Vanaf vrijdag is het derde seizoen van House of Cards te zien op Netflix. Nu hij eenmaal president is, verliest Frank Underwood veel van wat hem zo spannend maakte.

De eerste halve minuut is magistraal. We zien een vredig dorp bij dagenraad, krekels tsjirpen. In die rust scheurt een motoragent het beeld in; van onderaf gefilmd is hij meer dan levensgroot. Dan volgen de glimmend-zwarte presidentiële wagens, juist van bovenaf gefilmd zodat de stoet eindeloos lang lijkt, het is net een vijandige invasie.

Laat het maar aan de makers van House of Cards over om het presidentschap zo intimiderend mogelijk neer te zetten. En dan komt hij hier alleen nog maar een bloemetje brengen op het kerkhof, president Underwood. Een onschuldig bosje wit – maar even later klettert zijn straal op de zerk als hij pist op het graf van zijn eigen vader. Als zijn zoon ook maar ’n beetje op hem lijkt, is het zijn verdiende loon.

Deze kracht bezat de serie vanaf het begin: House of Cards, geschreven door een telg uit een militair geslacht – beide opa’s van Beau Willimon vochten in WOII, zijn vader was marinier en hij is opgegroeid op legerbases – zet de politiek neer als een gevecht, en in de strategie van die oorlog om de macht zijn alle middelen geoorloofd: manipulatie, het ondermijnen van medewerkers en zelfs moord.

Op die spanning dreven het sterke eerste en tweede seizoen. Maar in seizoen drie heeft voormalig parlementslid Underwood zijn doel bereikt: het Oval Office . Nadat hij de zittende president eruit heeft gewerkt is hij nu de machtigste man van het land. In lijn met het gewicht van zijn nieuwe functie is alles in de serie zwaarder aangezet: de cameraposities zijn zoals we al zagen extremer, de muziek is opgevuld met grote orkestpartijen en de kleding van Claire Underwood is majestueus. Dat werkt. Maar het lijkt wel of diezelfde zwaarte het plot juist parten speelt, trager maakt.

House of Cards 3 begint lang niet zo opwindend als gedacht. Dit ‘power couple’ zou dronken van de macht moeten zijn, maar de bijbehorende orgie blijft uit. Oké, er is wat gedoe, met de Democraten bijvoorbeeld, die niet willen dat Frank zich verkiesbaar stelt voor een volgende termijn – nou, boehoe. Het duurt zeker vier afleveringen van de zes die wij zagen voor seizoen drie weer terug is op niveau.

Wat helpt, is dat Claire Underwood naar voren wordt geschoven en haar eigen agenda najaagt, ze wil zelf ook een toppositie. Helaas krijgt Claire door meer ruimte niet ook meer diepgang, en dat valt tegen – hopelijk verandert dat in de tweede helft nog. Ook komt Doug Stamper weer ten tonele, de voormalige rechterhand van Frank, in wezen een misdadiger die de vuile klusjes deed. Maar ditmaal vecht hij mee aan een ander front, en omdat we weten hoe gevaarlijk hij is, zorgt dat wel voor wat spanning.

Echt knallen doet het pas als de Russische president komt opdagen, gespeeld door een ijselijk kille Lars Mikkelsen, die een schurk van haast cartooneske proporties van hem maakt, zoals in een James Bond-film uit de jaren zestig. De Rus zet de boel op scherp, vooral als de dames van Pussy Riot aantreden – de echte, welteverstaan. Langs de omweg van de fictie krijgen ze hier gelegenheid hun aartsvijand eindelijk eens goed de waarheid te zeggen; leuk gevonden. Het is hun gemeende, echt-gevoelde boodschap die het tot dan toe tamelijk bloedeloze House of Cards weer tot leven brengt.

House of Cards 3, 13 afleveringen, nu te zien op Netflix.