomvattend

Is het überhaupt mogelijk zo’n veelomvattend thema als Europa binnen één festivalprogramma recht te doen? Nee, vond ook de IFFR- organisatie, die het hoofdthema daarom opdeelde in drie aparte programmaonderdelen. Grand Tour, van programmeur Gerwin Tamsma, heeft een soort best-of-benadering, met hoogtepunten en verrassingen uit de nieuwe Europese cinema, waaronder diverse titels die al enige buzz genereerden, zoals de in Venetië met een Gouden Leeuw bekroonde documentaire Sacro GRA van Gianfranco Rosi.

In My Own Private Europe, van programmeur Evgeny Gusyatinskiy, wordt de blik meer naar binnen gericht, in een reeks persoonlijke verhalen uit verschillende Europese hoeken. Het programma bevat fictiefilms, documentaires, ‘mockumentaries’ en essays, met als rode draad een individuele, subjectieve blik op Europa.

En dan is er nog EU-29, samengesteld door Gertjan Zuilhof. Die legt uit: ‘Op zeker moment werd duidelijk dat we ook iets moesten met het andere beeld van Europa. Dat van de mensen die buiten de boot vallen, die elders hun roots hebben en misschien het liefst weer weg zouden gaan. In Brusselse Euro-speak gaat het over de EU-28, de 28 landen die nu deel uitmaken van de Europese Unie, dus leek het logisch een fictief land te verzinnen voor alle vluchtelingen, illegalen en outsiders: EU-29. Vanzelfsprekend tref je in dit programma veel dramatische, emotionele en schrijnende verhalen aan; zowel speelfilms als documentaires. Maar het is niet allemaal loodzware kost. Er zijn ook luchtige, optimistische films als het Spaanse El rayo, waarin een Marokkaanse landarbeider die in Spanje zijn baan is kwijtgeraakt in een oude tractor terugrijdt naar zijn geboorteland. Een soort Marokkaanse variant op The Straight Story.’

Een Europese productie die doet denken aan een Amerikaanse film, met een Noord-Afrikaanse twist. Zo kennen we het IFFR: lekker breed – ook wanneer er wordt ingezoomd. 

Tips
Als de programmeurs van de verschillende Europa-programma’s één tip mogen geven , welke film raden ze dan aan?

Gerwin Tamsma (Grand Tour): ‘Dat is haast onmogelijk, omdat het Grand Tour-programma zo gevarieerd is. Wat de selectie hopelijk typeert, is dat de films samen blijk geven van de enorme vitaliteit van de Europese cinema. Er zitten geen lauwe of afgekloven films tussen, en de nadruk ligt niet op een continent dat met zichzelf in de knoop ligt. De film die de essentie van het programma misschien het beste illustreert, is de found-footagefilm Redemption van Miguel Gomes. Die duurt slechts 26 minuten, maar leent zich er bij uitstek voor om meerdere keren te bekijken.’

Evgeny Gusyatinskiy (My Own Private Europe): ‘Een film die dit programma goed typeert is Mes sept lieux van Boris Lehman, die zijn sporen heeft verdiend als maker van “dagboekfilms”. Door zichzelf en de appartementen waarin hij heeft gewoond jarenlang te filmen, heeft hij een poëtische, heel concrete kroniek gemaakt van Europa als unieke thuisbasis – een oude maar onverwoestbare schuilplaats.’

Gertjan Zuilhof (EU-29): ‘Gare du nord van Claire Simon. Een speelfilm met documentaire-elementen. De film geeft een prachtig beeld van de totale vermenging van volken en culturen die om het bekende Parijse treinstation heen dwarrelen. De thematiek van dit programmaonderdeel in een notendop.’