Walter Long

Laurel & Hardy: Dance Of The Cookoos

Duitsland​/​​Verenigde Staten 1999. Komedie van Alan Douglas. Met o.a. Stan Laurel, Oliver Hardy, Mae Busch, James Finlayson en Billy Gilbert.

Silver Stallion

Verenigde Staten 1941. Western van Edward Finney. Met o.a. David Sharpe, Chief Thundercloud, LeRoy Mason, Janet Waldo en Fred Hoose.

Een dieren-western waarin alles draait om het paard Thunder, dat zich verdedigt tegen gifslangen en al wat de prairie aan narigheid kan opbrengen. Paardendieven spelen een rol, maar het scenario van Robert Tansey is nogal verward; daardoor is het resultaat heel pover geworden. Marcel Le Picard stond achter de camera en Edward Finney was tevens de producent.

Flaming Lead

Verenigde Staten 1939. Western van Sam Newfield. Met o.a. Ken Maynard, Ralph Peters, Eleanor Stewart, Dave O'Brien en Walter Long.

Stewart en O'Brien bezitten samen een ranch. Maynard komt met O'Brien in contact en gaat op de ranch werken. En dan begint de ellende met een serie outlaws. Dit is de eerste van 4 westerns die Ken zou maken voor Colony, een kleine produktie-maatschappij. De produktie was in handen van Max en Arthur Alexander.

Fighting Mad

Verenigde Staten 1939. Western van Sam Newfield. Met o.a. James Newill, Sally Blane, Benny Rubin, Dave O'Brien en Milburn Stone.

Mountie Newill krijgt het aan de stok met Blane, een meisje dat de buit verborgen houdt van een bende. Is zij lid van de bende of is ze er juist uit angst? Newill gelooft in haar onschuld. Een matige aflevering uit de reeks. S.Roy Luby, ook regisseur, is hier de montageman. Jack Greenhalgh zorgde voor de slordige opnamen. Zie: Renfrew of the Royal Mounted-serie.

Wild Horse Canyon

Verenigde Staten 1938. Western van Robert Hill en Dorothy Short. Met o.a. Jack Randall, Frank Yaconelli, Dennis Moore, Warner Richmond en Ed Cassidy.

Paardendieven schieten Randalls broer neer en krijgen hem daarmee achter zich aan. Een goede actiewestern met een alsmaar populairder wordende Randall. Het scenario was van producer Robert Tansey.

Six-Shootin' Sheriff

Verenigde Staten 1938. Western van Harry Fraser. Met o.a. Ken Maynard, Marjorie Reynolds, Lafe McKee, Harry Harvey en Jane Keckely.

De held wordt ten onrechte beschuldigd van een bankoverval; hij gaat achter de ware dader aan. Dit oude westernthema is hier goed uitgewerkt. Fraser schreef zelf het scenario onder de schuilnaam Weston Edwards. Het was de vierde en laatste western die Maynard maakte voor Condor. Deze films werden uitgebracht door Grand National en geproduceerd door Max en Arthur Alexander. Maynard zette zijn carrière voort met een slechte serie bij Colony.

Painted Trail

Verenigde Staten 1938. Western van Robert Hill. Met o.a. Tom Keene, Eleanor Stewart, LeRoy Mason, Walter Long en Jimmy Eagles.

Tom wordt door de justitie gevraagd zijn rustige leventje op zijn ranch op te geven teneinde een bende smokkelaars onder leiding van Mason en Long uit te schakelen. Deze uitstekende actiewestern werd gemaakt naar een scenario van Robert Tansey. Het was de vierde en laatste western die Tom voor Monogram maakte in het seizoen 1937/1938. In 1941 zou Tom een nieuwe serie westerns, tevens zijn laatste, starten voor Monogram. Het was een serie van acht films.

Man's Country

Verenigde Staten 1938. Western van Robert Hill. Met o.a. Jack Randall, Marjorie Reynolds, Walter Long, Ralph Peters en Forrest Taylor.

In deze goede Randall-western speelt Long een dubbelrol. Deze routinier maakte zijn filmdebuut in 1909 en zou tot zijn dood in 1952 blijven spelen. Hij speelt hier zowel een goede als een slechte broer. Deze laatste haat zijn broer, die het beter gaat dan hem. Randall is de ranger die ervoor zorgt dat de goede overwint. Het scenario van Robert Tansey en de regie van Hill, naast het perfecte camerawerk van Bert Longenecker, brengen de film op een hoger peil dan de gemiddelde serie-western. Het was tevens de eerste Randall-western die door Tansey werd geproduceerd; hij zou er acht doen, alle met Longenecker als cameraman. Hijzelf schreef de scenario's.

Bar 20 Justice

Verenigde Staten 1938. Western van Lesley Selander. Met o.a. William Boyd, Russell Hayden, George 'Gabby' Hayes, Paul Sutton en Gwen Gaze.

Goede western uit de Hopalong Cassidy-reeks. Ditmaal zijn er problemen rond een goudmijn. Een geweldige achtervolging is de climax. Dat mocht ook wel: voor iedere aflevering was het zeer hoge budget van 125.000 dollar uitgetrokken, en dat was 2 tot 3 maal zo hoog als dat van de meeste westernseries.

North of the Rio Grande

Verenigde Staten 1937. Western van Nate Watt. Met o.a. William Boyd, Russell Hayden, George 'Gabby' Hayes, Stephen Morris en Bernadene Hayes.

Met ingang van deze film uit de Hopalong Cassidy-reeks nam Russell Harlan (voor de volgende 44 afleveringen) het camerawerk over van Archie Stout. In deze routinewestern maakt een jongeman zijn filmdebuut - Lee J. Cobb. Hij speelt de baas van een spoorwegmaatschappij die de hulp nodig heeft van Hopalong en zijn vrienden.

The Glory Trail

Verenigde Staten 1936. Western van Lynn Shores. Met o.a. Tom Keene, Joan Barclay, James Bush, E.H. Calvert en Frank Melton.

Vlak na de burgeroorlog vochten blanken en Indianen om het bezit van het wilde westen. Dit is een redelijk onderhoudende Indianenfilm met romantiek tussen Keene en Barclay. Het was de eerste van een serie van acht zogenaamde kostuum-westerns (dit omdat elk van de films een bepaalde periode uit de geschiedenis van het wilde westen als achtergrond had) die Tom voor Crescent en producer E.B. Derr maakte. Op BATTLE OF GREED na was Arthur Martinelli de vaste cameraman (de uitzondering was Paul Ivano), en Abe Meyer zorgde voor de muzikale achtergrond. Bernard Moriarty was co-producer en Rita Hayworth was in twee van de acht films van de partij.

The Bold Caballero

Verenigde Staten 1936. Western van Wells Root. Met o.a. Bob Livingstone, Heather Angel, Sig Rumann, Ian Wolfe en Robert Warwick.

Dit is een western in kleur en dat was in die tijd een zeldzaamheid. In Californi[KA3]e wordt de gouverneur vermoord en Livingstone wordt verdacht, terwijl Rumann de ware schurk is. Met zorg gemaakt en met een hoger budget dan normaal voor westerns in die tijd. Root schreef zelf het scenario, dat gebaseerd is op [KL]The Return of Zorro[KLE]. Nate Levine was de producent, Alvin Wycoff en Jack Marta de cameramannen en de latere regisseur Les (ter) Orlebeck deed de montage. Harry Grey zorgde voor de muziek. Livingstone heette eigenlijk Robert E. Randall.

Laurel & Hardy: Going Bye-Bye!

Verenigde Staten 1934. Komedie van Charley Rogers. Met o.a. Stan Laurel, Oliver Hardy, Walter Long, Mae Busch en Sam Lufkin.

Stan en Ollie geven Busch een lift tegen betaling. Ze menen de koning te rijk zijn, maar ze hebben het paard van Troje binnengehaald. Ooit zorgden ze ervoor dat Lufkin voorgoed de bak indraaide; en die heeft gezworen wraak te nemen. Hij is ontsnapt. Je blijft lachen als je ziet hoe die dikke en die dunne zich eruit proberen te redden. Op video ook uitgebracht in een ingekleurde versie.

Any Old Port

Verenigde Staten 1932. Komedie van James W. Horne. Met o.a. Stan Laurel, Oliver Hardy, Walter Long, Jacqueline Wells en Charlie Hall.

Of het wel zo verstandig is om op de bres te springen voor een jongedame in nood, kun je je gevoeglijk afvragen: in een havencafé verkoopt Stan de potige kroegbaas een flinke muilpeer omdat hij een deerne ruw behandelt, maar hij is in de aap gelogeerd als hij later in de ring een rondje moet boksen en deze bulldog tegenover zich vindt. Een dan te bedenken dat Stan de schrielste van het duo is.

Pardon Us

Verenigde Staten 1931. Komedie van James Parrott. Met o.a. Stan Laurel, Oliver Hardy, Wilfred Lucas, Walter Long en James Finlayson.

In de eerste hoofdfilm van L & H bevindt het illustere duo zich in de bajes, waar ze allerlei gespuis ontmoeten en een van hen bijgenaamd 'The Tiger' heeft een onfeilbaar ontsnappingsplan. Het is niet helemaal onfeilbaar... De film is de geschiedenis ingegaan als een satire op het gevangenis-genre. Wat traag, maar toch heel erg leuk.

Other Men's Women

Verenigde Staten 1931. Drama van William A. Wellman. Met o.a. Grant Withers, Mary Astor, Regis Toomey, James Cagney en Joan Blondell.

Een driehoeksverhouding binnen het milieu van spoorwegemployé's; interessant melodrama, in sommige opzichten oubollig, maar levendig qua sfeer en met een grootse actiescène aan het eind. Cagney en Blondell hebben bijrollen. Scenario van Claude Fulton en William K. Wells. Camerawerk van Barney McGill.

Moby Dick

Verenigde Staten 1930. Avonturenfilm van Lloyd Bacon. Met o.a. John Barrymore, Joan Bennett, Walter Long, Nigel De Brulier en Noble Johnson.

Niet zo goed als de oorspronkelijke roman van Herman Melville, maar toch goed. Barrymore vertolkt op boeiende wijze Kapitein Ahab. Prima speciale effecten. Een nodeloos liefdesverhaal is toegevoegd, zoals ook in Barrymore's eerdere zwijgende filmversie The Sea Beast.

Beau Bandit

Verenigde Staten 1930. Western van Lambert Hillyer. Met o.a. Rod La Rocque, Mitchell Lewis, Doris Kenyon, Walter Long en Charles Middleton.

La Rocque is een soort Cisco-figuur, een Mexicaanse bandiet die banken overvalt. Long en zijn posse zitten achter hem aan. La Rocque maakt zich druk over het geluk van Kenyon die door Middleton wordt vastgehouden hoewel haar liefde uitgaat naar Duryea. Wallace Smith schreef deze onderhoudende western-komedie met dramatische trekjes. Jack MacKenzie stond achter de camera.

Jim the Conqueror

Verenigde Staten 1927. Western van George B. Seitz. Met o.a. William Boyd, Elinor Fair, Walter Long, Tully Marshall en Tom Santschi.

Boyd keert terug uit het oosten en belandt midden in een ranch-oorlog. Hij heeft een oogje op Fair; die waarschuwt hem weliswaar dat hij in levensgevaar verkeert, maar er moet nog wel wat gebeuren wil hij haar ook kunnen veroveren. Een geslaagde, spannende western naar het boek van Peter B. Kyne, bewerkt door Will Ritchey en met camerawerk van Hal Rosson. Het was een van de weinige westerns die William Lawrence Boyd (1898-1972) - filmdebuut in 1919 - in deze periode maakte, maar als westernster werd hij later befaamd als Hopalong Cassidy.

Back to God's Country

Verenigde Staten 1927. Western van Irvin Willat. Met o.a. Renée Adorée, Robert Frazer, Walter Long, Mitchell Lewis en James Mason.

De tweede verfilming van het boek van James Oliver Curwood. Mason is de oplichter die door Lewis in een gevecht om zeep wordt geholpen. Long profiteert van de situatie en eist dat Adoré, Lewis' dochter, zijn vrouw wordt. Anders zal hij Lewis aangeven wegens moord. Frazer is de man die alles weer ten goede keert.

The Ridin' Kid From Powder River

Verenigde Staten 1924. Western van Edward Sedgwick. Met o.a. Hoot Gibson, Gladys Hulette, Gertrude Astor, Tully Marshall en Walter Long.

Gibson wreekt zich na jaren op de moordenaar van zijn pleegvader. Hij verstopt zich voor de sheriff op de ranch van bandiet Marshall en wordt verliefd op diens dochter Hulette. Dat brengt hem in botsing met Long en kost hem bijna het leven. Humes, later zelf een ster bij Universal, speelt voor bandiet The Scorpion en jongensster House (geb. in 1913) speelt hier voor de 10-jarige Gibson. Hij zou in 1927, eveneens bij Universal, een eigen serie korte westerns van 20m elk krijgen en daarmee de bijnaam krijgen The Boy Wonder of Universal Westerns. Die films waren THE RIDING WHIRLWIND, RED WARNING, BUCKSKIN DAYS, allen uit 1927 en uit 1928 WINGED HOOFS, SON OF THE FRONTIER, THE UNTAMED, THE FIGHTING KID en THE DANGER TRAIL. Grootste succes was de non-western-serial THE FINAL RECKONING.

Call of the Wild

Verenigde Staten 1923. Western van Fred Jackman. Met o.a. Jack Mulhall, Walter Long, Sidney D'Albrook, Laura Roessing en Frank Butler.

Verfilming van het in 1903 uitgegeven boek van Jack London, door Jackman bewerkt. Het is het verhaal over de hond Buck, die uit Engeland ontvoerd wordt en slecht behandeld wordt in Canada, tot Mulhall zijn vriend wordt. De hond redt Mulhall het leven en beiden zijn voor eens en voor altijd onafscheidelijk. Floyd Jackman was de cameraman voor producent Hal Roach.

Blood and Sand

Verenigde Staten 1922. Drama van Fred Niblo. Met o.a. Rudolph Valentino, Lila Lee, Nita Naldi, George Field en Walter Long.

Een oud, maar nog steeds boeiend drama over stierenvechter Valentino die niet kiezen kan tussen het fatsoenlijk meisje Lee en de vamp Naldi. De scènes waarin de held verleid wordt zijn lachwekkend, maar de scènes van de stierengevechten zijn goed. Opnieuw gemaakt in 1941.

The Poppy Girl's Husband

Verenigde Staten 1919. Western van William S. Hart. Met o.a. William S. Hart, Juanita Hansen, Walter Long, Fred Starr en David Kirby.

Hart speelt zonder zijn cowboy-kostuum in dit drama. Na tien jaar gevangenisstraf komt hij vrij. Zijn vrouw is inmiddels getrouwd met de man die hem destijds achter de tralies bracht. Ze proberen hem opnieuw achter de tralies te krijgen door hem iets in de schoenen te schuiven. Hij ziet af van zijn wraak bij het zien van zijn zoon, en gaat met hem de bergen in. Het was een sterke film waarmee hij kon bewijzen hoe veelzijdig hij als acteur was. De westernfans zagen hem toch liever anders. C. Gardner Sullivan schreef het script naar een verhaal van Jules Boyle. Joe August deed het camerawerk en Lambert Hillyer was assistent-regisseur.

Scarlet Days

Verenigde Staten 1919. Western van D.W. Griffith. Met o.a. Richard Barthelmess, Carol Dempster, Clarine Seymour, Eugenie Besserer en Ralph Graves.

De enige lange western die Griffith ooit gemaakt heeft, de meester die wel vele korte westerns in het begin van de filmperiode maakte. De befaamde pionier leverde geen meesterwerk af. Barthelmess is een soort Murietta-figuur, een Mexicaanse bandiet tijdens de goudkoorts in Californië in 1850. Hij speelt zijn rol met elan. Het scenario van S.E.V. Taylor is te langdradig; 20 minuten korter en het zou een goede western zijn. De actiescènes zijn goed en met name het camerawerk van Griffiths vaste cameraman, G.W. 'Billy' Blitzer, is ver boven het gemiddelde.

Intolerance: Love's Struggle Throughout the Ages

Verenigde Staten 1916. Zwijgende film van D.W. Griffith. Met o.a. Lillian Gish, Mae Marsh, Robert Harron, Miriam Cooper en Walter Long.

Indrukwekkende kroniek van filmmaker D.W. Griffith die na het commerciële succes (en het vermeende racisme) van The Birth of a Nation (1915) een film wilde maken over 'de eeuwige strijd tussen intolerantie en liefde'. Intolerance omvat vier letterlijk verschillend gekleurde verhalen (amber, blauw, sepia, groen) die grofweg gezegd door elkaar heen worden verteld. Griffith schakelt steeds sneller over van het ene naar het andere verhaal, waardoor de parallellen zichtbaar worden. Het moderne deel gaat over de strijd tussen arbeiders en grootkapitaal. In de 'historische' delen komt oa de bloedige Bartholomeüsnacht voorbij, en verschijnen Jezus en de Perzische koning Cyrus II ten tonele.