Günther Junghans

Sperling und das große Ehrenwort

Duitsland 2000. Misdaad van Sybille Tafel en Sibylle Tafel. Met o.a. Dieter Pfaff, Gesche Tebbenhof, Achim Grubel, Felix Eitner en Anna Böttcher.

Abgehauen

Duitsland 1998. Drama van Frank Beyer. Met o.a. Peter Lohmeyer, Karoline Eichhorn, Peter Donath, Ann-Kathrin Kramer en Uwe Kockisch.

Polizeiruf 110: Bullerjahn

Duitsland 1993. Misdaad van Manfred Stelzer. Met o.a. Kurt Böwe, Uwe Steimle, Jörg Gudzuhn, Günther Junghans en Irene Kleinschmidt.

Gemoedelijke koddebeier met de rang van Kriminalhauptkommissar Kurt Groth (B[KA3]owe) krijgt na de Duitse hereniging versterking uit het Westen door de komst van Kriminalhauptkommissar Jens Hinrichs (Steimle), die vergeleken met Groth nog maar een broekie is. Niet alleen dat Hinrichs in een glanzend nieuw karretje met de nodige pk`s rijdt, maar hij gebruikt ook nog de computer en bedient zich van de nieuwste opsporingstheorie[KA3]en. Groth bekijkt zijn eerzuchtige, jonge collega met de nodige scepsis en maakt zich zorgen of hij wel in dit wereldje past. De eerste zaak, waarover zij zich moeten buigen is het dumpen van goedkoop vee, afkomstig van diefstal uit het Westen, dat de plaatselijke veehouders naar de rand van de afgrond drijft. Uwe Jahn (Gudzuhn), een rauwe bonk, staat hoog op het lijstje van de verdachten en zou voor de bende werken, die het allemaal organiseert. De zelfmoord van Nils L[KA3]udeking (Kranzkowski), een jonge boer, verergert de toestand en de veehouders worden ongeduldig, vatten zelf de koe bij de hoorns door het recht in eigen hand te willen nemen. Groth en Steimle vullen elkaar goed aan en laten tenslotte het recht zegenvieren voordat de situatie uit de hand loopt. Fraai portret van het Oostduitse platteland en het zeer ongelijk duo smerissen komt heel aardig uit de verf. Het camerawerk is van David Sláma. Aflevering 158, de eerste nadat de ARD de serie onder zijn hoede had genomen. Böwe en Steimle zouden samenwerken tot de dood van Groth, waarna diens rol werd overgenomen door Jürgen Schmidt als Hauptkommissar Holm Diekman. Hinrichs maakt geen promotie, maar zijn collega Diekman is even hoog in rang. Hij kreeg dus niemand boven zich.

Go Trabi go 2

Duitsland 1992. Komedie van Wolfgang Büld en Reinhard Klooss. Met o.a. Wolfgang Stumph, Marie Gruber, Claudia Schmutzler, Rolf Zacher en Uwe Friedrichsen.

Door het onverwachte, internationale succes van de eerste film, was de verleiding te groot om een vervolg te maken. Als het gezin Struutz, vader Udo (Stumph), moeder Rita (Gruber) en dochter Jacqueline (Schmutzler) van hun avontuurlijke reis naar Itali[KA3]e terugkomen in Bitterfeld zijn er twee verrassingen. Hun woning moet plaatsmaken voor een golfterrein en ze hebben een fabriek ge[KA3]erfd in de buurt van Dresden, waar tuinkabouters met rode mutsen worden gemaakt. Helaas dreigt het bedrijf failliet te gaan als er niet heel snel [KA1]e[KA1]en miljoen mark op tafel komt. Corrupte burgemeester Kuhn (Friedrichsen) staat te popelen om het terrein te pakken te krijgen en ten eigen bate tegen een zeer hoge prijs te verkopen als pijlergrond voor een autobaanviaduct. Komt een wessi, ordinaire drifter Charlie (Zacher) met een grote Amerikaanse slee, die ossi Udo een snelcursus kapitalisme geeft, terwijl Rita zich laat benevelen door de charme van de inhalige Kuhn en dochter Jacqueline zich in het wilde nachtleven van Dresden stort. Oh, ja skinheads slopen de oude blauwe Trabi van de familie Stuutz. Deze film, die ingehaald werd door satirische tv-programma's wat de parodieën aangaat, bewijst dat het bij de eerste film had moeten blijven, tenzij je over frisse ideeën beschikt - dat kwam later in 2003 met GOOD BYE LENIN van Wolfgang Becker met Daniel Brühl en Katrin Sass. GO TRABI GO 2 wordt vooral gekenmerkt door langdraderigheid en gebrek aan samenhang en spontaniteit, ondanks het feit dat de rollen leuk trachten te zijn. Het scenario is van regisseur Klooss en Stefan Cantz. Het camerawerk is van Axel Block.

Martin Luther: Hier stehe ich

Oost Duitsland 1983. Biografie van Kurt Veth. Met o.a. Ulrich Thein, Daniel Minetti, Friedo Solter, Otto Mellies en Hartmut Puls.

Duitsland 1521. Tot ongenoegen van de kerkleiders geniet Martin Luther (Thein) een groeiende populariteit bij de gelovigen met zijn eigenzinnige theorie[KA3]en. Keizer Karel (Minetti) daagt hem persoonlijk voor het gerecht. Er wordt hem opgedragen zijn geschriften publiekelijk te verloochenen en ze uit de handel te bannen. Hij weigert, maar vraagt toch gehoord te worden alvorens hem te veroordelen. Erg didactische verhandeling over het proces van Keizer Karel versus Luther, knap maar verschrikkelijk statisch in beeld gebracht. Vooral Thein is uitstekend in zijn veeleisende rol. De overvloed aan diepzinnige dialogen zal echter velen afschrikken. Vooral voer voor theologen, geschreven door Hans Kohlus en Heide Hess. Erich Gusko stond aan de camera.