Raymond Queneau: cast, scenario en schrijver.
Er zijn 3 films gevonden.

Le désordre à vingt ans

1967 | Historische film, Biografie

Frankrijk 1967. Historische film van Jacques Baratier. Met o.a. Antonin Artaud, Jacques Audiberti, Arthur Adamov, Simone de Beauvoir en Roger Blin.

Zou volgens de cineast als ondertitel mee moeten hebben gekregen 'chronique germano-pratine'. Op basis van beelden, die gedurende de opwindende jaren 1947 en 1948 in Saint-Germain-des-Prés werden gemaakt, interviewt de maker de acteurs twintig jaar later, met de bedoeling de nogal opgejaagde jeugd van toen te portretteren. Een merkwaardig mozaïek en tegelijkertijd een tamelijk origineel experiment. Bovendien de getuigenis van een plaats en een tijdperk van hen die erbij waren.

Zazie dans le métro

1960 | Komedie

Frankrijk​/​​Italië 1960. Komedie van Louis Malle. Met o.a. Catherine Demongeot, Philippe Noiret, Hubert Deschamps, Carla Marlier en Annie Fratellini.

Speelse komedie over een bijdehand negenjarig meisje uit de provincie (Demongeot) dat vastbesloten is de metro te bezoeken tijdens haar logeerpartij bij haar oom in Parijs. Eenmaal in de lichtstad weet ze te ontsnappen en, terwijl de halve stad achter haar aanzit, beleeft ze de meest hilarische avonturen met Parijs anno jaren vijftig als onweerstaanbare apenkooi. Gedateerd en naïef maar nog steeds zeer vermakelijk dankzij de typische woordgrappen van Raymond Queneau - de schrijver van het bronboek - en de razend rappe enscenering van cineast Louis Malle op locatie in Parijs.

La mort en ce jardin

1956 | Avonturenfilm, Drama

Frankrijk​/​​Mexico 1956. Avonturenfilm van Luis Buñuel. Met o.a. Simone Signoret, Georges Marchal, Charles Vanel, Michèle Girardon en Michel Piccoli.

Tijdens de Mexicaanse revolutie vlucht een klein groepje Fransen vanuit een garnizoensplaats het oerwoud in. Honger en ontberingen in de jungle brengen hun ware aard en conflicten boven, zodat slechts twee met een vliegtuigwrak kunnen ontsnappen. De film is de beste uit Buñuels gedwongen 'commerciële' periode dankzij een sterk scenario - waaraan Raymond Queneau meeschreef - dat in de persoon van de hypocriete priester (Piccoli) alle kansen geeft aan het anticlericalisme van de regisseur.