Robert Vattier: cast.
Er zijn 21 films gevonden.

La mouche bleue

1989 | Komedie

Frankrijk 1989. Komedie van Jean-Paul Sassy. Met o.a. Christian Alers, Danielle Croisy, Gaby Sylvia, Robert Vattier en Albert Medina.

In het toneelstuk van Marcel Aymé wordt de draak gestoken met vooral de Amerikaanse zakenwereld. Het is niet zijn beste produktie maar toch de moeite waard vanwege een paar momenten met satire van niveau. Door de vlakke en stijve regie blijft in de verfilming alleen het goede en harmonieuze spel overeind.

Le Mouton

1960 | Komedie, Misdaad

Frankrijk 1960. Komedie van Pierre Chevalier. Met o.a. Fernand Raynaud, Danielle Lebrun, Jean-Pierre Ma, Kay en Patricia Karim.

Een sullige politieman wordt in de cel gesloten met een beruchte bandiet. Samen ontsnappen ze en beroven ze een spaarbank. Hoewel hij de politie tijdig heeft ingelicht, wordt de agent per ongeluk met de echte gangster verward en wordt hij weer in de cel gestopt, waaruit zijn makker hem dan komt bevrijden. Een lamlendig geregisseerde politiekomedie waarin door Raynaud zó overdreven onnozel wordt geacteerd, dat geërgerde verbazing over waar hij zijn succes in 's hemelsnaam aan te danken heeft het resultaat is.

Les Jeux de l'amour

1959 | Komedie

Frankrijk 1959. Komedie van Philippe de Broca. Met o.a. Jean-Pierre Cassel, Geneviève Cluny, Jean-Louis Maury, Maria Pacôme en Jeanne Pérez.

Een jonge antiquaire wil een kind van haar minnaar, maar deze schrikt terug voor de verantwoordelijkheid. Een al lang in stilte verliefde buurman probeert zijn kans te grijpen. Dit debuut van De Broca onder supervisie van Chabrol charmeert door de speelse stijl en de spontaniteit van de acteurs. Opnieuw gefilmd als UNE FEMME EST UNE FEMME.

Houla-Houla

1958 | Komedie

Italië​/​​Frankrijk 1958. Komedie van Robert Darène. Met o.a. Fernand Raynaud, Georges Rivière, Rita Gianuzzi, Maea Flohr en Noël Roquevert.

Een dorpsonderwijzer wordt door een administratieve vergissing overgeplaatst naar Tahiti. Daar wordt hij door een misverstand tot een huwelijk gedwongen met een inheemse schone, terwijl hij nota bene thuis een verloofde heeft en zijn beste vriend op Tahiti verliefd is op zijn bruid. Door de prentbriefkaartfotografie en de folkloristische zang en dans wordt deze flauwe komedie een klein beetje gered. De film is vooral bedoeld als vehikel voor de Franse theaterkomiek, aan wie in deze film niet te zien is waarom hij zo succesvol is.

Les Truands

1956 | Komedie, Misdaad, Romantiek

Frankrijk 1956. Komedie van Carlo Rim. Met o.a. Junie Astor, Lucien Baroux, Eddie Constantine, Robert Dalban en Héléna Manson.

De 101-jarige voorzitter van een gangstervakbond zoekt uit vele kandidaten een waardige opvolger, nadat die eerst enkele proeven van bekwaamheid hebben moeten afleggen. Deze satirische gangsterkomedie in episoden, met te vaak valse humor zonder meer, is slechts bij vlagen écht geestig.

Lettres de mon moulin

1954 | Komedie

Frankrijk 1954. Komedie van Marcel Pagnol. Met o.a. Roger Crouzet, Pierrette Bruno, Serge Davin, Michel Galabru en Arius.

Schrijver Alphonse Daudet koopt een molen in de Provence en observeert de belevenissen van dorpsbewoners. LES TROIS MESSES BASSES: een priester raffelt in de kerstnacht de missen af zodat hij snel aan het kerstdiner kan beginnen, maar sterft aan indigestie. L'ÉLIXER DE PÈRE GAUCHER: in een abdij waar de monniken nauwelijks te eten hebben, brouwt een pater een drankje waarvan overmatig gebruik gevolgen heeft. LE SECRET DE MAÎTRE CORNILLE: de meeltransporten van een arme molenaar geven het dorp gespreksstof. LE CURÉ DE CUCUGNAN: een priester vertelt hoe hij in een droom opzoek ging naar zijn schaapjes; eerst in de hemel en toen in de hel. Veel ironie en warmte in de onderhoudende milieuschetsen van de aan regisseur Pagnol verwante auteur Daudet, maar het geheel is wat aan de lange kant. De film had destijds een exportversie zonder raamvertelling, die 30m korter was.

Manon des sources

1952 | Komedie

Frankrijk 1952. Komedie van Marcel Pagnol. Met o.a. Jacqueline Pagnol, Raymond Pellegrin, Rellys, Robert Vattier en Christian Lude.

Na de dood van een Provençaalse boer heeft de concurrent een waterbron omgeleid zodat hij de boerderij met dorre akkers voor een zacht prijsje kon kopen. De dochter woont sindsdien in een berggrot en neemt wraak door de bron te stelpen die voor de watertoevoer in het hele dorp zorgt. Dit simpele verhaal wordt verteld in een film van uitzonderlijke lengte die met zóveel tragi-komische observaties en kleurrijke personages is volgestopt dat de aandacht geen moment verslapt.

Massacre en dentelles

1951 | Komedie, Misdaad

Frankrijk 1951. Komedie van André Hunebelle. Met o.a. Raymond Rouleau, Anne Vernon, Thilda Thamar, Maurice Teynac en John Kitzmiller.

Een Franse journalist in Venetië heeft meer aandacht voor de toeristische genoegens dan voor zijn reportagewerk en krijgt door de hoofdredacteur een fotograaf toegewezen die hem tot de orde moet roepen. Daardoor belandt hij in een verwarrende moordaffaire waarin hijzelf maar net het vege lijf redt. Deze persiflerende gangsterfilm steunt vooral op de spitsvondige dialogen - van Michel Audiard - waarbij de vormgeving fantasieloos achterblijft. Venetië en de actrices zijn fotogeniek in deze ondanks de vele moorden weinig pittige film.

Le crime du Bouïf

1951 | Komedie

Frankrijk 1951. Komedie van André Cerf. Met o.a. Champi, Pierre Jourdan, Fernand Fabre, Jean Gaven en Frédérique Nadar.

Bewerking van een misdaadkomedie van de schrijvers Mouézy- Eon en La Fouchardière. De vierde en laatste film van Cerf en evenals de andere drie de moeite waard vanwege de rolbezetting, met name in de bijrollen.

L'étrange Madame X

1951 | Drama

Frankrijk 1951. Drama van Jean Grémillon. Met o.a. Michèle Morgan, Henri Vidal, Maurice Escande, Arlette Thomas en Robert Vattier.

De vrouw van een rijke Parijse uitgever gaat door voor haar eigen dienstmeisje om een grote liefde te beleven met een meubelmaker. Ze bevalt heimelijk van een dochter die doodgaat tijdens de Nieuwjaarsnacht, terwijl de moeder onverstoorbaar doorgaat met het spelen van haar rol. Uiteindelijk verlaat de meubelmaker haar. Grémillon waardig, wordt dit delicate thema hier met gevoel, subtiliteit en fijngevoeligheid behandeld, maar ook met een ontnuchterende ironie. Uitstekend camerawerk van Lewis Page, de geliefde medewerker van Grémillon. Scenario van Marcelle Maurette.

Le roi

1949 | Komedie

Frankrijk 1949. Komedie van Marc-Gilbert Sauvajon. Met o.a. Annie Ducaux, Sophie Desmarets, Jacqueline Noëlle, Maurice Chevalier en Alfred Adam.

`Nieuwe` versie van de film uit 1936 van Pierre Colombier, maar nu met Chevalier in de hoofdrol als Jean de Vierde, koning van Cerdagne, die de industrieel en afgevaardigde in de volksvertegenwoordiging Bourdier (Adam) bezoekt naar aanleiding van een uitnodiging voor een jachtpartijtje en zich compromitteert met diens vrouw Youyou (Desmarets). Boudier troost zich echter allang met Jeans voormalige ma[KA4]itresse Th[KA1]er[KA2]ese Marnix (Ducaux). Boudier is misschien een illusie armer over zijn echtgenote, maar daarvoor in de plaats krijgt hij een ministerspost. Oorspronkelijk een succesvolle boulevardklucht uit 1908 en als herverfilming een mislukking, niet in de laatste plaats door Chevalier, die ongeschikt is voor de rol. Het scenario is van Gaston Arman de Caillavet en Emmanuel Arène, die het toneelstuk van Robert de Flers bewerkten. Het camerawerk is van Robert Le Febvre. Ruim een halve eeuw later heftig gedateerd en oubollig.

Si jeunesse savait

1947 | Fantasy, Komedie

Frankrijk 1947. Fantasy van André Cerf. Met o.a. Jules Berry, Suzet Maïs, Saturnin Fabre, Jean Tissier en Paul Azaïs.

Een dramatische komedie met een afgezaagde fantasie als thema. De genius zit gevangen in een fles, komt vrij en verleent zijn weldoener de mogelijkheid zijn leven opnieuw te beginnen. Uiteenlopende maar weinig originele en weinig interessante verwikkelingen. In de filmische aanpak is dan ook alleen aandacht aan de acteurs besteed. Zij zijn het die in werkelijkheid de film maken en zeker geldt dat ook voor de bijzonder goede bijrollen, kenmerkend voor de Franse film van destijds.

Le couple idéal

1945 | Avonturenfilm, Komedie

Frankrijk 1945. Avonturenfilm van Bernard Roland. Met o.a. Hélène Perdrière, Denise Grey, Annette Poivre, Simone Signoret en Raymond Rouleau.

Het is 1912: de gevierde sterren uit een populaire filmserie komen tot leven en gaan in werkelijkheid ook een serie spelen. Roland is nou niet bepaald een sterregisseur en Rouleau speelt alsof-ie op het toneel staat in deze klucht. Gelukkig wordt er veel goed gemaakt door de andere acteurs, het goede scenario van André Cayatte en het uitstekende camerawerk van Claude Renoir.

Cabassou

1945 | Komedie

Frankrijk 1945. Komedie van Gilles Grangier. Met o.a. Micheline Francey, Henry Vilbert, Fernandel, Gerlatta en Henri Poupon.

Gilles Grangier was in hoofdzaak uit op commercieel succes, laten we dat vooropstellen. Oppervlakkige regie, die wat betreft thema, decors en vooral de acteurs desondanks naar meer doet verlangen.

Le dernier des six

1941 | Avonturenfilm, Mysterie, Thriller

Frankrijk 1941. Avonturenfilm van Georges Lacombe. Met o.a. Pierre Fresnay, André Luguet, Jean Chevrier, Lucien Nat en Jean Tissier.

De verfilming van de bekroonde roman [KL]Six hommes morts[KLE] van S.A. Steeman (Prix du roman d`aventures 1931). Dit uitstekende misdaadverhaal over zes vrienden die bij een spel een groot bedrag hebben gewonnen en elkaar beloven na vijf jaar weer samen te komen met hun fortuinen, verdwijnen een voor een onder verdachte omstandigheden. De politie begint een onderzoek... De film heeft veel profijt van de opmerkelijke bewerking (inclusief het scenario) en dialogen op naam van Clouzot. Ook de zeer realistische decors van Andreiew vallen op. Fresnay, die de hoofdrol van Meneer Wens heeft, stelde zich toen nog niet zo aan. De beste van de vier versies dankzij het scenario waardoor het een genre-model is geworden, trouw aan de letter en de geest van het boek. De film heeft een fletse en duistere sfeer. Verbluffend acteerwerk met als extraatje de verschijning van een nog totaal onbekende Carol, die een klein rolletje in haar eerste film speelt.

Monsieur Brotonneau

1939 | Komedie

Frankrijk 1939. Komedie van Marcel Pagnol. Met o.a. Raimu, Marguerite Pierry, Josette Day, Robert Vattier en Pierre Feuillère.

Deze verfilming van een komedie van Robert de Flers en Gaston Arman de Caillavet (oef!) is slecht werk van Pagnol. Men kan zowel spreken van een relatieve mislukking als van een relatief succes. Het is de verfilming van een stuk dat al in 1939 niet fris meer was. Het is desondanks het spel - geweldig zoals altijd bij Pagnol - dat de boel redt.

La femme du boulanger

1938 | Komedie

Frankrijk 1938. Komedie van Marcel Pagnol. Met o.a. Raimu, Ginette Leclerc, Fernand Charpin, Robert Vattier en Édouard Delmont.

Bakker Aimable Castanier, ontroostbaar dat zijn jongere echtgenote ervantussen is met een herder, weigert brood te bakken tot ze terugkeert. Het dorp waar hij net zijn nerinkje heeft opgezet beweegt hemel en aarde om hem weer zijn heerlijke fougasse te laten kneden. Zeer vrije Jean le Bleu-adaptatie, naar Provence-meesterchroniqueur Jean Giono (1895-1970), is een sublieme Zuid-Franse 'Pagnolade' van melodrama en tragikomedie. Raimu ontroert als Joris Goedbloed, de kleurrijke nevenpersonages zingen Giono's warme Provençaals. Groots: de scène waarin verdrietige niet-drinker Aimable op het dorpscaféterras aan de Pernod gaat.

Le Schpountz

1937 |

Frankrijk 1937. Marcel Pagnol. Met o.a. Fernandel, Orane Demazis, Enrico Glori, Fernand Charpin en Léon Bélières.

Een naïeve kruideniersbediende droomt van filmroem en opnamen in zijn dorp brengen dat ideaal dichterbij. Voor de grap brengt men hem in de waan van de 'grote ontdekking', maar als hij werk en familie verlaat en naar Parijs gaat blijkt zijn contract niets voor te stellen. Pagnol maakte er wel een lang Fernandel- vehikel van, maar het kijkje in de keuken van de vooroorlogse cinema is zowel geestig als interessant. Het scenario is van Pagnol en achter de camera stonden Roger Ledru, Willy en Hanri Daries.

César

1936 | Drama

Frankrijk 1936. Drama van Marcel Pagnol. Met o.a. Raimu, Pierre Fresnay, Orane Demazis, André Fouché en Fernand Charpin.

Na de dood van Panisse (Fernand Charpin) hoort de volwassen Césariot (André Fouché) wie zijn echte vader is en gaat hem opzoeken. Na jaren op zee heeft Marius (Pierre Fresnay) inmiddels een garage in Toulon, waar zijn vrienden de onbekende jongeman in de maling nemen en zijn vader als een gevaarlijke bandiet afschilderen. Deel drie van de trilogie (eerdere delen Marius en Fanny) werd door schrijver Pagnol zelf verfilmd met een meer geloofwaardige stijl dan in eerdere delen, al is zijn scenario een wat geforceerde en overbodige poging om zijn personages alsnog in een happy ending te verenigen.

Fanny

1932 | Komedie

Frankrijk 1932. Komedie van Marc Allégret. Met o.a. Raimu, Pierre Fresnay, Orane Demazis, Fernand Charpin en Robert Vattier.

Vervolg op Marius (1931): als de jonge held na jaren op zee terugkomt in Marseille, is zijn geliefde getrouwd met een oudere weduwnaar die ook zijn zoon heeft geadopteerd. Het heroveren van zijn gezin mislukt en hij gaat weer varen. Pagnol schreef het scenario van deze film, die de humor mist van het eerste deel van zijn trilogie: de melodramatische emoties zijn langdradig en theatraal verfilmd. Regie-assistenten waren Yves Allegret, Pierre Prévert en Eli Lotar. In 1961 opnieuw gefilmd.

Marius

1931 | Komedie

Frankrijk 1931. Komedie van Alexander Korda. Met o.a. Raimu, Pierre Fresnay, Orane Demazis, Fernand Charpin en Robert Vattier.

Marius (Fresnay), de zoon van de Marseillaanse havencaféhouder César (Raimu), wil naar zee. Noch zijn vader, noch de liefde van zijn buurmeisje Fanny (Demazis) kan hem weerhouden. Zij verzwijgt haar zwangerschap om zijn ideaal niet in de weg te staan. Het eerste deel van een beroemde toneeltrilogie van Marcel Pagnol, die zelf het scenario naar zijn eigen toneelstukken schreef, werd mooi verfilmd, al zijn de contrasten tussen de studiodecors en de locaties een tikje opzichtig. Maar de humor, het oprechte sentiment en het goede spel houden de film fier overeind. Vervolgen: Fanny (1932) en César (1936).