Die dag was Hetty de Kruijf op weg naar Engeland om zoals elk jaar Kerst te vieren bij haar grootouders. Even leek het mis te gaan. De douanebeambte bij de Kanaaltunnel in de haven van Calais keek streng: haar paspoort bleek verlopen. Dan een hoofdknikje, ze kon doorrijden, deze keer zagen ze het door vingers. Hoe meer De Kruijf erover nadacht, hoe schrijnender ze het vond: ‘Ik werd gewoon doorgelaten, terwijl elke nacht tientallen vluchtelingen hun leven op het spel zetten door te proberen illegaal de oversteek te maken. Ze springen op een rijdende wagon of gaan onder een vrachtwagen hangen.’
Al eerder had ze zich afgevraagd hoe het toeging in het tentenkamp bij Calais, maar ditmaal raakte ze erdoor gegrepen. Nadat ze in 2015 de Filmacademie had afgerond met haar eindexamenfilm Nachtoord, gaf ze zich op als vrijwilliger in het kamp. Vergeefs. Omdat de vluchtelingencrisis tot een ‘hype’ was uitgegroeid na de wereldwijd verspreide foto van het Syrische jongetje op het Turkse strand, hadden ze er geen mensen meer nodig.
De Kruijf besloot toch te gaan, samen met cameraman Aziz Al-Dilaim en een vriendin die Syrisch sprak. Ze vond het overweldigend: ‘In West-Europa stap je zo de derde wereld in. De omstandigheden zijn erbarmelijk. Écht een jungle. Wc’s zijn niet meer dan gaten in de grond, ze hebben een paar kranen voor een paar duizend mensen. Hutjes van pallets en zeil. Toch hebben ze er hun eigen economie opgebouwd met een mini-civilisatie.’