Mag-Avril (1899-1985): cast.
Er zijn 16 films gevonden.

La cuisine au beurre

1963 | Komedie

Frankrijk​/​​Italië 1963. Komedie van Gilles Grangier. Met o.a. Fernandel, Bourvil, Claire Maurier, Mag-Avril en Andrex.

Een Franse krijgsgevangene wordt na de bevrijding doodgewaand, maar is in werkelijkheid een nieuw leven begonnen met een gemoedelijke Oostenrijkse. Als na tien jaar haar man uit Rusland terugkomt, keert de Fransman terug naar zijn eerste vrouw. Die is ondertussen ook hertrouwd, met een man uit Normandië die van een Provençaals restaurant een Normandische herberg heeft gemaakt. De enige film met grote komieken Fernandel en Bourvil samen is toch een teleurstelling, door de matte regie en het scenario dat uitsluitend steunt op de vete tussen de Provence en Normandië, die voor Frankrijk afgezaagd is en daarbuiten nietszeggend.

Les Lâches vivent de l'espoir

1961 | Drama

Frankrijk 1961. Drama van Claude Bernard-Aubert. Met o.a. Françoise Giret, Gordon Heath, Aram Stephan, Mag-Avril en Hervé Watkine.

Een Franse studente wordt verliefd op een neger en krijgt te maken met latent racisme in haar milieu. Dit leidt tot dramatische conflicten wanneer ze zwanger wordt. Pas na de geboorte van de baby verzoent ze zich met haar geliefde. Dit simpele, maar zinnige thema gaat bijna verloren in de modieus- pretentieuze vormgeving, de literaire dialoog en de gezochte cameravoering die stijlloos uitpakt. Onderwerp en spel breken af en toe toch door alle franje heen.

L' Imprevisto

1961 | Drama, Thriller

Italië​/​​Frankrijk 1961. Drama van Alberto Lattuada. Met o.a. Anouk Aimée, Tomas Milian, Raymond Pellegrin, Jeanne Valerie en Jacques Morel.

De hebzucht van een jonge leraar brengt hem tot het beramen van een kidnap. Hij wordt daarbij geholpen door een vroegrijpe leerlinge en zijn vrouw. Haar frustraties over steriliteit uiten zich in moedergevoelens voor de ontvoerde baby waarvan ze geen afstand wil doen. De film bevat elementen van het psychologisch drama en van de thriller: voor het laatste zijn de suspense-effecten te sporadisch en te bekend en voor het eerste blijft in elk geval de tekening van de anti-held erg aan de oppervlakte. Milian doet niettemin zijn best en Aimée is ronduit schitterend als zijn tragische echtgenote.

Boulevard

1960 | Drama

Frankrijk 1960. Drama van Julien Duvivier. Met o.a. Jean-Pierre Léaud, Monique Brienne, Magali Noël, Pierre Mondy en Jacques Duby.

Eén jaar na Truffauts Nouvelle Vague-mijlpaal Les 400 coups draaide vakman-van-de-oude-stempel Duvivier (Pépé le Moko, La Bandera) met Boulevard zijn eigen Léaud-kroniek van een moeilijke jeugd. In de Parijse rosse buurt Pigalle moet de 16-jarige Jojo (Léaud) zich vrijwel alleen staande houden. Rotte stiefmoeder, flutbaantjes, armoede, dubieus gezelschap, liefde en andere misère krijgen hem er echter nét niet onder. Ouderwets goed scénario en béton, een natuurlijk spelende Léaud, treffend volkse nevenrollen en de prachtige fotografie van Roger Dormoy leveren een laat maar fraai poëtisch-realistisch staaltje qualité française op.

Le Chômeur de Clochemerle

1957 | Komedie

Frankrijk 1957. Komedie van Jean Boyer. Met o.a. Fernandel, Maria Mauban, Ginette Leclerc, Rellys en Henri Vilbert.

Een werkloze staat zijn mededorpelingen bij als onbetaald klusjesman, maar wordt door anderen als een luie nietsnut beschouwd en met de nek aangekeken. Als hij een diefstal uit het kerkofferblok oplost, wordt hij de held van het dorp. Deze voorspelbare komedie met Fernandel op herhalingsoefening ontleent de plaatsnaam in de titel aan een eerdere succesroman en -film, maar bevat de satirische elementen daarvan niet. De film kent wel enkele aardige scènes.

Zaza

1956 | Musical, Komedie

Frankrijk 1956. Musical van René Gaveau. Met o.a. Lilo de la Passadière, Maurice Teynac, Robert Dalban, Albert Dinan en Dominique Page.

Een revue-ster heeft vele aanbidders, maar zelf wordt ze verliefd op een industrieel die zijn huwelijk voor haar verzwijgt. Ze kiest er dan voor uitsluitend voor haar carri[KA2]ere te leven. De al eerder in Hollywood en Itali[KA3]e verfilmde stof krijgt in deze nieuwe versie weinig oorspronkelijks mee, afgezien van het temperamentvolle optreden van `Lilo` (die in 1953 op Broadway de ster was in Cole Porters Canan).

Une Fille sur la route

1951 | Musical, Komedie

Frankrijk 1951. Musical van Jean Stelli. Met o.a. Georges Guétary, Liliane Bert, Robert Pizani, Robert Seller en Léonore Aubert.

Een succesvolle zanger wil aan zijn fans ontsnappen tijdens een door hem incognito gehouden vakantie. Hij komt in contact met een aantrekkelijke liftster met wie hij naar de camping gaat. Daar wordt het meisje ingesponnen door een chique oplichter. Deze simpele musical werd zonder enige verve of fantasie geregisseerd en was uitsluitend gericht op de toenmalige aanhang van zanger Guétary.

Foyer perdu

1951 | Komedie

Frankrijk 1951. Komedie van Jean Loubignac. Met o.a. Gaby Morlay, Aimé Clariond, Guy Repp, Claude Nicot en Jacqueline Dor.

Een huistiran verstoot zijn zoon als deze met diens zwangere vriendin moet trouwen. Zijn echtgenote onthult dan dat de jarenlange huisvriend de eigenlijke vader is en zij gaat met haar vriend samenwonen, tot de geboorte van het kleinkind tot algehele verzoening leidt. Deze boulevardkomedie volgens beproefd recept steunt ook in verfilming geheel op de soms geestige dialogen en wordt met flair, evenwel te theatraal geacteerd.

Ma pomme

1950 | Komedie, Musical

Frankrijk 1950. Komedie van Jean Boyer. Met o.a. Maurice Chevalier, Sophie Desmarets, Véra Norman, Jean Wall en Jane Marken.

Een clochard blijkt onverwacht mede-erfgenaam van een enorm fortuin. Zijn nieuwe status en de mentaliteit van de andere erfgenamen staan hem zo tegen dat hij van de erfenis zou afzien als hij daarmee niet een meisje benadeelde dat door geldgebrek niet met haar verloofde kan trouwen. Ook bij haar veroorzaakt het geld echter een kloof met de jonge echtgenoot. Deze meer sentimentele dan geestige komedie met de simpele en conformistische moraal dat geld niet gelukkig maakt, heeft een pasklare sterrol voor Chevalier die sindsdien het titellied op zijn repertoire zou houden.

Demain, nous divorçons

1950 | Komedie

Frankrijk 1950. Komedie van Louis Cuny. Met o.a. Sophie Desmarets, Jean Desailly, Jean Gaven, Armand Bernard en Denise Grey.

Van een temperamentvol jong echtpaar dreigen de partners elkaar bij ieder conflict met scheiding, om zich vervolgens met des te meer vuur te kunnen verzoenen - tot het een keer ernst lijkt te worden. Vlak voor de scheiding ontmoeten de echtelieden elkaar bij toeval met nieuwe partners in Deauville. Deze met slapstick-elementen versierde komedie werkt ondanks zijn simpelheid aanstekelijk door de animo van de acteurs. Magali Noël debuteert als de prille verleidster die het op de echtgenoot heeft voorzien.

La Belle que voilà

1949 | Drama, Muziek

Frankrijk 1949. Drama van Jean-Paul Le Chanois. Met o.a. Michèle Morgan, Henri Vidal, Bernard Lancret, Ludmilla Tchérina en Jean Debucourt.

Een balletdanseres bekostigt haar opleiding door voor schilders model te staan en krijgt verscheidene aanbidders. Een jaloezie-uitbarsting doet haar Ware Liefde achter de tralies belanden en zijzelf houdt een niet operatief te verwijderen kogel bij haar hart, die haar fataal wordt als ze desondanks weigert met dansen op te houden. Het smartlappige scenario naar de roman van Vicki Baum kreeg een onderkoelde regie en vertolking, maar boeit alleen in de balletscènes, waarin Morgan zich tamelijk overtuigend weet te weren.

Si ça peut vous faire plaisir

1948 | Komedie

Frankrijk 1948. Komedie van Jacques Daniel-Norman. Met o.a. Mona Dol, Ketty Kerviel, Jackie Rollin, Mag-Avril en Fernandel.

Het klassieke verhaal van de driehoeksverhouding met Fernandel die de minnaar van de vrouw van zijn vriend wordt. Een lompe kluchtige komedie met matige dialogen, speciaal geschreven voor een zich vreselijk aanstellende Fernandel. Voor hem was de regisseur niet meer dan een soort van bijfiguur.

Sergyl et le dictateur

1948 | Komedie

Frankrijk 1948. Komedie van Jacques Daroy. Met o.a. Paul Meurisse, Liliane Bert, Arlette Merry, Christiane Sertilange en Gaby Bruyère.

Verwikkelingen rond de geheimzinnige verdwijning van een dictator in Zuid-Amerika. Sergyl (Meurisse) gaat op effici[KA3]ente wijze te werk. Deze acteur is dus dankzij Jacques Schenk, bijgenaamd Jacques Daroy (1896-1963) de held van vescheidene succesvolle films uit die tijd. Ongetwijfeld bestemd voor een publiek van 8 tot 80 jaar maar het ontbreekt de film niet aan een venijnig soort humor die zich nergens iets van aantrekt. Meurisse speelt later in dezelfde stijl in de serie MONOCLE van Georges Lautner.

Deux Amours

1948 | Musical, Muziek, Romantiek

Frankrijk 1948. Musical van Richard Pottier. Met o.a. Simone Valère, Louise Sylvie, Jeanne Fusier-Gir, Geneviève Morel en Christiane Barry.

Een lichte, komische operette, op maat gemaakt voor Rossi, die hier een dubbelrol voor zijn rekening neemt. Twee broers wonen in een dorpje en ruzi[KA3]een om hetzelfde meisje. De een is een briljante amateurzanger (hier is Rossi geheel zichzelf), de ander verdwijnt als clown in een reizend circus omdat hij minder begiftigd is (Rossi is hier onverteerbaar). Een film die alleen te pruimen is voor liefhebbers van dit soort gezang (er blijft weinig anders over...)

La Dernière chevauchée

1947 | Drama

Frankrijk 1947. Drama van Léon Mathot. Met o.a. Mireille Balin, Paulette Dubost, Jacques Dumesnil, Philippe Hersent en Pierre Cressoy.

Mathot was en beroemde acteur ten tijde van de zwijgende film. Vanaf 1928 probeerde hij naam te maken als regisseur. Het ontbrak hem zeker niet aan talent. Deze film mist echter alle kracht door de melodramatische stijl; net als het stoffige toneelstuk van Leopold Gomez La Rançon waar de film naar gemaakt is. Het verhaal is ook nog zeer onwaarschijnlijk. Een Marokkaanse kolonist wordt eerst gek, dan krijgt hij zijn verstand weer terug en ga zo maar door. Ook bekend als LE CAID.

Inspecteur Sergil

1946 | Misdaad, Komedie

Frankrijk 1946. Misdaad van Jacques Daroy. Met o.a. Paul Meurisse, Liliane Bert, Véra Maxime, Vittorio Marino en Mag-Avril.

Een bewerking van de roman van Jacques Rey waarin inspecteur Sergil uiteraard de dader van drie misdaden ontmaskert. Hij wordt ook terzijde gestaan door een charmante dame. Doet denken aan het fameuze koppel Nestor Burma-Hélène Châtelein, de oogappels van Léo Malet. Ondanks die misdaden is eerder sprake van een humoristisch toontje dankzij Paul Meurisse, aan wie deze film veel te danken heeft.