Yehia Chahine: cast.
Er zijn 3 films gevonden.

Al Ard

1968 | Drama

Egypte 1968. Drama van Youssef Chahine. Met o.a. Mahmoud El-Méligui, Nagwa Ibrahim, Ezzat El-Alayli, Hamdi Ahmed en Yehia Chahine.

Het dagelijkse leven van de boeren in een Egyptisch dorpje in jaren 1930-1940 verloopt rustig, totdat de officieel toegestane irrigatietijd van tien dagen - die al ontoereikend geacht werd - teruggebracht wordt tot vijf dagen. Iedereen komt in opstand. De leiders van het volk worden gevangen gezet, vernederd en mishandeld, terwijl de aarde sterft. Er worden meharisten gestuurd om de boeren te onderwerpen, maar dezen sluiten zich bij hen aan. Dat gegeven wordt dan weer gekoppeld aan het verhaal over een magnaat die dwars door de akkers een weg wil aanleggen die aan de voet van zijn paleis moet uitkomen. Er ontstaan opnieuw ongeregeldheden. Uiteindelijk komen de geregelde ordetroepen in actie. Ze vernielen de oogst en vermoorden de dorpsoudste, die door iedereen gerespecteerd werd. In dit groots opgezette fresco worden zeer charmante intimistische scenes afgewisseld door epische en gewelddadige scenes die de spanning erin houden, zoals de vernieling door de dorpelingen van de dijken die de overheid aangebracht heeft. De invloed van de Russische film (Eisenstein, Poudovkine) is duidelijk, maar verlamt de regisseur zeker niet. Zijn film wordt gedragen door een constante inspiratie en beschikt als produktie over een zeldzame kracht, terwijl de aarde een levend personage wordt, dat ademhaalt en lijdt en terwijl er een zeer fraai portret van Abdel Halim Nasr neergezet wordt. De film is fascinerend, van de even zichtbare als hoorbare zachte beginmelodie bij de aankomst van het kind uit de stad tot de intense en onvergetelijke finale en de bebloede handen van de grijzaard die de witte katoenbloemen rood kleurt. Ongetwijfeld nog steeds het meesterwerk van deze regisseur. De film is een bewerking van de gelijknamige roman van Abderrahman Cherkaoui (1954), die over de hele wereld vertaald werd.

Sayedet al kitar

1952 | Drama

Egypte 1952. Drama van Youssef Chahine. Met o.a. Leïla Mourad, Yehia Chahine, Emad Hamdi, Zeinab Sedki en Serag Mounir.

Een onwaarschijnlijk en nauwelijks na te vertellen melodrama, waarin sprake is van een jonge vrouw die in vijftien jaar twee keer sterft en weer opstaat, haar dochter die haar na zoveel tijd niet meer herkent, terwijl zij toen in dezelfde fabriek werkten, een rijke echtgenoot en industrieel die bij het gokken enorme bedragen verliest die niet van hem zijn en die, wanneer hij zijn vrouw terugziet, haar in een afgelegen huis verstopt teneinde de premie van de levensverzekering te kunnen opstrijken, een treinontsporing, een brand, genoemde echtgenoot die geld steelt uit een liefdadigheidsfonds en daarmee naar het casino gaat, waar hij een zo idioot bedrag wint dat hij gek (!!) wordt en zich in een open liftschacht werpt (tot grote tevredenheid van iedereen, inclusief de kijker). Voeg aan deze ratjetoe, hèt voorbeeld van de destijds in Egypte populaire film, scènes in de stijl van de Amerikaanse musical toe, een onnozel loflied op de industrialisatie, veel andere liederen en twee typische thriller- scènes. Wat rest is de buitengewoon knappe montage. Niet veel dus.

Ebu el Nil

1951 | Drama

Egypte 1951. Drama van Youssef Chahine en Neirooz Abdel Malek. Met o.a. Faten Hamama, Yehia Chahine, Choukri Sarhane, Mahmoud el-Meligui en Samiha Tewfik.

Er was heel wat moed voor nodig om een dergelijk scenario te verfilmen! Of hoe een jongen die sinds zijn jeugd verliefd is op treinen na een geweldadige familieruzie moet trouwen met het meisje bij wie hij een kind heeft verwekt. Ontgoocheld vlucht hij per trein, zijn vrouw rent hem achterna, valt flauw op het spoor terwijl er een andere trein aankomt en wordt op het nippertje gered door haar teruggekeerde echtgenoot! Vervolgens krijgt ze een aanval van catalepsie en denkt haar man dat ze dood is. Hij gaat weg om Cairo en de daar heersende corruptie te ontdekken (het is Byzantijns!). Hij komt in de gevangenis terecht en na zijn straf uitgezeten te hebben, keert hij naar het dorp terug. Bij aankomst redt hij een kind van de verdrinkingsdood (het kind blijkt niemand anders te zijn dan zijn zoon) en vindt vervolgens zijn knappe vrouw springlevend terug. Happy end. Afgezien van het gevoel van ontsteltenis dat deze `draak` veroorzaakt, is het een ongelijkmatige en veel te lange film. Het is de tweede film van deze regisseur wiens werk zich eveneens op het tweede plan bevindt, maar het is slechts een co-produktie. Toch geen verachtelijke film, want hij portretteert op rechtvaardige en eerbiedige wijze de klasse van de fellahs (kleine boeren) die toen nog algemeen werden geminacht door de bourgeoisie.