Solveig Ternström: cast.
Er zijn 3 films gevonden.

Luftburen

1973 | Drama

Zweden 1973. Drama van Bengt Forslund. Met o.a. Margareta Byström, Olof Lundström, Solveig Ternström, Johnny Quantz en Gunnar Ossiander.

In deze driehoeksverhouding is een luchtverkeersleider het liefdesobject van afwisselend zijn vrouw (en halfzuster) en zijn minnares, beiden zelfbewuste succesvolle vrouwen, maar hij verkiest zich op de vlakte te houden wat betreft belangstelling voor de maatschappelijke passies van de twee. Een geslaagde debuutfilm die haarfijn, soms wat te nauwgezet, twee romans van Per Wästberg weergeeft.

Troll

1972 | Erotiek

Zweden 1972. Erotiek van Vilgot Sjöman. Met o.a. Börje Ahlstedt, Solveig Ternström, Frej Lindkvist, Jan-Olof Strandberg en Acke Carlsson.

In plaats van een vroegere uitspraak dat seks doodzonde is, heeft een jong echtpaar het idee dat seks letterlijk dodelijk is. Na vijf jaar huwelijk met alleen masturbatie brengen nieuwsgierigheid en frustratie hen ertoe om het met eventueel dodelijk afloop toch maar te doen en ze merken, dat een stel dat ze in vergeefse hoop op een gezamenlijke zelfmoordactie hebben dronken gevoerd, de paring gezond overleeft. De bedoelde therapeutische humor in een pleidooi voor vrije seksbeleving komt ondanks de vitale inzet van de hoofdrollen niet echt van de grond, omdat Sjöman er wel in slaagt seks komisch te maken, maar nauwelijks aantrekkelijk. De roemruchte orgie in het bordeel met de echtgenoot en vier blote dikke operazangers die tijdens de daad RIGOLETTO galmen, is daarvoor kenmerkend.

Lyckliga skitar

1970 | Komedie, Drama

Zweden 1970. Komedie van Vilgot Sjöman. Met o.a. Bernt Lundquist, Solveig Ternström, Christer Boustedt, Lasse Werner en Gösta Wälivana.

Onbekommerde vrachtwagenchauffeur Charlie (Lundquist) wordt door de toevallige verantwoordelijkheid voor de zwangere Pia (Ternstr[KA3]om) zich zijn taak in de maatschappij bewust en verliest ondanks reeksen tegenslagen niet zijn optimisme. Een nieuwe poging van Sj[KA3]oman tot een losse filmstijl waarbij de hoofdrollen aan het scenario meeschrijven, hetgeen resulteert in verrassend spontaan acteren, waar zijn logge filmvorm over de Zweedse sociale democratie (de verheerlijking van de vakbond enz.) echter steeds een domper op drukt. Op de aftiteling staat evenwel alleen vermeld dat het scenario van regisseur Sjöman is. Het camerawerk is van Rune Ericson. De eerste film die in Super 16 mm werd geschoten om daarna opgeblazen te worden tot bioscoopformaat, 35 mm. Ericson kreeg voor deze verdienste in het filmvak in 2002 een ere-Oscar. Eastmancolor, Mono.