Documentaire, fictie: waar kijken we eigenlijk naar? Boyhood (2014) is een van de meest fascinerende films van de laatste jaren. De Amerikaanse filmmaker Richard Linklater volgde gedurende twaalf jaar het wel en wee van het personage Mason, een jongetje dat… tja, opgroeit.

Het jochie van zes, dat met z’n mollige polsen in streepjesshirt graag in het gras ligt om het leven te overpeinzen, groeit in die tijd uit tot een slungelige tiener die tenslotte het huis verlaat om naar de universiteit te gaan. De acteur die Mason speelt, Ellar Coltrane (geboren 1994), groeit met hem mee. En ook zijn ouders, formidabel gespeeld door Patricia Arquette en vaste Linklater-acteur Ethan Hawke, worden twaalf jaar ouder. Net als Masons zus, gespeeld door de dochter van de regisseur.

Ellar Coltrane in Boyhood

Ieder jaar nam Linklater, die het effect van tijd op het leven ook al zo mooi vastlegde in de Before Sunrise-trilogie (waarin hij om de negen jaar terugkeert naar twee gelieven) plaats achter de schrijftafel voor een nieuw stukje scenario. Mason ruziet met zijn zus, leert fietsen, verhuist met zijn moeder die worstelt met mannen en stapels rekeningen, en ziet met flinke onregelmaat zijn vader. De filmmaker blijft met de camera steeds dichtbij de opgroeiende jongen die soms hecht is met zijn ouders, en soms geen flauw idee heeft wat ze nou aanrommelen. Dit zijn geen filmpersonages met leuke oneliners en slimme oplossingen voor het leven, Linklater is een meester in realisme, in personages die genieten, zoeken én op hun bek gaan.

Het ontroerende portret van de veranderlijkheid van een jongen – Coltrane groeide tijdens de opnameperiode 69 centimeter en onderging 72 knipbeurten – maakte een ware zegetocht langs festivals en prijzengala’s. Vooral Arquette viel in de prijzen. De actrice greep, met leesbril, haar momentje op het Oscarpodium aan voor een met gejuich ontvangen, vurig pleidooi voor gelijke honorering voor vrouwen en mannen