Ik heb deze week vaak moeten denken aan ‘The Body’, een aflevering van Buffy the Vampire Slayer, uit 2001. Dat verdient uitleg, begrijp ik.

Om maar met de deur in huis te vallen: Buffy is inderdaad die serie over een bijdehand tienermeisje dat tegen vampieren vecht. ‘The Body’, uitgezonden tijdens het vijfde seizoen, is iets anders. Het is het verhaal van een jonge vrouw die op een onverwacht moment haar moeder verliest. Het laat zien wat dat met haar en haar vrienden doet, hoe haar wereld – haar echte wereld, niet die van magie en fantasy – zonder waarschuwing en zonder reden in elkaar stort.

Het is een opzettelijk vervreemdende ervaring. Het vertrouwde openingsdeuntje is er nog, maar de humor en de rappe dialogen die de serie zo kenmerken, zijn even drie kwartier helemaal weg. Er is geen muziekje op de achtergrond om je te begeleiden en de belichting is enerzijds koortsachtig, anderzijds uitgewassen, levenloos. Er is gefilmd op de huid, er zijn lange stiltes en als er wordt gepraat, hoor je de stemmen kraken. Het is doffe ellende.

De dood komt zelden echt aan bod in series. Er is moord ja, en een Red Wedding. Er is wel eens rouw en Sesamstraat heeft eens in de zoveel jaar een ‘speciale aflevering ’, maar de werkelijke, kleine details van het verlies van een dierbare? Hoe je je beweegt, hoe je je gedraagt, dat zien we bijna nooit. Het niet weten wat je moet doen en tegelijkertijd wel weten wat er moet gebeuren.

‘ Televisie heeft mij altijd geleerd dat de dood iedereen sterker maakt, je beter maakt zelfs; dat je iets over jezelf leert,’ vertelt schrijver en regisseur Joss Whedon in het begeleidende commentaar bij ‘The Body’. ‘In mijn ervaring was het juist zo dat er plots een belangrijk stukje van de puzzel bleek te missen. Dat je dat stukje nooit meer kon vervangen, en dat mensen nooit meer hetzelfde zouden zijn.”

‘Ma, ik ga even Buffy kijken.’ Mijn moeder heeft die zin tijdens mijn tienerjaren vaker gehoord dan haar lief was. Ook toen al kon ik eindeloos verdwijnen in ellenlange marathonsessies. Keer op keer heb ik haar opnieuw verveeld met een los fragment van het een of het ander. ‘O ma, dit is zo goed. Dit moet je zien.’ Het was een continu heen en weer gespoel van dialogen en actiescènes. Zelden zag ze dan wat ik zag (hoe kon ze ook, midden in een aflevering gevallen, een tetterende puber in haar oor), maar toch bleef ze elke keer weer even stilstaan om het aan te zien en aan te horen.

Mijn moeder heeft me altijd gesteund in alle fascinaties en ambities. Geregeld gaf ze me zelfs het laatste zetje dat ik nodig had. Zonder haar was ik ongetwijfeld nooit journalist geworden, had ik dus ook nooit deze rubriek geschreven. Ik had graag gezien dat ze het zelf had meegemaakt. Ze is een jaar geleden overleden.

‘Je praat er nooit over.’ Dat hoor ik wel eens van mijn vrienden. Kijk naar ‘ The Body’. Dat komt er het dichtst bij in de buurt.