Ben Lewis

Poor Us - An Animated History of Poverty

Nederland 2012. Documentaire van Ben Lewis.

Love Never Dies

Verenigd Koninkrijk 2012. Drama van Simon Phillips en Brett Sullivan. Met o.a. Ben Lewis en Maria Mercedes.

Na het succes, in de jaren negentig, van de West End- en Broadway-musical The Phantom of the Opera, kwam Andrew Lloyd Webber in 2010 met een vervolg. In deze filmbewerking van dat theaterstuk zijn zangeres Christine (O'Byrne) en haar man Raoul (Gleeson) tien jaar verder. Dan kruist zij in New York onverwacht het pad van het verminkte Spook van de Opera (Lewis), met wie ze destijds een bijzondere band had. Het verhaal is niet sterk en de liedjes zullen niet lang blijven hangen, maar de acteurs zijn prima.

Your Cheatin' Heart

Verenigde Staten 1964. Muziek van Gene Nelson. Met o.a. George Hamilton, Susan Oliver, Red Buttons, Arthur O'Connell en Rex Ingram.

Eén van Hamiltons beste rollen als country-westernzanger Hank Williams die het niet kon rooien nadat hij beroemd werd in het Nashville-circuit. De liedjes werden ingezongen door Hank Williams junior. Oliver is erg treffend als Hanks vrouw.

The Honeymoon Machine

Verenigde Staten 1961. Komedie van Richard Thorpe. Met o.a. Steve McQueen, Jim Hutton, Paula Prentiss, Brigid Bazlen en Dean Jagger.

Met behulp van de boordcomputer 'Max', hopen McQueen en zijn collega's de bank van een casino te laten springen. Ze halen zich echter alleen maar moeilijkheden op de hals, maar beleven ook de nodige romantische avontuurtjes. Big-budget komedie waarbij weinig te lachen valt. McQueen is nooit een groot komisch acteur geweest en in deze film bewijst hij duidelijk waarom. Gelukkig zijn Hutton en Prentiss er nog om voor enkele geslaagde gags te zorgen. Lichte kost die onmiddellijk vergeten is, naar het scenario van George Wells, gebaseerd op het toneelstuk The Golden Fleecing van Lorenzo Semple Jr. Fotografie van Joseph La Shelle. Gedraaid in CinemaScope.

Atlantis - The Lost Continent

Verenigde Staten 1960. Sciencefiction van George Pal. Met o.a. John Dall, Joyce Taylor en Anthony Hall.

Met behulp van de boordcomputer 'Max', hopen McQueen en zijn collega's de bank van een casino te laten springen. Ze halen zich echter alleen maar moeilijkheden op de hals, maar beleven ook de nodige romantische avontuurtjes. Big-budget komedie waarbij weinig te lachen valt. McQueen is nooit een groot komisch acteur geweest en in deze film bewijst hij duidelijk waarom. Gelukkig zijn Hutton en Prentiss er nog om voor enkele geslaagde gags te zorgen. Lichte kost die onmiddellijk vergeten is, naar het scenario van George Wells, gebaseerd op het toneelstuk The Golden Fleecing van Lorenzo Semple Jr. Fotografie van Joseph La Shelle. Gedraaid in CinemaScope.

The Last Hunt

Verenigde Staten 1956. Western van Richard Brooks. Met o.a. Robert Taylor, Stewart Granger, Lloyd Nolan, Debra Paget en Russ Tamblyn.

In deze grimmige western besluit een voormalige bizonjager (Granger) rond 1880 opnieuw op pad te gaan met ene Charlie (Taylor), die even graag bizons als Indianen neerschiet. Goed geacteerde, weinig romantische film ageert tegen de zinloze, massale slachting van de dieren waarvan er anderhalve eeuw geleden tientallen miljoenen rondliepen en enkele decennia later nog maar enkele tienduizenden. Maar tijdens de opnamen, die onder meer plaats vonden in de beeldschone Badlands in South Dakota, werden ironisch genoeg de dieren echt gedood - door overheidsvertegenwoordigers die de bizonpopulatie reguleerden.

The Devil Makes Three

Verenigde Staten 1952. Thriller van Andrew Marton. Met o.a. Gene Kelly, Pier Angeli, Richard Egan, Richard Rober en Claus Clausen.

Oud-soldaat Kelly keert na WO II terug naar München om de familie te bedanken die hem destijds geholpen heeft. Hij wordt verliefd op dochter Angeli, maar raakt verstrikt in een net van neo-nazi's. Kelly liet nogmaals zijn dansschoenen staan om in deze niet overtuigende thriller de macho uit te hangen. De achtervolging waarmee de film zijn climax bereikt, is het enige wat bijblijft. Zelfs de waarschuwing voor het latente nazisme is erg verwaterd. Jerry Davis schreef het script naar een verhaal van Lawrence Bachmann, dat integraal gefilmd werd op locatie in München, Salzburg en Berchtesgaden door Vaclav Vich. De film werd geen kassucces.

The Red Badge of Courage

Verenigde Staten 1951. Historische film van John Huston. Met o.a. Audie Murphy, Bill Mauldin, John Dierkes, Royal Dano en Arthur Hunnicutt.

Murphy (in het werkelijke soldatenleven een held uit de oorlog) moet in dit Burgeroorlogdrama op de vlucht slaan, maar hij revancheert zich als een held. Naar het boek van Stephen Crane verfilmd, maar door MGM totaal kapotgesneden. Tegen Hustons wil werd de film teruggebracht naar nauwelijks een uur speeltijd. MGM wilde actie en dat zit er nu in; het is echter ten koste van de diepgang gegaan. Desondanks is het een klein meesterwerk.

Three Little Words

Verenigde Staten 1950. Musical van Richard Thorpe. Met o.a. Fred Astaire, Debbie Reynolds, Vera-Ellen, Red Skelton en Arlene Dahl.

Een doorsnee-MGM-musical over de beroemde liedjescomponisten Kalmar en Ruby en hun weg naar de roem. Aanstekelijke bezetting en prima liedjes. Scenario van George Wells. Camerawerk van Harry Jackson.

The Stratton Story

Verenigde Staten 1949. Sportfilm van Sam Wood. Met o.a. June Allyson, James Stewart, Frank Morgan, Agnes Moorehead en Bill Williams.

Stewart is prima als Monty Stratton, de baseballspeler wiens verlies van een been niet het einde betekende van een carrière. Goed spel van de hele bezetting. Jimmy Dykes en Bill Dickey spelen zichzelf. Douglas Morrow kreeg een Oscar voor zijn verhaal. Bestaat ook als computer-gekleurde versie.

Ambush

Verenigde Staten 1949. Western van Sam Wood. Met o.a. Robert Taylor, John Hodiak, Arlene Dahl, Don Taylor en Jean Hagen.

Een spoorzoeker, een Indiaan, wordt erop uit gestuurd om diep in het territorium van de Apaches een vrouw te redden. De zuster van de vrouw gaat met hem mee. Pasklare western met de Apachen tegen de Cavalerie die gered wordt door de bezetting van 'Sterren'. Dit was de laatste film van Sam Wood. Scenario van Marguerite Roberts naar een novelle van Luke Short. Camerawerk van Harold Lipstein.

Lassie Come Home

Verenigde Staten 1943. Familiefilm van Fred M. Wilcox. Met o.a. Roddy McDowall, Donald Crisp, Dame May Whitty, Nigel Bruce en Elizabeth Taylor.

Joe Carraclough woont met zijn ouders en zijn hond Lassie in een klein stadje in Yorkshire. Lassie en Joe zijn onafscheidelijk. Op een dag moet Joe's vader de hond verkopen, maar Lassie keert toch terug naar de Carracloughs. Daarom neemt haar nieuwe baasje haar mee naar Schotland. Maar zelfs daar loopt zij weg.

For Me and My Gal

Verenigde Staten 1942. Musical van Busby Berkeley. Met o.a. Judy Garland, Gene Kelly, George Murphy, Mártha Eggerth en Stephen McNally.

Voormalig tienerster Garland (The Wizard of Oz) was al een Hollywood-routinier, maar danser Kelly maakte zijn sprankelende filmdebuut in dit muzikale drama over twee vaudeville artiesten wier carrières en romantische plannen ruw worden verstoord door de Eerste Wereldoorlog. Een stuk ingetogener dan de grootse choreografieën die regisseur Berkeley eerder met bijvoorbeeld 42nd Street had gemaakt, is dit een patriottisch drama waarin een aanvankelijk sceptische artiest zich kan ontpoppen als oorlogsheld. Uitstekende liedjes en dansnummers: de muziek werd genomineerd voor een Oscar.

Love Crazy

Verenigde Staten 1941. Komedie van Jack Conway. Met o.a. William Powell, Myrna Loy, Gail Patrick, Jack Carson en Florence Bates.

Het ene misverstand na het andere in deze sterke huwelijksklucht die halverwege stoom verliest. Hoogtepunten: Powell die probeert te bewijzen dat hij gek is en Carsons maffe karakterschets als Ward Willoughby.

Mark of the Vampire

Verenigde Staten 1935. Horror van Tod Browning. Met o.a. Lionel Barrymore, Elizabeth Allan, Bela Lugosi, Lionel Atwill en Carol Borland.

Als baron Herbert na een bezoek aan baron Hersholt dood wordt aangetroffen, is zijn stoffelijk overschot bloedeloos, buitengewoon lijkwit en heeft het een spoor van een kleine halswond. De plaatselijke dokter kan slechts één diagnose stellen: er moet een vampier aan het werk geweest zijn. Het dorp raakt in paniek en voelt zich blootgesteld aan terreur. Inspecteur Atwill en vampierdeskundige Barrymore gaan op onderzoek uit. Heel leuk en intrigerend; bovendien mooi gemaakt, met een verrassend einde. Een herverfilming van Brownings zwijgende film LONDON AFTER MIDNIGHT. Scenario van Guy Endore en Bernard Schubert. Camerawerk van James Wong Howe.

Dinner at Eight

Verenigde Staten 1933. Drama van George Cukor. Met o.a. Billie Burke, Lionel Barrymore, Wallace Beery, John Barrymore en Marie Dressler.

Terwijl na de Beurskrach het scheepsbedrijf van echtgenoot Oliver (Barrymore) richting het faillissement koerst is de New Yorkse socialite Millicent (Burke) manisch bezig met de tafelschikking van haar prestigieuze dinner party. En zoals in het theaterstuk van George S. Kaufman waarop deze sublieme David O. Selznick-productie is gebaseerd houdt het decorum van de elitegasten een stroom aan drama in toom. Voor hoe lang, is de vraag. Valkuildialogen, oogstrelende Art Déco-sets en -garderobe en een droombezetting (Jean Harlow, Wallace Beery, John Barrymore) geregisseerd door meester Cukor: een Hollywoodparel, dit etentje.

The Mask of Fu Manchu

Verenigde Staten 1932. Sciencefiction van Charles Brabin en Charles Vidor. Met o.a. Boris Karloff, Lewis Stone, Karen Morley, Myrna Loy en Charles Starrett.

Een ingewikkelde griezelfilm over een krankzinnige Chinees, Karloff, die een expeditie naar het graf van Ghengis Khan in gevaar brengt. Veel poespas en hocus-pocus, maar leuk. Loy speelt een exotische dame, in een van haar rollen vóór haar Thin Man-avonturen. Scenario van Irene Kuhn, Edgar Allan Woolf en John Willard naar een roman van Sax Rohmer. Camerawerk van Tony Gaudio.

Tarzan the Ape Man

Verenigde Staten 1932. Avonturenfilm van W.S. Van Dyke. Met o.a. Johnny Weissmuller, Maureen O'Sullivan, Neil Hamilton, C. Aubrey Smith en Doris Lloyd.

Johnny Weissmuller is dé definitieve Tarzan. Hij was de uitvinder van de Tarzan-yell en hij kon beter zwemmen dan de krokodillen! Deze eerste van Weissmullers twaalf Tarzanfilms, volgt het boek van geestelijk vader Edgar Rice Burroughs redelijk getrouw. Hierin ontmoet Jane Tarzan voor het eerst, en zien we het beroemde taallesje 'Me Tarzan, you Jane', dat niet precies zo blijkt te gaan, maar dat moet u zelf maar zien. De film heeft zijn foutjes en is bij vlagen behoorlijk racistisch, niettemin is Tarzan the Ape Man een avonturenklassieker van formaat.

Trader Horn

Verenigde Staten 1931. Avonturenfilm van W.S. Van Dyke. Met o.a. Harry Carey, Edwina Booth, Duncan Renaldo, Olive Golden (Carey) en Mutia Omoolu.

Een vroege klassieke geluidsfilm grotendeels opgenomen in Afrikaanse oerwouden. De film is nog steeds een opwindend avonturenverhaal over de plaatselijke handelaar Carey die last heeft van vijandige zwarte bewoners.