James Griffith

On Their Knees

Canada 2001. Anais Granofsky. Met o.a. Clark Johnson, Carlo Rola, Jackie Richardson, Peter Stebbings en Maury Chaykin.

The Legend of Sleepy Hollow

Verenigde Staten 1980. Familiefilm van Henning Schellerup en Henning Shellerup. Met o.a. Jeff Goldblum, Dick Butkus, Paul Sand, Meg Foster en James Griffith.

Een oppervlakkige bewerking van de klassieker van Washington Irving, luchthartig aangepakt door schrijvers Malvin Wald, Jack Jacobs en Tom Chapman. Werd voorgedragen voor een Emmy Award- nominatie als beste kinderprogramma, de allereerste keer dat een 'Classics Illustrated'-film daarvoor in aanmerking kwam.

Seven Alone

Verenigde Staten 1975. Familiefilm van Earl Bellamy. Met o.a. Dewey Martin, Aldo Ray, Anne Collins, Dean Smith en Stewart Peterson.

Een goede familiefilm die zich afspeelt in een woest en ruig gebied. Hij zal ook de jeugd zeer goed bevallen. Gebaseerd op het waargebeurde verhaal van zeven pionierskinderen die rond 1860 een gevaarlijke tocht van 3.200 kilometer naar het Westen voltooiden, nadat hun ouders onderweg omgekomen waren.

Lorna

Verenigde Staten 1964. Erotiek van Russ Meyer. Met o.a. Lorna Maitland, Mark Bradley, James Rucker, Hal Hopper en Doc Scott.

Een mijlpaal in de geschiedenis van de Amerikaanse seksfilm. Sexy Maitland wordt verkracht door een weggelopen gevangene, die zij mee naar huis neemt, waar hij gedood wordt door haar man. Meyer vulgariseerde de atmosfeer en verhalen van Erskine Caldwell. De personages zijn eenvoudig, oerconservatief, racistisch en hun levenswandel weerspiegelt essentiële emoties: liefde, begerigheid, jaloersheid, angst en verlangen. Vooral in het begin van de film herkent men reeds alle elementen van latere Meyer-films.

Advance to the Rear

Verenigde Staten 1964. Western van George Marshall. Met o.a. Glenn Ford, Joan Blondell, Stella Stevens, Jim Backus en Melvyn Douglas.

Een uiterst voorspelbare film die tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog speelt. Een officier die alles volgens het boekje doet en een gefrustreerde, blunderende adjudant krijgen het bevel over een stelletje mislukkelingen en worden naar het Westen gestuurd op een onmogelijke missie: ze moeten een ongewapende aanval uitvoeren en mogen alleen maar stenen gebruiken om ermee te bekogelen. Stevens is spion bij de Zuidelijken en Blondell is een chique vrouw van de wereld. Scenario van Samuel A. Peeples en William Bowers, die het boek The Company of Cowards van Jack Schaefer bewerkten. Camerawerk van Milton Krasner. Ook bekend als COMPANY OF COWARDS.

The Amazing Transparent Man

Verenigde Staten 1960. Sciencefiction van Edgar G. Ulmer. Met o.a. Marguerite Chapman, Douglas Kennedy, James Griffith en Ivan Triesault.

Smakeloze SF-film met de gebruikelijke krankzinnige geleerde die formule ontdekt om een onzichtbare man tot zijn medeplichtige te maken bij bankovervallen.

Seven Guns To Mesa

Verenigde Staten 1958. Western van Edward Dein. Met o.a. Charles Quinlivan, Lola Albright, James Griffith, Jay Adler en John Cliff.

Een postkoets met inzittenden wordt door een bende in een spookstad vastgehouden. De held komt iedereen bevrijden. Een zwakke western, door Myles Wilder en Edward & Mildred Dein geschreven voor producent William F. Broidy. John Martin deed het routineuze camerawerk.

Return to Warbow

Verenigde Staten 1958. Western van Ray Nazarro. Met o.a. Phil Carey, Catherine McLeod, Andrew Duggan, William Leslie en Robert J. Wilke.

In deze magere western ontsnapt Carey met twee anderen, Leslie en Wilke, uit de gevangenis. Ze gaan terug naar de plaats waar ze destijds 30.000 dollar bij een postkoetsoverval hebben geroofd. Carey's altijd bezopen broer, Griffith, zou de buit verbergen. Bij aankomst blijkt deze de buit verspeeld te hebben. Dan barst de bom. Slechte regie van Nazarro naar een mager verhaaltje van Les Savage Jr. die zijn eigen roman bewerkte, Wallace MacDonald was de producent. Cameraman Henry Freulich deed goed werk, evenals acteur Carey, die nog iets van zijn rol wilde maken.

Man From God's Country

Verenigde Staten 1958. Western van Paul Landres. Met o.a. George Montgomery, Randy Stuart, James Griffith, House Peters Jr. en Susan Cummings.

In deze prettige western is Montgomery een ex-sheriff die het in een stadje aan de stok krijgt met Wilcox, de plaatselijke dictator. De bende verzet zich tegen de komst van de spoorweg maar vindt in Montgomery een geduchte tegenstander. Routinier George Waggner schreef het scenario, Harry Neumann, die al 30 jaar cameraman was deed goed werk en Scott Dunlap was de producent. Hij was vóór 1920 al als regisseur bezig. Hij werd daarna een producent die o.a. Buck Jones onder zijn hoede had.

Bullwhip

Verenigde Staten 1958. Western van Harmon Jones. Met o.a. Guy Madison, Rhonda Fleming, James Griffith, Don Beddoe en Peter Adams.

Aardige western, door routinier Adele Buffington geschreven. Een cowboy - Madison - wordt ten onrechte door rechter Griffith ter dood veroordeeld. Maar als hij met Fleming zal trouwen wordt het vonnis niet uitgevoerd. Wat Madison niet weet is dat Fleming volgens het testament van haar vader moet trouwen om haar erfenis, een pelsbedrijf, in handen te krijgen. Griffith belooft haar, Madison te zullen ombrengen na de huwelijksvoltrekking. Maar zo'n makkelijke prooi is Madison nu niet bepaald. John Martin leverde superieur camerawerk af.

The Domino Kid

Verenigde Staten 1957. Western van Ray Nazarro. Met o.a. Rory Calhoun, Kristine Miller, Andrew Duggan, Yvette Dugay en Peter Whitney.

Calhoun was voor de eerste maal ook de producent samen met Victor Orsatti, én hij schreef het verhaal dat door Kenneth Gamet en Hal Miller tot een scenario werd gemaakt. Een man keert terug uit de Burgeroorlog om zijn vader en broer vermoord te vinden. De vijf moordenaars hebben vanaf dat moment geen rust meer. Redelijke actiescènes maken de film niet echt boeiend. Mischa Bakaleinikoff deed voor Columbia al ruim 10 jaar de muziek. Hij was begonnen bij de Charles Starrett-westerns. Hij zou het blijven doen tot aan zijn dood in 1960, 70 jaar oud.

Tribute to a Bad Man

Verenigde Staten 1956. Western van Robert Wise. Met o.a. James Cagney, Don Dubbins, Stephen McNally, Irene Papas en Vic Morrow.

Deze trage western wordt door het grandioze spel van Cagney imposant en boeiend. Hij is de almachtige rancher die korte metten maakt met bandieten: liever hangen dan een rechtszaak. Papas is zijn huishoudster, tot wie hij zich aangetrokken voelt. Maar zij kan niet tegen de hardheid waarmee hij tegenstanders behandelt. In de climax wordt de ex-voorman McNally een paardendief. De behandeling van Morrow door Cagney is een aparte gebeurtenis die de relaties Cagney-Papas-Dubbins (een jonge man die zijn leven redde en daarom door Cagney gastvrij werd opgenomen) sterk beïnvloedt. Michael Blankfort bewerkte het verhaal van Jack Schaefer. Robert Surtees maakte de fraaie beelden. Noot: Cagney's rol zou gespeeld worden door Spencer Tracy, maar die kreeg ruzie met Wise en liep weg.

Count Three and Pray

Verenigde Staten 1955. Western van George Sherman. Met o.a. Van Heflin, Joanne Woodward, Phil Carey, Raymond Burr en Allison Hayes.

Herb Meadows schreef deze western naar het boek Calico Pony dat eveneens door hem was geschreven. Het verhaal speelt zich af vlak na de Burgeroorlog. Heflin keert terug naar huis om het te herbouwen. Hij wil als dominee in vrede leven. Het was het filmdebuut van Woodward, die in 1958 met Paul Newman zou trouwen.

The Law Vs. Billy The Kid

1954. William Castle. Met o.a. Betta St. John, Alan Hale jr, James Griffith en Scott Brady.

Herb Meadows schreef deze western naar het boek Calico Pony dat eveneens door hem was geschreven. Het verhaal speelt zich af vlak na de Burgeroorlog. Heflin keert terug naar huis om het te herbouwen. Hij wil als dominee in vrede leven. Het was het filmdebuut van Woodward, die in 1958 met Paul Newman zou trouwen.

The Law Versus Billy the Kid

Verenigde Staten 1954. Western van William Castle. Met o.a. Scott Brady, Betta St.John, James Griffith, Alan Hale jr en Paul Cavanaugh.

Brady is Billy the Kid en Griffith is sheriff Pat Garrett. Deze western biedt eens te meer een positieve blik op het leven van de befaamde westernoutlaw. Ook hier wordt hij gedwongen een outlawleven te leiden. En dan gaat Garrett natuurlijk achter hem aan. Sam Katzman produceerde weer op zijn gebruikelijke goedkope, maar efficiënte wijze. Henry Freulich had geen moeilijke job als cameraman en Mischa Bakaleinikoff gooide er een routinemuziekje achter. Het scenario van John T.Williams was ook routineus. Brady was geen aantrekkelijke Billy, en Griffith was een slechte Garrett.

The Boy from Oklahoma

Verenigde Staten 1954. Western van Michael Curtiz. Met o.a. Will Rogers Jr., Nancy Olson, Anthony Caruso, Wallace Ford en Clem Bevans.

Westernkomedie met de zoon van de befaamde Rogers in de hoofdrol. Hij speelt een student in de rechten die sheriff wordt om zijn studie te kunnen betalen. Zijn voorganger is vermoord en hij gaat op zoek naar de dader. Deze haalt Billy the Kid (MacDuff) naar de stad... Allemaal onzin, maar goed gedaan.

The Black Dakotas

Verenigde Staten 1954. Western van Ray Nazarro. Met o.a. Gary Merrill, Wanda Hendrix, John Bromfield, Noah Beery jr en Faye Roope.

Actiewestern rond Merrill die opdracht van Lincoln krijgt om een vredesverdrag met de Indianen te sluiten. Merrill wil echter niets liever dan een oorlog met de Indianen want dat zou betekenen dat Noordelijke militairen moeten worden ingeschakeld en de Zuidelijken meer kansen krijgen. Daarnaast loert hij nog op het goud van de Indianen.

Rails into Laramie

Verenigde Staten 1954. Western van Jesse Hibbs. Met o.a. John Payne, Mari Blanchard, Dan Duryea, Joyce MacKenzie en Barton MacLane.

Duryea, salooneigenaar van Laramie, houdt met zijn mensen de bouw van een spoorweg tegen. Payne wordt erop afgestuurd om aan dat verzet een einde te maken. Het scenario van Daniel Beauchamp en Joseph Hoffman heeft een aardige wending: als Duryea gearresteerd wordt, organiseert Blanchard een jury, die louter en alleen uit vrouwen bestaat. Zij verklaren de schurk eindelijk schuldig. Duryea ontsnapt. Dan is het woord aan Payne. Maury Gertsman deed het camerawerk voor producent Ted Richmond. Rex Allen zong de titelsong. Zijn eigen westernserie was juist in 1954 beëindigd.

Masterson of Kansas

Verenigde Staten 1954. Western van William Castle. Met o.a. George Montgomery, Nancy Gates, James Griffith, Jean Willes en Benny Rubin.

Maxwell, vader van Gates, wil een Indianenstam onder leiding van zijn vriend Silverheels een mooi stuk grasland schenken. De ranchers zijn het daarmee niet eens en Henry moet het vuile werk opknappen. Hij zet een lynchpartij in elkaar, maar Gates roept de hulp in van drie befaamde westernhelden: Bat Masterson (Montgomery), Doc Holliday (Griffith) en Wyatt Earp (Cowling). Wie kan het daar tegen opnemen? Het scenario van de latere regisseur Douglas Heyes was niet oké en dus zorgde Castle ervoor dat er veel actie in de film zat, zodat niemand die mankementen zou merken. Sam Katzman produceerde, Henry Freulich was zijn vaste cameraman en Mischa Bakaleinikoff schreef de muziek.

Jesse James vs. the Daltons

Verenigde Staten 1954. Western van William Castle. Met o.a. Brett King, Barbara Lawrence, James Griffith, Bill Phipps en John Cliff.

Een minzaam eindgevecht tussen de zogenaamde zoon van Jesse James en de andere beruchte boevenbende.

Apache Drums

Verenigde Staten 1951. Western van Hugo Fregonese. Met o.a. Stephen McNally, Colleen Gray, Willard Parker, Arthur Shields en James Griffith.

McNally, een gokker, wordt samen met een serie dansmeisjes de stad uitgejaagd. De meisjes worden vermoord door Indianen. McNally waarschuwt de stad die vervolgens belegerd wordt. Het laatste bolwerk waar de bewoners zich in terugtrekken is de kerk. De Indianen vallen aan, maar dan komt het leger. Bekend thema naar het boek Stand at Spanish Boot van Harry Brown, door David Chandler bewerkt. Het was de laatste film van producent Val Lewton die in 1951 stierf. Hij had vooral naam gemaakt als horror-specialist.

The Cariboo Trail

Verenigde Staten 1950. Western van Edwin L. Marin en Gerald Thomas. Met o.a. Randolph Scott, George 'Gabby' Hayes, Bill Williams, Karin Booth en Douglas Kennedy.

Dit is een goed gemaakte western met uitstekend camerawerk van Fred Jackman Jr. Jory is hier de bandiet, die probeert in Brits Columbia, Canada, rond 1890, de omgeving naar zijn hand te zetten. Ook Scott moet daaraan geloven, tot hij de brui geeft aan het goud zoeken om rancher te worden. In de kleinere rollen zien we de opkomende Robertson, die een paar jaar later zelf een westernster zou worden en Jim Davis, die in die tijd nog B-rollen speelde.

Indian Territory

Verenigde Staten 1950. Western van John English. Met o.a. Gene Autry, Pat Buttram, Gail Davis, Kirby Grant en James Griffith.

Tegen het einde van zijn serie westerns begon Autry meer interesse voor de Indianen te krijgen. In de A-westerns begonnen zij ook een steeds grotere rol te spelen. In deze film is Autry, als Indianen-agent in dienst van het Amerikaanse leger, op onderzoek uit naar de oorzaak van een aantal opstanden. Een goede actiewestern met in een bijrol Grant die in die tijd een eigen westernserie kreeg met de hond Chinook.

Double Deal

Verenigde Staten 1950. Misdaad van Abby Berlin. Met o.a. Richard Denning, Marie Windsor, Carleton Young, Taylor Holmes en Paul E. Burns.

Dennings zet zich in voor een petroleumbron, die beheerd wordt door Young. Deze laatste wordt vermoord door 'dronkelap' Holmes, die het evenals Youngs zuster Baker gemunt heeft op de 'erfenis'. Alle rechten gaan echter naar Windsor die door Denning wordt bijgestaan. Een lauw produkt.

Blonde Ice

Verenigde Staten 1948. Misdaad van Jack Bernard. Met o.a. Leslie Brooks, Robert Paige, Russ Vincent, Michael Whalen en James Griffith.

De scrupuleuze journaliste van een roddelrubriek trouwt een rijkaard om zijn geld, die zij vervolgens koelbloedig om zeep helpt. Als weduwe 'troost' ze zich vlotjes met een gefortuneerde politicus die zij ook de das om doet. Ze wordt dan het slachtoffer van chantage en ze raakt ook verstrikt in het net van een psychiater. De ijskoude heldin moordt dan één keer te veel. Charmante film noir à la Wilders DOUBLE INDEMNITY gebaseerd op het boek Once too often van Elwyn Whitman Chambers, die altijd boeit. Camerawerk van George Robinson.