Peter Brook (1925): regie, cast, scenario en montage.
Er zijn 13 films gevonden.

Looking for Richard

1996 | Documentaire, Drama

Verenigde Staten 1996. Documentaire van Al Pacino. Met o.a. Al Pacino, Kevin Spacey, Estelle Parsons, Vanessa Redgrave en John Gielgud.

Looking For Richard is Al Pacino's poging om de werken van William Shakespeare begrijpelijk te maken voor een groter publiek. Pacino, zelf een groot Shakespeare-liefhebber, ondervraagt theatermensen en academici over verschillende aspecten van Shakespeare's stukken. Tussen die ontmoetingen door speelt hij, samen met collega's als Winona Ryder, Alec Baldwin en Kevin Spacey, scènes uit Richard III, het koningsdrama dat vorig jaar nog zo fraai verfilmd werd. Zo ontstaat een cocktail van film en theater, van fictie en documentaire.

Mahabharata

1990 | Drama, Fantasy

Verenigd Koninkrijk​/​​Frankrijk 1990. Drama van Peter Brook. Met o.a. Georges Corraface, Mamadou Dioume, Urs Bihler, Ryszard Cieslak en Miriam Goldschmidt.

Vijf broers vechten een persoonlijke oorlog uit tegen hun stiefbroers. Een bewerking van het klassieke, in sanskriet geschreven epos van de Hindoes, dat niets meer of minder wil zijn dan een geschiedenis van de mensheid. Een in dichtvorm gegoten verhaal dat tot nadenken stemt. Peter Brook filmt het eindresultaat van jaren werk aan het gedicht, waarbij hij uitgaat van de toneelversie van Jean-Claude Carrière. Een inspirerende triomf over geringe geldmiddelen. Soms wat langdradig, maar met een veelheid aan onvergetelijke beelden.

Un amour de Swann

1984 |

Frankrijk​/​​Duitsland 1984. Volker Schlöndorff. Met o.a. Jeremy Irons, Ornella Muti, Alain Delon, Marie-Christine Barrault en Fanny Ardant.

Charles Swann, tot het katholicisme bekeerde dandy van Joodse afkomst, ontmoet in de salons van de gefortuneerde Parijse beau monde de raadselachtige schone Odette de Crécy. Deze 'tot leven gekomen Botticelli' zal Swanns grote liefde worden, met alle gevolgen van dien. Indertijd onbegrijpelijk lauw ontvangen Proust-adaptatie, waarin de belezen Schlöndorff trouw blijft aan de oorspronkelijke dialogen, is een vergeten diamant. Met een bescheiden budget, literaire sensibiliteit, fantastische acteursregie en aankleding komt de verzonken belle époque-wereld tot sprankelend filmleven.

La Tragédie de Carmen

1983 | Muziek, Drama, Experimenteel

Frankrijk​/​​Duitsland​/​​Verenigd Koninkrijk 1983. Muziek van Peter Brook. Met o.a. Hélène Delavault, Howard Hensel, Agnès Host, Jake Gardner en Jean-Paul Denizon.

1983 was beslist het jaar van de Carmen-revival. Naast bewerkingen van Saura (CARMEN), Godard (PRENOM CARMEN) en Rosi (CARMEN) waagde ook de eigenzinnige theaterregisseur Brook zich aan een heel eigen filmbewerking van de beroemde opera van Bizet. Een, houd U vast, experimentele bewerking met een minimum aan decors en een 'ingekorte' orchestratie. Het resultaat is een tweeslachtige ramp, irritant zowel als film als als opera.

Meetings with Remarkable Men

1978 | Drama

Verenigde Staten 1978. Drama van Peter Brook. Met o.a. Dragan Maksimovi[KA1]c, Mikica Dimitrijevi[KA1]c, Terence Stamp, Athol Fugard en Warren Mitchell.

De film behandelt een deel van het leven van de Russische `wereldleraar` Gurdijeff (1877-1949) en diens speurtocht naar de 'verborgen waarheid'. Gurdijeffs filosofie komt door de oppervlakkige behandeling echter nauwelijks uit de verf, maar de in Afghanistan gemaakte locatie-opnamen zijn fraai.

King Lear

1971 | Historische film

Verenigd Koninkrijk 1971. Historische film van Peter Brook. Met o.a. Paul Scofield, Irene Worth, Jack MacGowran, Alan Webb en Cyril Cusack.

Shakespeares tragedie is voor niet-ingewijden zwaar, maar is sterk en de moeite waard.

Tell Me Lies

1968 | Muziek

Verenigd Koninkrijk​/​​Verenigde Staten 1968. Muziek van Peter Brook. Met o.a. Glenda Jackson, Kingsley Amis, Stokely Carmichael, Paul Scofield en The Royal Shakespeare Company.

Een vreemde, niet geslaagde combinatie van liedjes, schetsen en journaalfilms waarin de Amerikaanse betrokkenheid in de Vietnamoorlog wordt aangevallen, maar zelfs de politieke 'duiven' kwamen er niet naar kijken. Nu alleen nog interessant als historisch document.

Red, White And Zero

1967 | Drama, Komedie

Verenigd Koninkrijk 1967. Drama van Peter Brook, Lindsay Anderson en Tony Richardson. Met o.a. Zero Mostel, Julia Foster, Frank Thornton, Patricia Healey en Arthur Lowe.

Drie Britse cineasten, Brook, Anderson en Richardson, kregen van de producent totale artistieke vrijheid om een korte film te verwezenlijken. Dat leverde drie pareltjes van zuivere experimentele filmtaal en -techniek op. THE RIDE OF THE VALKYRE van Brook gaat over de beroemde operazanger Mostel, die in Londen arriveert voor een optreden in Covent-Garden. Op weg naar de opera wordt hij overal met vertraging geconfronteerd. Hij moet zich omkleden in de taxi en loopt door de straten in het kostuum van Wodan, zonder dat hij opvalt. Hij komt net op tijd om het slotakkoord te zingen, samen met zijn invaller. Een aaneenschakeling van zuivere kolder, wat we niet gewend zijn van Brook, die ook het scenario schreef. In THE WHITE BUS van Anderson, trekt Healey in een impuls per trein naar een noordelijk stadje, waar ze terecht komt in een gezelschap dat per bus de stad bezoekt. Een poëtisch, nostalgisch portret van de eenzaamheid, geschreven door Shelagh Delaney, naar haar eigen verhaal. Hopkins is te zien in een klein rolletje. Fotografie van Miroslav Ondricek en gemonteerd door Kevin Brownlow. Zangeres Redgrave staat centraal in Richardsons RED AND BLUE. Terwijl ze haar liedjes zingt, laat ze haar verbeelding de vrije loop en denkt ze aan de verschillende mannen in haar leven: acrobaat York, trompettist Sylvester, gitarist Raymond en miljonair Fairbanks. In zijn scenario vertelt Richardson het verhaal van een vrouw, geliefd door miljoenen, die zelf echter smacht naar liefde. De liedjes worden door Redgrave zelf gezongen, ze werden gecomponeerd door Cyrus Bassiak en van Engelse teksten voorzien door Julian More. Drie korte films met als centrale thema de onmogelijkheid van de mens om nog met iemand contact te krijgen. Het produkt van drie individualisten, die elkaar meesterlijk aanvullen.

Marat/sade

1967 | Horror

Verenigd Koninkrijk 1967. Horror van Peter Brook. Met o.a. Glenda Jackson, Patrick Magee, Brenda Kempner, Clifford Rose en Ian Richardson.

Drie Britse cineasten, Brook, Anderson en Richardson, kregen van de producent totale artistieke vrijheid om een korte film te verwezenlijken. Dat leverde drie pareltjes van zuivere experimentele filmtaal en -techniek op. THE RIDE OF THE VALKYRE van Brook gaat over de beroemde operazanger Mostel, die in Londen arriveert voor een optreden in Covent-Garden. Op weg naar de opera wordt hij overal met vertraging geconfronteerd. Hij moet zich omkleden in de taxi en loopt door de straten in het kostuum van Wodan, zonder dat hij opvalt. Hij komt net op tijd om het slotakkoord te zingen, samen met zijn invaller. Een aaneenschakeling van zuivere kolder, wat we niet gewend zijn van Brook, die ook het scenario schreef. In THE WHITE BUS van Anderson, trekt Healey in een impuls per trein naar een noordelijk stadje, waar ze terecht komt in een gezelschap dat per bus de stad bezoekt. Een poëtisch, nostalgisch portret van de eenzaamheid, geschreven door Shelagh Delaney, naar haar eigen verhaal. Hopkins is te zien in een klein rolletje. Fotografie van Miroslav Ondricek en gemonteerd door Kevin Brownlow. Zangeres Redgrave staat centraal in Richardsons RED AND BLUE. Terwijl ze haar liedjes zingt, laat ze haar verbeelding de vrije loop en denkt ze aan de verschillende mannen in haar leven: acrobaat York, trompettist Sylvester, gitarist Raymond en miljonair Fairbanks. In zijn scenario vertelt Richardson het verhaal van een vrouw, geliefd door miljoenen, die zelf echter smacht naar liefde. De liedjes worden door Redgrave zelf gezongen, ze werden gecomponeerd door Cyrus Bassiak en van Engelse teksten voorzien door Julian More. Drie korte films met als centrale thema de onmogelijkheid van de mens om nog met iemand contact te krijgen. Het produkt van drie individualisten, die elkaar meesterlijk aanvullen.

Marat/Sade

1967 | Drama, Horror

Verenigd Koninkrijk 1967. Drama van Peter Brook. Met o.a. Patrick Magee, Clifford Rose, Glenda Jackson, Ian Richardson en Brenda Kempner.

Een huiveringwekkende bewerking van het toneelstuk van Peter Weiss over de 'voorstelling' door patiënten van een Frans krankzinnigengesticht, onder regie van Markies de Sade. De lugubere sfeer is zo intens, dat je de acteurs bijna in je nek voelt ademen; schitterend geregisseerd door Brook. Zeker niet geschikt voor mensen met een zwakke maag. Het scenario is van Adrian Mitchell. Het camerawerk is van David Watkin.

Lord of the Flies

1963 | Drama, Thriller

Verenigd Koninkrijk 1963. Drama van Peter Brook. Met o.a. James Aubrey, Tom Chapin, Hugh Edwards, Roger Elwin en Tom Gaman.

Na een vliegtuigongeluk blijft een groep kinderen alleen achter op een onbewoond eiland. Ze zijn vastbesloten om te overleven, maar de zaak loopt uit de hand als sommigen blijven hopen op hulp van de beschaving en anderen de zaken wat primitiever willen aanpakken. Naar het veelgelezen boek van Nobelprijswinnaar William Golding, bewerkt door toneelregisseur Brook (The Mahabharata). Goed spel van de jonge acteurs. In smaakvol zwart-wit gefotografeerd door Tom Hollyman, eigenlijk een gerenommeerd tijdschriftfotograaf. Brook werd in Cannes genomineerd voor een Palm.

Moderato cantabile

1960 | Drama, Romantiek, Misdaad

Frankrijk​/​​Italië 1960. Drama van Peter Brook. Met o.a. Jeanne Moreau, Jean-Paul Belmondo, Didier Haudepin, Colette Régis en Pascale De Boysson.

Anne Desbar[KA2]edes (Moreau), de gefrustreerde vrouw van een industrieel (Dechamps), is bij toeval getuige van een moord-uit- hartstocht. Ze ontmoet Chauvin (Belmondo), een arbeider die de dader (Dobuzinsky) kent, en tijdens lange wandelingen samen praten ze over diens motieven. Eerst groeit geleidelijk de verliefdheid, dan bij haar het verlangen om ook gewurgd te worden. De toneelstuk van Marguerite Duras kreeg een trage, ingehouden filmvorm van toneelvernieuwer Brook. De film zou pretentieus en zonder spanning zijn zonder het onderdrukt nerveus acteren van Moreau, die in Cannes werd gelauwerd voor haar prestatie. Belmondo blijft in zijn rol een ledepop, maar hoeft ook niets méér te zijn. Het scenario van Gérard Jarlot en regisseur Brook. Het camerawerk is van Armand Thiard. Western Electric Sound System, Mono.

The Beggar's Opera

1952 | Muziek

Verenigd Koninkrijk 1952. Muziek van Peter Brook. Met o.a. Laurence Olivier, Stanley Holloway, Dorothy Tutin, Daphne Anderson en Mary Clare.

Een struikrover, die wacht op zijn terechtstelling, wordt onthaald op een toneelstuk dat gebaseerd is op zijn eigen kleurrijk bestaan. Het filmdebuut van Peter Brook is een uitstekende adaptatie van de klassieke musical van John Gay. De boef van Laurence Olivier is grote klasse, maar hij had misschien beter niet zijn eigen liedjes kunnen zingen, temeer daar anderen de stemmen van professionele zangers hebben geleend.