Ze kijken bepaald niet lekker weg, de films van Ulrich Seidl.

Een zwaarlijvige vrouw zit naakt gehurkt in een veel te kleine kooi en probeert zich om te draaien. Het is een beeld uit Ulrich Seidls Im Keller en het eerste beeld dat we hem in Ulrich Seidl - A Director at Work, vanavond in Het uur van de wolf, zien draaien. In de documentaire van Constantin Wulff wordt het werk van Seidl in kaart gebracht en rekent Seidl af met enkele misvattingen daarover.

De Oostenrijker staat als regisseur namelijk bekend om zijn confronterende films, waarbij een plaatsvervangend gevoel van schaamte een van de voornaamste emoties bij de kijker zal zijn. De films zoeken bewust het ongemak op, waarbij de vaak niet-professionele acteurs regelmatig op onflatteuze wijze getoond worden, in grensoverschrijdende situaties. Ze gaan over uitbuiting, obsessie, vernedering, verkrachting, misogynie, misdaad, straf, haat en angst. Recensenten hebben zijn films wel een vorm van exploitatie genoemd, wat Seidl in A director at work probeert recht te zetten: zijn films zijn niet bedoeld om de lichamen en levens van zijn personages belachelijk te maken, maar gaan over falende dromen als universeel herkenbaar fenomeen.



Een film als Import/Export gaat zelfs expliciet over de exploitatie van mensen in hun zoektocht naar geluk, waarbij de levens van een Oost-Europese schoonmaakster in West- Europa, en een West-Europese bewaker in Oost-Europa met elkaar worden vergeleken. Ook vergelijkbaar zijn de zoektochten van de drie vrouwen, allen familieleden, in de Paradies-trilogie, waarvan de titels (Liebe, Glaube, Hoffnung) verwijzen naar de onderliggende thema’s in Seidls werk: een verlangen naar hogere idealen, en het jammerlijk falen daarvan. Seidl worstelt als ex-katholiek, zo vertelt hij, met dezelfde idealen, en zijn films zijn een weerspiegeling van die worsteling. De katholieke schaamte rondom het naakte lichaam is erin verweven, net als de worsteling met geloof en het verlies van hoop. Misantropisch zijn de films van Seidl zeker, maar hij bestrijdt dat hij geen sympathie voor zijn personages zou hebben. Hij ziet zijn films als eerlijk en rauw en stopt er veel van zijn eigen twijfels in.