Lillian Rich: cast.
Er zijn 7 films gevonden.

Mark of the Spur

1932 | Western

Verenigde Staten 1932. Western van J.P. McGowan. Met o.a. Bob Custer, Lillian Rich, Franklyn Farnum, Bud Osborne en Blackie Whiteford.

Een magere western, door Frederick Chapin geschreven, met Custer op jacht naar bandieten. een big 4-western van producent Burton King; deze maatschappij zou dat jaar verdwijnen.

Once a Lady

1931 | Drama, Romantiek

Verenigde Staten 1931. Drama van Guthrie McClintic. Met o.a. Ruth Chatterton, Ivor Novello, Jill Esmond, Theodore von Eltz en Bramwell Fletcher.

De titel slaat op Chatterton, die zich voor man en kind dood houdt tot zij twintig jaar later weer met haar verleden wordt geconfronteerd. Het verhaal van Rudolf Bernauer en Rudolf Oesterreicher doet een beetje denken aan de betere MADAME X, waarin Chatterton twee jaar eerder te zien was. Goed, maar gedateerd.

The Phantom Horseman

1924 | Western

Verenigde Staten 1924. Western van Robert North Bradbury. Met o.a. Jack Hoxie, Lillian Rich, Neil McKinnon, Wade Boteler en William McCall.

Sheriff Jack Hoxie zit achter een geheimzinnige bandiet aan. Als blijkt dat de broer van zijn meisje de gezochte bandiet is, is er een probleem. In laatste instantie wordt dat op een voor een western aparte wijze opgelost: door zelfmoord! Een thema waarmee in dit genre voorzichtig werd omgegaan, gezien vaak de jonge fans. In werkelijkheid zouden twee western-sterren zelfmoord plegen: in 1925 Lester Cuneo en 55 jaar later Don Red Barry. Isadore Bernstein was de scenariste en Merritt B. Gerstad de cameraman.

The Man From Wyoming

1924 | Western

Verenigde Staten 1924. Western van Robert North Bradbury. Met o.a. Jack Hoxie, Lillian Rich, William Welsh, Claude Payton en Ben Corbett.

William Welsh bezit een schapenranch; Jack Hoxie is zijn voorman. De buurman is een veerancher en die wordt vermoord door William Welsh, maar deze weet de schuld te geven aan Jack, die nu weer zijn onschuld moet bewijzen en daarbij steun ondervindt van de dochter van Welsh. Isadore Bernstein bewerkte het boek Wyoming, A Story Of The Outdoor West van William MacLeod Raine. Cameraman was Merritt Gerstad.

The Bearcat

1922 | Western

Verenigde Staten 1922. Western van Edward Sedgwick. Met o.a. Hoot Gibson, Lillian Rich, Charles French, Joe Harris en Alfred Hollingsworth.

Hoot is de Bearcat, een zwervende cowboy die in een stadje aankomt. Hij wordt maatjes met de sheriff, French, en redt Rich het leven. Dat levert hem een baan op op de ranch van Rich's vader. Rich blijkt verloofd te zijn met een studiegenoot van haar broer. Die blijkt echter problemen te hebben: hij wordt gechanteerd door een meisje met wie hij een korte verhouding heeft gehad. Hoot moet alles oplossen. George Hively schreef het script naar een verhaal van Frank Buckley, en Charles Kaufman stond achter de camera.

Man to Man

1922 | Western

Verenigde Staten 1922. Western van Stuart Patton. Met o.a. Harry Carey, Lillian Rich, Charles Le Moyne, Harold Goodwin en Willis Robards.

Een ongewoon begin voor een western, waarin Carey de zoon is van een rijke rancher. Hij trekt naar de Zuidzee-eilanden, waar hij een vrouw redt uit handen van een Rus. De vrouw sterft en pa kort daarna; deze liet zijn ranch aan zijn zoon na. Hij keert terug, maar velen zien hem liever gaan dan komen en vóór hij de zaak onder controle heeft, moet er heel wat af-geknokt worden. George Hull bewerkte de roman van Jackson Gregory. William Thornley deed het camerawerk.

Catch My Smoke

1922 | Western

Verenigde Staten 1922. Western van William Beaudine. Met o.a. Tom Mix, Lillian Rich, Claude Peyton, Gordon Griffith en Harry Griffith.

Een boze verrassing wacht Mix, als hij uit Frankrijk terugkeert na daar als soldaat gevochten te hebben in WO I. De ranch van zijn vader is door Lillian Rich geërfd, omdat pa dacht dat zijn zoon gesneuveld was. Louche figuren proberen Rich weg te krijgen om de ranch zelf te bemachtigen. Voldoende te doen dus voor Tom in Jack Strumwassers scenario, gebaseerd op het boek Shoe Bar Stratton van Joseph Bushnell Ames. William Beaudine maakte in dat jaar zijn regiedebuut wat betreft hoofdfilms, na in 1915 al met korte films begonnen te zijn. Dit was zijn tweede hoofdfilm.