Oh Jung-Hae: regie, cast en scenario.
Er zijn 4 films gevonden.

Artist's Statement no. 45.730.944: The Perfect Artistic Webs

2000 |

Zuid-Korea 2000. Oh Jung-Hae.

The Day a Pig Fell Into the Well

1996 | Drama

Zuid-Korea 1996. Drama van Hong Sang-soo. Met o.a. Lee Eun-Kyung, Jo Eun-Sook en Kim Hyun-sung.

Seoul, Korea, 1996. Hyosup, een niet succesvolle romanschrijver, houdt van Pokyung, een getrouwde vrouw. De liefde is wederzijds, maar ook Minjae, een bioscoopcassière, houdt van Hyosup. Ze heeft bijbaantjes om hem te onderhouden en vindt hem een groot auteur. Tongwoo, de man van Pokyung, werkt voor een waterzuiveringsbedrijf en verdenkt zijn vrouw van ontrouw. De film begint als Hyosup in een café Minjae ontmoet. Hij overhandigt haar de laatste versie van zijn nieuwe roman die ze ijverig gaat lezen terwijl hij buiten een sigaret gaat roken. Minjae is tot tranen toe geroerd door de roman en geeft Hyosup wat geld, waarmee hij de dure hotelkamer betaalt waarin hij met Pokyung de liefde bedrijft. Door sommige critici uit Seoul werd Hongs film uitgeroepen tot de beste Koreaanse debuutfilm aller tijden.

Seo-Pyon-Jae

1993 | Muziek

Zuid-Korea 1993. Muziek van Im Kwon-Taek. Met o.a. Kim Myung-Kon, Kim Kyu-Chul en Oh Jung-Hae.

In Korea kent men de Pansori. Om te begrijpen wat dit is, komt waarschijnlijk de rondtrekkende troubadour er het dichtste bij. In gezongen vorm wordt een verhaal verteld door een rondtrekkende minstreel. Deze film gaat over het verhaal van zo`n Pansori - Dongho (Kyu-Chul) - en in die vorm. Het wordt in flashbacks verteld. De film begint als Dongho dertig is; hij vertelt het verhaal over zijn moeder Yu-Bung (Myung-Kon) van wie hij de kunst leerde en zijn geadopteerde zusje Song-Hwa (Jung- Hae), die geleidelijk blind wordt. De film was een gigantisch succes in eigen land (in een korte tijd kwamen meer dan een miljoen mensen kijken, het grootste kassucces aller tijden in Korea) en is voor de Westerse kijker een niet altijd even eenvoudige kennismaking met de ori[KA3]entaalse cinema - er is bijvoorbeeld een sc[KA2]ene van negen (!) minuten, waarin het drietal aan de kim opdoemt en langzaam op de kijker afkomt. De beelden van Jung Il-Sung zijn magistraal en de muziek van Kim Soo-Chul is uniek, zeker voor kijkers uit Europa en Noord- en Zuid-Amerika.

Seo-Puyun-Jae

1993 | Drama

Noord-Korea​/​​Zuid-Korea 1993. Drama van Im Kwon-Taek. Met o.a. Kim Kyu-Chul, Oh Jung-Hae en Kim Myung-Gon.

In Korea kent men de Pansori. Om te begrijpen wat dit is, komt waarschijnlijk de rondtrekkende troubadour er het dichtste bij. In gezongen vorm wordt een verhaal verteld door een rondtrekkende minstreel. Deze film gaat over het verhaal van zo`n Pansori - Dongho (Kyu-Chul) - en in die vorm. Het wordt in flashbacks verteld. De film begint als Dongho dertig is; hij vertelt het verhaal over zijn moeder Yu-Bung (Myung-Kon) van wie hij de kunst leerde en zijn geadopteerde zusje Song-Hwa (Jung- Hae), die geleidelijk blind wordt. De film was een gigantisch succes in eigen land (in een korte tijd kwamen meer dan een miljoen mensen kijken, het grootste kassucces aller tijden in Korea) en is voor de Westerse kijker een niet altijd even eenvoudige kennismaking met de ori[KA3]entaalse cinema - er is bijvoorbeeld een sc[KA2]ene van negen (!) minuten, waarin het drietal aan de kim opdoemt en langzaam op de kijker afkomt. De beelden van Jung Il-Sung zijn magistraal en de muziek van Kim Soo-Chul is uniek, zeker voor kijkers uit Europa en Noord- en Zuid-Amerika.