Twee travestieten en een transgender trekken in de komische roadmovie The Adventures of Priscilla, Queen of the Desert (Stephan Elliott, 1994) door de Australische woestijn in een bus die ze Priscilla genoemd hebben.

Genderneutrale toiletten komt het drietal niet tegen, wel veel mensen die nog nooit zoiets gezien hebben. Ze stappen een bar binnen in een dorp, waar ze de verbijstering van plaatselijke stamgasten moeten overwinnen met gevatte grappen en een wedstrijd wie het hardste kan zuipen, met verve gewonnen door transgender Bernadette (Terence Stamp), de ster van de film.

Een kleine revolutie, zo lijkt het, maar de volgende morgen zien ze dat hun zilveren Priscilla is beklad met de tekst ‘Aids Fuckers Go Home’. ‘Het doet nog steeds pijn,’ zegt een van de drag queens, die eerder in de film, na een optreden in Sydney, al een leeg bierblikje tegen haar hoofd kreeg. Maar ze moeten door, want ze zijn op weg naar een show in een casino in Alice Springs. Er zit niets anders op dan de bus te verven, knalroze. Het avontuur gaat verder. Met humor weet vooral Bernadette het publiek van de jaren negentig te charmeren. ‘I’ve said it before and I’ll say it again: no more fucking ABBA!’ Met gigantische bloemenpruiken op het hoofd en glitterjurken zingen ze ‘I Will Survive’.

De film geldt inmiddels als een cult-klassieker en kan op verschillende niveaus bekeken worden. De legendarische filmcriticus Roger Ebert schreef over Bernadette: ‘Het echte onderwerp van de film is niet homoseksualiteit of drag queens, niet showbiz, maar gewoon het leven van iemand van middelbare leeftijd, gevangen in een beroep dat vermoeiend is geworden.’

De film was een kassucces en speelde een grote rol in het op de kaart zetten van queer thema’s voor een doorsnee publiek. De film won vele filmprijzen, waaronder een Oscar voor beste kostuumontwerp.

En ja, je raadt het al, uiteindelijk wordt er toch ABBA gezongen.