Carlo Montuori (1885-1968): camera.
Er zijn 3 films gevonden.

Il tetto

1956 | Komedie, Drama, Experimenteel

Italië 1956. Komedie van Vittorio De Sica. Met o.a. Gabriella Pallotta, Giorgio Listuzzi, Gastone Renzelli, Angela Bigioni en Di Mario Rollo.

Woningnood dwingt het jonge echtpaar Natale (Listuzzi) en Luisa (Pallotti) tot inwonen bij de schoonouders, waardoor de intimiteit weinig kansen krijgt. De geboorte van een baby voert de spanningen onhoudbaar op, zodat de man met vrienden clandestien een eigen huis gaat bouwen. Als het dak er eenmaal opstaat, mag de politie niet meer ingrijpen, zodat de bouw een race met de tijd wordt. De fut is uit De Sica's laatste neorealistische film. Het scenario is boeiend genoeg en er zijn een aantal treffend geobserveerde momenten, maar de opstelsom wordt nooit echt overtuigend. Het scenario is van Cesare Zavattini. Het camerawerk is van Carlo Montuori. Mono.

L'oro di Napoli

1954 | Komedie

Italië 1954. Komedie van Vittorio De Sica. Met o.a. Silvana Mangano, Sophia Loren, Vittorio De Sica, Peppino De Filippo en Paolo Stoppa.

Dit vierluik met Napolitaanse volkshumor kwam als een verrassing voor wie De Sica alleen als neo-realistisch regisseur kende, maar zowel als vooroorlogse acteur als in zijn eerste eigen films tijdens de oorlog was het genre hem zeer vertrouwd. (Na 1960 zou zijn aanpak ontaarden in clichématige export- folklore). De producenten coupeerden voor de première twee ernstiger episodes, maar het deel met Mangano als uitgehuwelijkte prostituée heeft niet alleen komische maar ook gevoelige, rake momenten. De rol van Loren als de alom begeerde vrouw van een pizzabakker was de eerste waarin ze echt de aandacht trok.

Ladri di biciclette

1948 | Drama, Experimenteel

Italië 1948. Drama van Vittorio De Sica. Met o.a. Lamberto Maggiorani, Enzo Staiola, Lianella Carell, Gino Saltamarenda en Vittorio Antonucci.

Na lang werkeloos te zijn geweest bemachtigt Antonio Ricci (Maggiorani) eindelijk een baantje, als posterplakker in het Rome van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Maar zijn fiets wordt gejat. Een ramp, nu kan hij zijn werk niet doen. Met zijn zoontje Bruno (Staiola) gaat Antonio op zoek naar de dief. Hoogtepunt in het Italiaanse neo-realisme, een stroming waarin de filmers gebruik maakten van bestaande locaties en niet-professionele acteurs om hun verhalen over de straatarme arbeidersklasse te vertellen. Door critici vaak genoemd als een van de beste films aller tijden.