Harold Arlen: muziek.
Er zijn 7 films gevonden.

A Star Is Born

1954 | Musical, Drama

Verenigde Staten 1954. Musical van George Cukor. Met o.a. Judy Garland, James Mason, Jack Carson, Charles Bickford en Tom Noonan.

Van alle A Star Is Born-films was dit muzikale drama lange tijd de beroemdste. Vooral vanwege de hoofdrol van Judy Garland, de voormalige kindster die verslaafd en suïcidaal was en jaren niet gewerkt had, maar schitterde in deze film, die daarom ook wel A Star Is Reborn genoemd werd. Ze speelt actrice en zangeres Esther Blodgett, die ontdekt wordt door de alcoholistische filmster Norman Maine (Mason). Esther neemt de werknaam Vicki Lester aan en stijgt snel op de populariteitsladder. Norman zakt juist, wat de liefdesrelatie die de twee krijgen niet vergemakkelijkt. Zes Oscarnominaties, twee minder dan de versie uit 2018 met Lady Gaga.

Macao

1952 | Avonturenfilm, Film noir

Verenigde Staten 1952. Avonturenfilm van Josef von Sternberg. Met o.a. Robert Mitchum, Jane Russell, William Bendix, Gloria Grahame en Thomas Gomez.

Een warrige, maar visueel verbluffende, film noir waarin niemand is wie hij lijkt te zijn. De ongewone personages ontmoeten elkaar in het labyrint van speelhuizen, hotels, straten en kaden van de Portugese kolonie uit de titel aan de Chinese zuidkust. Mitchum en Russell zijn de twee tegenspelers die destijds heel wat volk naar de zalen lokten. Hun samenspel is zo volmaakt dat het je geen bal kan schelen dat je het verhaal niet kunt volgen. Zoals altijd goochelt Von Sternberg met licht en schaduw en de metaforische scène op de kaden behoort tot de grote klassieke momenten van de zevende kunst. Bernard C. Schoenfeld en Stanley Rubin bewerkten het verhaal van Bob Williams. De aantrekkelijke fotografie was in handen van Harry J. Wild. Nicholas Ray draaide een aantal retakes nadat de post- productie uit handen was genomen van Von Sternberg.

Casbah

1948 | Musical, Drama, Thriller

Verenigde Staten 1948. Musical van John Berry. Met o.a. Yvonne De Carlo, Tony Martin, Peter Lorre, Marta Toren en Hugo Haas.

Deze herverfilming van ALGIERS als musical is niet slecht gedaan. De liedjes van Leo Robin en Harold Arlen en de kleurrijke productie dragen daartoe bij. Lorre is uitstekend als vastberaden politieman die achter Martin aanzit in de Casbah.

Star Spangled Rhythm

1942 | Musical

Verenigde Staten 1942. Musical van George Marshall. Met o.a. Bing Crosby, Ray Milland, Bob Hope, Veronica Lake en Dorothy Lamour.

Een met sterren afgeladen buitenissige film van Paramount, volgepropt met liedjes en schetsen, zonder verbindende draad. Onder de goede nummers: 'That Old Black Magic' en 'Time To Hit The Road To Dreamland'

At the Circus

1939 | Komedie, Muziek

Verenigde Staten 1939. Komedie van Edward Buzzell. Met o.a. Groucho Marx, Chico Marx, Harpo Marx, Margaret Dumont en Eve Arden.

De eigenaar van een klein circus dreigt bankroet te gaan wanneer zijn eigen schuldeiser hem berooft. Loophole Pirelli en Punchy (Groucho, Chio en Harpo) gaan op zoek naar de dief wat uiteraard gepaard gaat met hun gepatenteerde slapstick. De virtuoze Marx Brothers hebben hier misschien de komische timing als in Duck Soup (1933) en A Night at the Opera (1935)maar zijn nog steeds een klasse apart met de sublieme fysieke humor van Harpo als hilarisch hoogtepunt. (VM/VPRO Gids)

The Singing Kid

1936 | Musical, Komedie

Verenigde Staten 1936. Musical van William Keighley. Met o.a. Al Jolson, Sybil Jason, Edward Everett Horton, Lyle Talbot en Allen Jenkins.

Een doorsnee musical, alleen voor fans van Jolson die min of meer zichzelf speelt in een dwaas verhaal over opgesmukte liefdesavontuurtjes. Muzikale optredens van Cab Calloway, Wini Shaw, The Yacht Club Boys en met een 'blackface'-nummer tot slot.

Gold Diggers of 1937

1936 | Musical, Komedie

Verenigde Staten 1936. Musical van Lloyd Bacon. Met o.a. Dick Powell, Joan Blondell, Glenda Farrell, Victor Moore en Lee Dixon.

De derde GOLD DIGGERS-film heeft nauwelijks een verhaallijn. Het gaat over enkele vertegenwoordigers in verzekeringen die een Broadway-show financieel willen steunen. Gelukkig is choreograaf Busby Berkeley weer aanwezig om de film te redden door zijn sprookjesachtige balletten, die de toeschouwer keer op keer verbazen door de fantasie waarmee die man te werk gaat. Powell wordt weer bijgestaan door Blondell. Voor de deze keer minder sterke songs tekenden niet alleen Harry Warren en Al Dubin, maar ook Harold Arlen en E.Y. Harburg. Arthur Edeson hanteerde de camera. Met de volgende GOLD DIGGER IN PARIS (1938) zou de reeks afgesloten worden.