Peter Haskell

Once You Meet a Stranger

Verenigde Staten 1996. Thriller van Tommy Lee Wallace. Met o.a. Jacqueline Bisset, Theresa Russell, Robert Desiderio, Gretchen Wyler en Neil Vipond.

Robot Wars

Verenigde Staten 1993. Sciencefiction van Albert Band. Met o.a. Don Michael Paul, Barbara Crampton, Lisa Rinna, Danny Kamekona en James Staley.

De producenten van ROBOT JOX lieten een kloon volgen, met een zelfs nog magerder plot. Een enorme cybernetische vechtmachine (in de vorm van een schorpioen) wordt gekaapt met, naar later blijkt, slechte bedoelingen. De goeden vinden in een opslagruimte een soortgelijk mechanisch monster en nemen het mee in de strijd tegen de slechten. Een korte, saaie schermutseling, die de korte film besluit.

Maid For Each Other

Verenigde Staten 1992. Komedie van Paul Schneider. Met o.a. Nell Carter, Dinah Manoff, Joyce Van Patten, Garrett Morris en Robert Costanzo.

Tibby Bloom (Manoff) is een aantrekkelijke, jonge weduwe met een berg schulden. Haar moeder Leila (Van Patten) raadt haar aan zo snel mogelijk een rijke vent aan de haak te slaan om uit de financi[KA3]ele problemen te geraken, maar Tibby wil op eigen benen staan. Het probleem is echter dat Tibby niets kan behalve geld uitgeven, feesten organiseren en kasten vullen met mooie kleren. Zwarte popzangeres Jasmine Jones (Carter) die de reputatie geniet van een grote heks en een bullebak voor haar personeel, zoekt juist een huishoudster. Tibby overwint haar trots en neemt het ondankbare baantje aan. Nauwelijks in een dag huis bij Jasmine wordt er `s morgens het lijk van Jasmine`s ex, Harold gevonden. Jasmine heeft niets met zijn dood te maken en begrijpt niet hoe hij bij haar in zo`n levenloze toestand kon opduiken. De twee vrouwen slepen het zielloze lichaam van Harry naar diens flat en wissen alle mogelijke sporen. De volgende ochtend is het stoffelijke overschot er weer. Beide vrouwen besluiten de daders op te sporen, want ze beseffen dat de politie geen enkel geloof zal hechten aan hun verhaal. Het duurt niet lang of de sterke arm zit ook op hun hielen. De combinatie Manoff en Carter leek een veelbelovend idee voor een komedie, maar het scenario van Rob Gilmer en Andrew Smith is zo slecht dat er nauwelijks film is voor een halve spoel van L & H-lengte (18 minuten). Voor de rest is het afzien of gewoon afhaken. Te flauw voor woorden. Producenten Les Alexander en Don Enright waren voor de gelegenheid ook nog uitvoerend producent met Dinah Manoff om zo meer geld te toucheren van de artiestenorganisaties en dat heeft hen waarschijnlijk meer opgebracht dan de reële inkomsten uit deze domme film. Het allerleukste aan deze film is wellicht de woordspeling in de titel over de twee botsende karakters, die gaan samenwerken. Het camerawerk is van David Plann.

Columbo: Murder can be hazardous to your health

Verenigde Staten 1991. Thriller van Daryl Duke. Met o.a. Peter Haskell, George Hamilton en Peter Falk.

Tibby Bloom (Manoff) is een aantrekkelijke, jonge weduwe met een berg schulden. Haar moeder Leila (Van Patten) raadt haar aan zo snel mogelijk een rijke vent aan de haak te slaan om uit de financi[KA3]ele problemen te geraken, maar Tibby wil op eigen benen staan. Het probleem is echter dat Tibby niets kan behalve geld uitgeven, feesten organiseren en kasten vullen met mooie kleren. Zwarte popzangeres Jasmine Jones (Carter) die de reputatie geniet van een grote heks en een bullebak voor haar personeel, zoekt juist een huishoudster. Tibby overwint haar trots en neemt het ondankbare baantje aan. Nauwelijks in een dag huis bij Jasmine wordt er `s morgens het lijk van Jasmine`s ex, Harold gevonden. Jasmine heeft niets met zijn dood te maken en begrijpt niet hoe hij bij haar in zo`n levenloze toestand kon opduiken. De twee vrouwen slepen het zielloze lichaam van Harry naar diens flat en wissen alle mogelijke sporen. De volgende ochtend is het stoffelijke overschot er weer. Beide vrouwen besluiten de daders op te sporen, want ze beseffen dat de politie geen enkel geloof zal hechten aan hun verhaal. Het duurt niet lang of de sterke arm zit ook op hun hielen. De combinatie Manoff en Carter leek een veelbelovend idee voor een komedie, maar het scenario van Rob Gilmer en Andrew Smith is zo slecht dat er nauwelijks film is voor een halve spoel van L & H-lengte (18 minuten). Voor de rest is het afzien of gewoon afhaken. Te flauw voor woorden. Producenten Les Alexander en Don Enright waren voor de gelegenheid ook nog uitvoerend producent met Dinah Manoff om zo meer geld te toucheren van de artiestenorganisaties en dat heeft hen waarschijnlijk meer opgebracht dan de reële inkomsten uit deze domme film. Het allerleukste aan deze film is wellicht de woordspeling in de titel over de twee botsende karakters, die gaan samenwerken. Het camerawerk is van David Plann.

Columbo: Caution: Murder Can Be Hazardous To Your Health

Verenigde Staten 1991. Mysterie van Daryl Duke. Met o.a. Peter Falk, George Hamilton, Peter Haskell, Penny Johnson en Ricky Najera.

Hamilton is een succesvolle tv-presentator van een programma à la Opsporing verzocht, waarin hij met behulp van de kijkers misdaden oplost. Ooit had zijn collega Haskell gehoopt het programma te mogen doen en sedert het moment dat hem die gelegenheid zijn neus voorbij ging, koestert hij uit jaloezie een ziekelijke wrok. Hij vindt een pornovideo waarop Hamilton te zien is. Vervolgens wordt Haskell, die een notoire kettingroker was, dood in zijn woning aangetroffen. Bij het daarop volgende onderzoek vindt Columbo dat er aan een hartaanval een vies luchtje zit. Ondanks de wat sleetse formule is deze eigentijdse aflevering nog steeds van degelijke kwaliteit. Scenario van Patricia Ford, Sonia Wolf en Shelby Rose.

Child's Play 3

Verenigde Staten​/​​Verenigd Koninkrijk 1991. Horror van Jack Bender. Met o.a. Justin Whalin, Perrey Reeves, Jeremy Sylvers, Travis Fine en Dean Jacobson.

Na drie delen is de moorddadige, roodharige pop Chucky uitgegroeid tot een cultverschijning in het horrorgenre. In dit derde deel wordt het jongetje Andy (Whalin) dat acht jaar geleden met Chucky een duivels cadeau kreeg, nog steeds niet met rust gelaten. Andy is nu zestien en leerling aan een militaire academie en dat leidt tot wat pathetisch aandoende TAPS- toestanden. De speciale poppeneffecten zijn goed, maar splatter-liefhebbers komen slechts sporadisch aan hun trekken. Het scenario is van Don Mancini, die zich uiteraard op zijn eerdere personages baseerde.

Child's Play 2

Verenigde Staten 1990. Horror van John Lafia. Met o.a. Alex Vincent, Jenny Agutter, Gerrit Graham, Brad Dourif en Christine Elise.

Iedereen was verbaasd dat een film met de volgende opzet een grote hit zou worden: roodharige plastic pop genaamd Chuck is bezeten door geest van moordenaar en probeert lichaam van jongen over te nemen. Na het succes vond niemand het gek dat er vervolgen kwamen. De verhaallijn van Child's Play 2 wijkt nauwelijks af van het origineel, alleen woont de jongen nu bij een pleeggezin. Child's Play 2 is een warboel van onlogische en voorspelbare verwikkelingen, die de ene keer uitnodigt om te griezelen en de andere keer om te lachen.

Christine Cromwell: Easy Come, Easy Go

Verenigde Staten 1989. Mysterie van Harvey Hart. Met o.a. Jaclyn Smith, Celeste Holm, Ralph Bellamy, Rebecca Cross en Dennis Franz.

In deze aflevering kruist onze knappe advocate Smith de degens met de onbehouwen rechercheur Franz, die het voorzien heeft op een van haar rijke klanten. In de finale na veel ellende met een verslavend medicijn, een moord door een wanhopige vrouw, werken de twee samen om misdadige dokter Dillman en geliefde Malick te grijpen. Scenario van Robert Palm, Dick Wolf en Michael Dungan.

Riding the Edge

Verenigde Staten 1988. Actiefilm van James Fargo. Met o.a. Raphael Sbarge, Catherine Mary Stewart, Peter Haskell en Lyman Ward.

Sbarge als joch op motorfiets neemt het op tegen woestijnterroristen aan de rand van de Sahara, die zijn vader (Ward), een geleerde die het ontwerp en de werking kent van ultra-geheime microprocessoren die een satelliet kunnen besturen, gegijzeld houden. Achtervolgingen in de woestijn met hoogopschietend zand zijn dan ook schering en inslag. Het lijkt wel Parijs-Dakar!

The Cracker Factory

Verenigde Staten 1979. Drama van Burt Brinckerhoff. Met o.a. Natalie Wood, Perry King, Peter Haskell, Vivian Blaine en Juliet Mills.

Wood schittert in haar rol van een huisvrouw met zelfmoordneigingen die binnen en buiten de muren van een inrichting verblijft. Een bewerking naar een roman van Joyce Rebeta-Burditt.

Stunt Seven

Verenigde Staten 1979. Misdaad van John Peyser. Met o.a. Christopher Connelly, Christopher Lloyd, Bill Macy, Peter Haskell en Elke Sommer.

Tijdens de opnamen van een film in Miami wordt het sex- symbool Sommer, ster van de film, op hoogst ongebruikelijke wijze ontvoerd: de trailer waarin ze zich omkleedt wordt namelijk met een helicopter opgetild. Tijdens deze operatie wordt een stuntman gedood. Zijn collega's laten het er niet bij zitten en gaan achter de gangsters aan. Zoals te verwachten zijn de waaghalzerijen in deze pilot voor een nooit verwezenlijkte serie belangrijker dan het verhaal. Je mag dus op heel wat spectaculaire stunts rekenen, maar enige logica is niet terug te vinden in dit scenario van David Shaw. Sommer is nog steeds mooi, maar je vraagt je wel af hoe McNee in deze onzin terecht is gekomen. Frank Holgate bracht het in beeld.

Shadow Of Fear

Verenigde Staten 1979. Familiefilm van Noel Nosseck. Met o.a. Ike Eisenmann, John Anderson, Peter Haskell, Joyce Van Patten en Kip Niven.

De vijftien-jarige Billy (Eisenmann) komt erachter dat hij over bovennatuurlijke krachten beschikt. Hij kan zich bijvoorbeeld in een wolf veranderen. Dat komt goed uit, want op de boerderij van zijn oom Zook (Anderson) verdwijnen voortdurend dieren. Gerry Day schreef het scenario naar het boek The Healer van Daniel P. Mannix.

Mandrake

Verenigde Staten 1979. Misdaad van Harry Falk. Met o.a. Anthony Herrera, Simone Griffeth, Ji-Tu Cumbuka, Gretchen Corbett en Peter Haskell.

Het tv-debuut van de al vele jaren populaire stripheld die in deze proeffilm zijn legendarische magie aanwendt tegen een afperser, die een zakengigant tien miljoen dollar lichter probeert te maken.

The Jordan Chance

Verenigde Staten 1978. Misdaad van Jules Irving. Met o.a. Raymond Burr, Ted Shackelford, James Canning, Stella Stevens en John McIntire.

In de zeven jaar dat hij onschuldig doorbracht in de gevangenis, studeerde Burr rechten. Jaren later heeft hij zich ontwikkeld tot een vermaard advocaat. Zijn 'Jordan Foundation' heeft zich gespecialiseerd in juridische hulp voor onschuldig veroordeelden. Momenteel onderzoekt hij de zaak van Cordero, verdacht van moord op haar ex-vriend. Hij ontdekt dat het meisje slachtoffer is van opgezet spel. Pilot voor een nieuwe advocatenserie met Burr die zich duidelijk vermoeid door de film sleept. Het is allemaal al zo vaak vertoond en erg spannend is het niet. Het overbodige scenario is van Stephen J. Cannell, naar een verhaal van hemzelf en John Thomas James. Enzo A. Martinelli stond achter de camera.

Superdome

Verenigde Staten 1978. Actiefilm van Jerry Jameson. Met o.a. David Janssen, Edie Adams, Ken Howard, Van Johnson en Donna Mills.

Een thriller als een doorgeprikte ballon die lijkt op een simpele versie van TWO MINUTE WARNING, waarin een onbekende moordenaar het publiek op de tribunes van de Super Bowl in New Orleans bedreigt tijdens een wereldwijd uitgezonden wedstrijd.

The Night They Took Miss Beautiful

Verenigde Staten 1977. Thriller van Robert Michael Lewis. Met o.a. Chuck Connors, Gary Collins, Henry Gibson, Peter Haskell en Sheree North.

Op weg naar de finale van de 'Miss Beautiful Contest' wordt een vliegtuig met vijf finalisten gekaapt door terroristen o.l.v. North. De kapers eisen een miljoen dollar per land dat de meisjes vertegenwoordigen. Wat ze echter niet weten is dat zich aan boord een CIA-agent bevindt, die een buisje dodelijke bacteriën op zak heeft dat genoeg is om heel Amerika uit te roeien. Routineklus, geschreven door George Lefferts, naar een verhaal van Lou La Rose, zonder interessante personages, al konden de producenten rekenen op een stel bekende namen om ze te vertolken. Gezien en vergeten, en wat opvallend is: de schoonheidskoninginnen blijven mooi en fris, wat ze ook moeten doorstaan. Fotografie van Jules Brenner.

The Legend of Earl Durand

Verenigde Staten 1975. Avonturenfilm van John Patterson. Met o.a. Peter Haskell, Keenan Wynn, Slim Pickens, Martin Sheen en Anthony Caruso.

Het titelkarakter, een Robin Hood-achtige, legendarische stroper, wordt opgejaagd door een sheriff en de zijnen in Wyoming, 1939. Een historisch verhaal, met veel gesol met oude auto's en vliegtuigen.

The Phantom of Hollywood

Verenigde Staten 1974. Horror van Gene Levitt. Met o.a. Skye Aubrey, Jack Cassidy, Jackie Coogan, Broderick Crawford en Peter Haskell.

Studiobaas Lawford kan een bom duiten maken (negen miljoen dollar) als hij het afgedankte backlot verkoopt aan een stel onroerendgoed speculanten. Hij wordt echter aardig van de wijs gebracht als er een paar lijken op het terrein worden gevonden. Er wordt een figuur gesignaleerd wiens gezicht verhuld wordt door een beulskap (Cassidy). De verleiding voor het geld is echter zo groot dat Lawford zijn angst overwint en een met decors opgesmukt afscheidfeest organiseert. Iedereen draagt een legendarisch kostuum uit de 'wardrobe' en trotseert tegen beter weten in de spookachtige belager. Een variant op THE PHANTOM OF THE OPERA - hoewel een genreliefhebber daar kritiek op zal hebben, maar algauw voor het overlekkere horrorvoer door de knieën gaat. Gewone kijkers zien een aardige griezel-thriller over het scherm trekken. Het scenario is van George Schenk en Robert Thom. Achter de camera stond Gene Polito.

Christina

Verenigde Staten 1974. Mysterie van Paul Krasny. Met o.a. Barbara Parkins, Peter Haskell, James McEachin, Marlyn Mason en Barbara Gordon.

Een beeldschone vrouw biedt een werkloze man 25.000 dollar om met haar te trouwen - alleen maar op papier - maar juist op het moment dat hij verliefd op haar wordt, verdwijnt zij weer. Duistere maar spannende film opgenomen in Canada.

Amy Prentiss: Baptism of Fire

Verenigde Staten 1974. Mysterie van Jeffrey Hayden. Met o.a. Jessica Walter, William Shatner en Peter Haskell.

Vrouwelijke detective neemt twee zaken ter hand die met industriële spionage te maken hebben en met een gek die San Francisco wil opblazen. Weinig geweld en goed gemaakt.

The Suicide Club

Verenigde Staten 1973. Thriller van Bill Glenn. Met o.a. Peter Haskell, Margot Kidder, Joseph Wiseman, George Coulouris en Maxine Stuart.

Haskell is een verwoed kaartspeler die nieuwe uitdagingen zoekt. Kidder vertelt hem van een zeer speciale kaartclub waarvan Wiseman de voorzitter is. Iedereen die lid is, wil sterven. Zodra je de doodskaart trekt zal één van de leden je binnen 30 dagen vermoorden. Op een dag trekt Haskell de kaart, maar hij is inmiddels verliefd geworden op Kidder: hij wil helemaal niet meer sterven. Te laat komt hij er achter dat juist Kidder de opdracht heeft gekregen hem te doden. Philip Reisman Jr. dacht dit vreemde verhaal uit.

The Man Who Came To Dinner

Verenigde Staten 1972. Komedie van Buzz Kulik. Met o.a. Orson Welles, Lee Remick, Joan Collins, Peter Haskell en Edward Andrews.

Een herverfilming van de bioscoopfilm uit 1941 met een grootse sterbezetting. Welles is Sheridan Whiteside, de man die zijn heup bezeerd heeft en gedwongen wordt thuis te blijven zitten. Hij laat dan al zijn vrienden komen. Het stuk van George Kaufman en Moss Hart werd bewerkt door Bill Persky en Sam Denoff, die de film ook produceerden. De film werd opgenomen in Engeland.

The Eyes of Charles Sand

Verenigde Staten 1972. Thriller van Reza Badiyi. Met o.a. Peter Haskell, Barbara Rush, Sharon Farrell, Bradford Dillman en Joan Bennett.

Ondanks de grote namen die zijn verbonden aan het script (Henry Farrell en Stanford Whitmore) een voorspelbaar, grotendeels vervelend mysterieverhaal, gebaseerd op een buitenzintuiglijk foefje, met Haskell als gestoorde hoofdrolspeler die in de toekomst kan kijken.

Love Hate Love

Verenigde Staten 1970. Drama van George McCowan. Met o.a. Ryan O'Neal, Lesley Ann Warren, Peter Haskell, Henry Jones en Jeff Donnell.

Een redelijke wending in een driehoeksverhouding. Een mannequin, verloofd met een ingenieur (O'Neal) valt voor een dure bink die psychopaat blijkt te zijn. Competente acteerprestaties, redelijke situaties en zelfs één moment van spanning.

Lassie: Countdown

Verenigde Staten 1967. Familiefilm van Dick Moder. Met o.a. Robert Bray, Bobby Riha, Peter Haskell, Parly Baer en Richard Crane.

Aflevering met Lassie, de super Collie, die voor de tijd waarin deze film gemaakt is, in een 'hyper modern' jasje werd gestoken: de achtergrond is de ruimtevaartbasis Cape Kennedy, van waaruit tussen 1961 en 1970 talloze raketten het heelal werden ingeschoten. Onze heldin helpt een ongelukkig jongetje en een gewonde arend, terwijl ze de tanden van een snauwende waakhond moet trotseren.

Finnegan's Wake

Verenigde Staten 1965. Drama van Mary Ellen Bute. Met o.a. Page Johnson, Martin J. Kelley, Jane Reilly en Peter Haskell.

Verfilming van de roman van James Joyce over de Ierse kroegbaas die droomt dat hij zelf bij zijn eigen doodswake is, is met veel energie en beheersing op het scherm gebracht.