Iva Janzurová: cast.
Er zijn 5 films gevonden.

Mach, Sebestová a kouzelné sluchátko

2001 | Animatie, Komedie, Fantasy, Familiefilm

Tsjechië​/​​China 2001. Animatie van Václav Vorlícek. Met o.a. Robert Hájek, Kristýna Kvétová, Stella Zázvorková, Jan Bochnák en Vanda Hybernová.

Ene bene

2000 |

Tsjechië 2000. Alice Nellis. Met o.a. Iva Janzurová, Leos Sucharípa, Theordora Remundová, Vladimír Javorský en Martina Musilová.

Eerste speelfilm van de Tsjechische regisseuse Alice Nellis doet door de losse verhaalstructuur en het sfeervolle tempo denken aan de (vroege) films van Milos Forman en Jirí Menzel. Met een mozaïek van vaak humoristische anekdotes relativeert Nellis de rol van de politiek in het post-communistische Tsjechoslowakije. Centraal staat literatuurstudente Jana, die zonder veel animo deel uitmaakt van een verkiezingscomité. Haar vader doet intussen of hij te ziek is om te gaan stemmen, tot grote ergernis van malief, die oproept tot politiek besef. Ene bene werd op filmfestivals in Tsjechië en Italië uitbundig geprezen en bekroond.

Rosa, das Schutzgespenst

1994 | Familiefilm, Horror

Tsjechië 1994. Familiefilm van Vera Plívova-Simková, Drahomíra Králová en Vera Plívová-Simková. Met o.a. Iva Janzurová, Karolina Posplsilóv en Iva Janzurova.

Jana (Posplsil[KA1]ov) is bang voor haar eigen schaduw. Als zij met haar beste vriendin die zich door niets laat afschrikken in het keldergewelf zit, ziet Jana een spook. Haar onverschrokken vriendin ziet niets. Jana leert het spook kennen; het is Rosa (Janzurová). Ze was ooit een meisje van de leeftijd van Jana. Ze raken bevriend en samen gaan ze de hele klas helpen met hun problemen, en zo wordt Jana een heldin in de ogen van haar klasgenootjes. Aardige film voor kijkertjes die pas naar school gaan en dezelfde angsten en vrezen hebben. Het scenario is van Jana Prochazková en Halima Palovská.

Coz takhle dát si spenát?

1977 | Komedie, Misdaad, Sciencefiction

Tsjechoslowakije 1977. Komedie van Václav Vorlícek. Met o.a. Vladimír Mensík, Jirí Sovák, Michal Kocourek, Ondrej Hach en Iva Janzurová.

Twee gauwdieven en een fantast met een dwangneurose stelen de bouwtekeningen van een apparaat waarmee men bij oudere koeien door bestraling de melkproduktie opvijzelt. Ze bouwen de installatie na en openen in een Inter-hotel een schoonheidssalon, waarmee ze rijke buitenlandse toeristes een verjongingskuur verkopen. Alles loopt op dolkomische wijze uit de hand. De nodige aktie, behoorlijk spel in een ouderwetse Oost-Europa-lachfilm uit de donkere dagen van het Bresjnev-tijdperk.

Kocár do Vidne

1966 | Oorlogsfilm

Tsjechoslowakije 1966. Oorlogsfilm van Karel Kachyna. Met o.a. Iva Janzurová, Jaromir Hanzlík en Ludek Munzar.

Als WO II (1939-45) ten einde loopt maken twee jonge Wehrmachtsoldaten zich uit de voeten en willen van bezet (en geannexeerd) Tsjecho-Slowakije vluchten naar Wenen wat niet al te ver is. Omdat een van hen (Munzar) zwaar gewond is, vorderen ze de wagen van een jonge vrouw (Janzurov[KA1]a) en dwingen haar hen te vervoeren. Onderweg bezwijkt de soldaat aan zijn verwondingen en zijn kameraad (Hanzl[KA1]ik) begraaft hem langs de kant van de weg. Uitgeput valt de soldaat neer en moet rusten. De vrouw stort zich op hem om te stompen, want haar echtgenoot was door Duitse soldaten gefusilleerd, maar haar aanval verandert in een liefkozing, want beiden, gefrustreerd als de onvrijwillige lustobjecten van perverse macht, hunkeren naar gewone genegenheid, die geen vijandigheid kent. De volgende morgen worden zij uit ruw hun slaap gewekt door ongeregelde partizanen, die de soldaat doodschieten en haar als moffenhoer bestempelen. Als de `verzetshelden` weg zijn, laadt de vrouw het dode lichaam op haar wagen en diep bedroefd keert huiswaarts om haar minnaar te begraven. De film werd in het premi[KA2]ere jaar bekroond op het festival van Karlovy Vary, maar toen in 1968 de Praagse Lente door de inval van de Warschaupactroepen onder aanvoering van de Sovjet-Russen definitief voorbij was, werd de film wegens zijn kritiek op het `heldhaftige` verzet verboden door de communisten die weer in het zadel geholpen waren (en nog ruim twintig jaar bleven zitten). De film ging nauwelijks in roulatie, ook niet in het buitenland, maar het is een integer gemaakt werk dat geloofwaardig en realistisch gespeeld wordt. Het uitstekende scenario is van Jan Procházka en de sombere maar passende zwart-wit beelden zijn van Josef Illík.