Robert Milash: cast.
Er zijn 3 films gevonden.

The Upland Rider

1928 | Western

Verenigde Staten 1928. Western van Albert S. Rogell. Met o.a. Ken Maynard, Marian Douglas, Lafe McKee, Sidney Jarvis en Robert Walker.

Een verhaal van Marion Jackson over twee paardenfokkers, in het westen McKee en in het oosten Jarvis. Om een belangrijk regeringscontract te krijgen, moet er een wedstrijd worden gehouden. Jarvis poogt met oneerlijke middelen te winnen. Maynard die voor McKee op Tarzan rijdt, wint. Het verhaaltje is dun, maar de actie is goed en Maynard en Tarzan zijn een perfect paar om in actie te zien. Ted McCord was de cameraman van deze western.

Men of Daring

1927 | Western

Verenigde Staten 1927. Western van Albert Rogell. Met o.a. Jack Hoxie, Ena Gregory, Marin Sais, Francis Ford en James T. Kelley.

Jack Hoxie wordt beschuldigd van een misdaad die door Francis Ford is begaan. Hij en een paar vrienden besluiten een einde te maken aan de bende van Ford. Albert Rogell (geb. 1901), regisseur bij Universal sinds 1925, wist het tempo erin te houden. Marion Jackson deed het scenario en William Nobles, de latere Republic-cameraman, nam op. Na Hoxie zette Rogell zijn tanden in westerns met Ken Maynard, maar daarna een lange reeks non-westerns. Hij regisseerde voor vele studio's, tot 1958 met MEN AGAINST SPEED.

Catch My Smoke

1922 | Western

Verenigde Staten 1922. Western van William Beaudine. Met o.a. Tom Mix, Lillian Rich, Claude Peyton, Gordon Griffith en Harry Griffith.

Een boze verrassing wacht Mix, als hij uit Frankrijk terugkeert na daar als soldaat gevochten te hebben in WO I. De ranch van zijn vader is door Lillian Rich geërfd, omdat pa dacht dat zijn zoon gesneuveld was. Louche figuren proberen Rich weg te krijgen om de ranch zelf te bemachtigen. Voldoende te doen dus voor Tom in Jack Strumwassers scenario, gebaseerd op het boek Shoe Bar Stratton van Joseph Bushnell Ames. William Beaudine maakte in dat jaar zijn regiedebuut wat betreft hoofdfilms, na in 1915 al met korte films begonnen te zijn. Dit was zijn tweede hoofdfilm.