Galliano Juso: productie.
Er zijn 3 films gevonden.

Benzina

2001 | Actiefilm, Drama

Italië 2001. Actiefilm van Monica Stambrini. Met o.a. Maya Sansa, Regina Orioli en Luigi Maria Burruano.

Somber liefdesverhaal over twee jonge vrouwen, die op het eerste gezicht niet bij elkaar horen. Stella runt een benzinepomp waar Lenni, op de vlucht voor een burgerlijk leven, zich bij haar aansluit. Een knetterende relatie is het gevolg. Totdat een dramatische gebeurtenis de verhouding plotseling onder zware druk zet. Benzina is met veel bravoure gemaakt; wat ontbreekt is de nuance. Het hemelse karakter van de liefde wordt te makkelijk geplaatst tegenover de beperkingen die de maatschappij oplegt.

Cinque giorni di tempesta

1997 | Komedie, Drama

Italië 1997. Komedie van Francesco Calogero. Met o.a. Roberto De Francesco, Massimo Reale, Amanda Sandrelli, Karin Prioa en Chiara Caselli.

De aanstaande dienstplichtige Giovanni ontmoet in het verre Bolzano de eenzame, want net door haar vriend in de steek gelaten Loredana, die hij kort daarna weer uit het oog verliest. In Bolzano heeft Giovanni verder weinig meer te zoeken; de kazerne mag hij nog niet in omdat hij vijf dagen te vroeg arriveerde. Wat let hem dus om Loredana op te sporen. Het is het begin van een lange reis dwars door Italië met tragikomische ontmoetingen met vrienden en vriendinnen uit het verleden. Naast een meeslepend verhaal biedt de film een reeks metaforen die - zo meldde een enthousiaste Italiaanse criticus - een verrassend beeld geven van de desolaatheid van de Italiaanse jeugd. Eerder werk van Calogero werd vertoond op het Rotterdamse Filmfestival.

lo Zio de Brooklyn

1995 |

Italië 1995. Franco Maresco en Daniele Ciprì. Met o.a. Bruno di Benedetto, Camillo Conti, Luigi Cinà, Rosario Carollo en Antonino Bruno.

De eerste professionele speelfilm van de Palermitanen is een mafiaverhaal vol cinefiele verwijzingen (van de western tot Pasolini) en narratieve onregelmatigheden, al ligt er wel een verhaal aan ten grondslag. Het landschap is dat van de randen van de voorsteden van Palermo. Twee mafiosi (gespeeld door twee dwergen) vragen een treurige familie die uit louter mannen bestaat, om in het geheim een 'boss' te ontvangen die terugkeert op Sicilië. Ze moeten iedereen vertellen dat het hun oom uit Amerika is. De man is met zijn broodmager en zwijgzaam voorkomen een angstaanjagende verschijning. Hij lijkt werkelijk van zeer ver te komen, misschien meer nog wat betreft tijd dan plaats - zio (oom) lijkt op Dio (God). Tussen de mafia-oorlogen door worden er voorbereidingen getroffen voor een feest rond een levend standbeeld van San Polifemo, wiens glazen oog het embleem van de film vormt. Vervolgens zijn er weerzinwekkende spookbeelden, larf-achtige personen, Napolitaanse zangers, meedogenloze killers, boeren die hun ezels prostitueren ten behoeve van obsessieve, gehandicapte pornomanen: allemaal overblijfselen van het mensdom. Ze leven in het landschap van het vagevuur vlak voordat het opgeheven wordt, voordat deze laatste mensen toegelaten zullen worden in het paradijs. Eenmaal in het paradijs aangekomen, dansen ze hun kinderlijke dans voordat ze opgezogen worden door een soort zwart gat, een plek waar alles definitief verloren gaat.