Ezzat El-Alayli: cast.
Er zijn 2 films gevonden.

Al Ikhtiyar

1970 | Misdaad

Egypte 1970. Misdaad van Youssef Chahine. Met o.a. Soad Hosni, Ezzat El-Alayli, Seif El-Dine, Youssef Chahine en Youssef Wahbi.

Twee tweelingbroers lijken als twee druppels water op elkaar. De ene is een beroemde en invloedrijke schrijver; de andere is een aardige, onconventionele schilder en zeeman. De politie ontdekt een lijk dat ge[KA3]identificeerd wordt als het lichaam van de tweede, die zich tijdens zijn onbezorgde leven erg aangetrokken voelde tot de vrouw van de eerste. Er wordt een onderzoek uitgevoerd: de eerste broer wordt verdacht, maar dan duikt het slachtoffer plotseling weer springlevend op! De zaak wordt geseponeerd, maar [KA1]e[KA1]en van de rechercheurs heeft zo zijn bedenkingen: waarom ziet niemand de twee broers ooit samen? Wie is wie? Wie speelt de rol van wie? Wie wordt er uiteindelijk in een dwangbuis gestopt en naar een tehuis gesleept? Laten we toegeven dat de film te kampen heeft met een te gemakkelijk scenario en een te afgezaagd thema: tweelingen en dubbelgangers. Voor de rest gaat het om een zeer knappe thriller met een zeer fris tempo, waarin bijzonder goed gespeeld wordt en waarin terloops aandacht besteed wordt aan het probleem van de schizofrenie. Het geheel is enigszins onsamenhangend, maar gezien de lengte van de film vragen we ons af of de bekeken versie wel compleet is. Daar valt namelijk aan te twijfelen. In ieder geval had Chahine zijn Carthaagse onderscheiding niet voor deze film moeten krijgen, maar voor de vorige: AL ARD (die de jury te geëngageerd vond?).

Al Ard

1968 | Drama

Egypte 1968. Drama van Youssef Chahine. Met o.a. Mahmoud El-Méligui, Nagwa Ibrahim, Ezzat El-Alayli, Hamdi Ahmed en Yehia Chahine.

Het dagelijkse leven van de boeren in een Egyptisch dorpje in jaren 1930-1940 verloopt rustig, totdat de officieel toegestane irrigatietijd van tien dagen - die al ontoereikend geacht werd - teruggebracht wordt tot vijf dagen. Iedereen komt in opstand. De leiders van het volk worden gevangen gezet, vernederd en mishandeld, terwijl de aarde sterft. Er worden meharisten gestuurd om de boeren te onderwerpen, maar dezen sluiten zich bij hen aan. Dat gegeven wordt dan weer gekoppeld aan het verhaal over een magnaat die dwars door de akkers een weg wil aanleggen die aan de voet van zijn paleis moet uitkomen. Er ontstaan opnieuw ongeregeldheden. Uiteindelijk komen de geregelde ordetroepen in actie. Ze vernielen de oogst en vermoorden de dorpsoudste, die door iedereen gerespecteerd werd. In dit groots opgezette fresco worden zeer charmante intimistische scenes afgewisseld door epische en gewelddadige scenes die de spanning erin houden, zoals de vernieling door de dorpelingen van de dijken die de overheid aangebracht heeft. De invloed van de Russische film (Eisenstein, Poudovkine) is duidelijk, maar verlamt de regisseur zeker niet. Zijn film wordt gedragen door een constante inspiratie en beschikt als produktie over een zeldzame kracht, terwijl de aarde een levend personage wordt, dat ademhaalt en lijdt en terwijl er een zeer fraai portret van Abdel Halim Nasr neergezet wordt. De film is fascinerend, van de even zichtbare als hoorbare zachte beginmelodie bij de aankomst van het kind uit de stad tot de intense en onvergetelijke finale en de bebloede handen van de grijzaard die de witte katoenbloemen rood kleurt. Ongetwijfeld nog steeds het meesterwerk van deze regisseur. De film is een bewerking van de gelijknamige roman van Abderrahman Cherkaoui (1954), die over de hele wereld vertaald werd.