Dorothy Dwan: cast.
Er zijn 11 films gevonden.

The Fighting Legion

1930 | Western

Verenigde Staten 1930. Western van Harry J. Brown. Met o.a. Ken Maynard, Dorothy Dwan, Ernie Adams, Stanley Blystone en Frank Rice.

Een cowboy wordt vals beschuldigd een ranger uit Texas te hebben gedood. Bekend werk rond matinee-held Maynard.

The Drifter

1929 | Western

Verenigde Staten 1929. Western van Robert De Lacy. Met o.a. Tom Mix, Dorothy Dwan, Barney Furey, Al Smith en Ernest Wilson.

De vijf FBO-westerns die Tom in deze tijd maakte waren van een veel lager niveau dan zijn dozijnen Fox-westerns. Het ontbreken van cameraman Daniel Clark, die niet onder zijn Fox- contract uitkon, was één van de oorzaken. Tom was er zelf ook niet gelukkig mee; hij stopte daarom na vijf stuks. FBO verdiende echter geld aan zijn films. In deze is hij een hulp- sheriff op jacht naar een bende narcotica-smokkelaars. Oliver Drake en De Lacy leverden het verhaal, dat door George Pyper werd bewerkt.

The California Mail

1929 | Western

Verenigde Staten 1929. Western van Albert S. Rogell. Met o.a. Ken Maynard, Dorothy Dwan, Lafe McKee, Paul Hurst en C.E. Anderson.

Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog worden de goudzendingen uit Californië die bestemd zijn voor de Noordelijken, voortdurend door een bende overvallen. Maynard krijgt opdracht de bende uit te schakelen en ervoor te zorgen dat de zendingen ongestoord kunnen verlopen. Marion Jackson was de scenariste en Frank B. Good de cameraman.

Riders of the Dark

1928 | Western

Verenigde Staten 1928. Western van Nick Grinde. Met o.a. Tim McCoy, Dorothy Dwan, Rex Lease, Roy D'Arcy en Frank Currier.

Een krantenuitgever wordt vermoord, maar zijn zoon, Lease, en zijn dochter, Dwan, zetten het werk van hun vader voort. McCoy, een Texas Ranger, neemt Dwan in bescherming wanneer zij één van de mannen neerschiet die haar vader heeft vermoord. Dit is het regiedebuut van Grinde, die W.S. Van Dyke afloste in deze serie. Van Dyke leverde wel het verhaal. Cameraman Clyde De Vinna was vervangen door George Nagle, en dat was een stapje terug.

Tumbling River

1927 | Western

Verenigde Staten 1927. Western van Lewis Seiler. Met o.a. Tom Mix, Dorothy Dwan, William Conklin, Stella Essex en Elmo Billings.

Een routine-western, maar goed gemaakt met een scenario van Jack Jungmeyer en gebaseerd op The Scourge of the Little C, een roman van Jesse Edward Grinstead. Mix moet het opnemen tegen een bende veedieven die zijn paarden heeft gestolen en vervolgens ook nog Dwan bedreigt. Daniel Clark stond opnieuw achter de camera, inmiddels al ruim vijf jaar bij iedere film die Mix sinds 1922 maakte.

The Land Beyond the Law

1927 | Western

Verenigde Staten 1927. Western van Harry Joe Brown. Met o.a. Ken Maynard, Dorothy Dwan, Tom Santschi, Noah Young en Gibson Gowland.

Maynard krijgt opdracht van de gouverneur een einde te maken aan de bende van Santschi. Die laatste moet wel eerst ontmaskerd worden als de leider van een bende moordenaars en veedieven. Daarnaast is de schurk ook nog de voogd van Dwan, die door Maynard in bescherming wordt genomen. Bij afwezigheid van Albert Rogell regisseerde producent Brown nu zelf. Marion Jackson leverde het scenario, dat in 1937 herverfilmd werd met Dick Foran; Sol Polito deed het camerawerk.

Silver Valley

1927 | Western

Verenigde Staten 1927. Western van Ben Stoloff. Met o.a. Tom Mix, Dorothy Dwan, Philo McCullough, Jocky Hoefli en Tom Kennedy.

Als knutselaar is Mix niks: hij probeert een vliegtuig in elkaar te zetten, maar dat wordt alleen maar een taxi die alles beschadigt, de auto van Dwan inbegrepen. Hij wordt ontslagen, maar wordt gelukkig spoedig sheriff en dat ligt hem beter. Zijn voorgangers zijn in snel tempo door een bende uit de weg geruimd, maar op Mix zullen ze hun tanden stuk bijten. Daarbij weet hij Dwan uit hun handen te redden en de boosheid slaat over in verliefdheid. Harry Sinclair Drago schreef en Harold Lipsitz bewerkte. Daniel Clark nam alles weer keurig op.

The great K & A train robbery

1926 | Zwijgende film, Western

Verenigde Staten 1926. Zwijgende film van Lewis Seiler. Met o.a. Harry Grippe, William Walling, Dorothy Dwan en Tom Mix.

Als knutselaar is Mix niks: hij probeert een vliegtuig in elkaar te zetten, maar dat wordt alleen maar een taxi die alles beschadigt, de auto van Dwan inbegrepen. Hij wordt ontslagen, maar wordt gelukkig spoedig sheriff en dat ligt hem beter. Zijn voorgangers zijn in snel tempo door een bende uit de weg geruimd, maar op Mix zullen ze hun tanden stuk bijten. Daarbij weet hij Dwan uit hun handen te redden en de boosheid slaat over in verliefdheid. Harry Sinclair Drago schreef en Harold Lipsitz bewerkte. Daniel Clark nam alles weer keurig op.

The Great K&A Train Robbery

1926 | Western, Komedie

Verenigde Staten 1926. Western van Lewis Seiler. Met o.a. Tom Mix, Dorothy Dwan, William Walling en Harry Grippe.

De populairste cowboy-ster van de zwijgende film in een van zijn beste produkties: dolle pret, opgenomen op schitterende locaties in Colorado.

The Canyon of Light

1926 | Western

Verenigde Staten 1926. Western van Benjamin Stoloff. Met o.a. Tom Mix, Dorothy Dwan, Carl Miller, Ralph Sipperly en Barry Norton.

Een vriend van Mix sneuvelt in Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zijn familie nodigt Tom uit. Zijn aanwezigheid is dan ook vereist, want een zwager blijkt zich voor de gesneuvelde vriend uit te geven en onder diens naam allerlei vieze zaakjes zoals overvallen enz. uit te voeren. Het is duidelijk dat de man zo niet lang meer kan doorgaan. John Stone schreef het en natuurlijk was cameraman Daniel Clark van de partij. De film was gebaseerd op een roman van Kenneth Perkins.

The Breed of the Border

1924 | Western

Verenigde Staten 1924. Western van Harry Garson. Met o.a. Lefty Flynn, Dorothy Dwan, Louise Carver, Milton Ross en Frank Hagney.

Maurice B. `Lefty` Flynn (1893-1959) speelde onder zijn eigen naam vele bijrollen en als Lefty een aantal hoofdrollen in westerns, zoals deze, waarin hij achter de overvallers van een goudmijn aanzit. Paul Gangelin en Dorothy Arzner bewerkten het verhaal van William Dawson Hoffman. Henry Kruse en William Tuers waren de cameralieden.