Paul Hühn: muziek.
Er zijn 6 films gevonden.

Akrobat schö-ö-ön

1943 | Komedie

Duitsland 1943. Komedie van Wolfgang Staudte. Met o.a. Charlie Rivel, Karl Schönböck, Klara Tabody, Hans Hermann Schaufusz en Käte Dyckhof.

Een acrobaat krijgt zijn kans in een nachtclub als een collega uitvalt. Staudte's debuutfilm.

Zauber der Bohème

1937 | Muziek

Oostenrijk 1937. Muziek van Géza von Bolváry. Met o.a. Jan Kiepura, Marta Eggerth, Oskar Sima, Paul Kemp en Theo Lingen.

Een zangeres gaat aan dezelfde ziekte tenonder als de operaheldin die ze speelt. Niet alleen fragmenten uit Puccini's La Bohème, maar ook liederen van Robert Stolz voor het zangersechtpaar Eggerth-Kiepura. Aardige bijrollen van Kemp en Lingen.

Pat und Patachon im Paradies

1937 | Komedie

Oostenrijk 1937. Komedie van Karl Lamac. Met o.a. Pat, Patachon, Mady Rahl, Lucie Englisch en Rudolf Carl.

Op een paradijselijk eiland leven de nakomelingen van een eeuw geleden gestrande schipbreukelingen. Ze worden geconfronteerd met de moderne tijd. Een onderhoudende komedie met ondergeschikte rollen van de, vooral in de zwijgende tijd, beroemde Deense komieken die in het Duits 'Pat und Patachon' en in het Nederlands 'Watt en Half Watt' werden genoemd. Ook vertoond als EINE INSEL WIRD ENTDECKT.

Wo die Lerche singt

1936 | Komedie, Muziek

Hongarije​/​​Duitsland​/​​Zwitserland 1936. Komedie van Carl Lamac. Met o.a. Marta Eggerth, Hans Söhnker, Lucie Englisch, Rudolf Carl en Fritz Imhoff.

Freule Margit (Eggerth) en haar vader (Neugebauer) hebben grote zorgen. Hun kleine Hongaarse landgoed is met zware schulden bezwaard. Dan besluit Margit een auto-Csarda, ofwel een wegrestaurant, te beginnen. De jonge Hans (Söhnker), zoon van een rijke moeder, die eindelijk op eigen benen wil staan, probeert Margit over te halen hem een vergunning te geven voor de bouw van een benzinepomp. Ze worden verliefd op elkaar. Ieder denkt dat de ander arm is. Wanneer de waarheid uitkomt, komt het eerst tot een ruzie maar uiteindelijk komt alles goed. De film werd gemaakt naar de gelijknamige operette van Franz Lehár. De mooie zangstem van Marta Eggerth en het komische duo Englisch-Carl doen dramaturgische zwakheden vergeten.

Der Hund von Baskerville

1936 | Horror, Misdaad

Duitsland 1936. Horror van Carl Lamac. Met o.a. Peter Voß, Friedrich Kayßler, Bruno Güttner, Fritz Odemar en Alice Brandt.

De veelgelezen griezelroman van Arthur Conan Doyle heeft talloze filmers geïnspireerd. Dit is de derde Duitse, en wereldwijd gezien, de zesde filmversie. Het verhaal over de enorme bloedhond die het vervloekte geslacht van de Baskervilles achtervolgt, mag bekend verondersteld worden. De atmosfeer is hier uitstekend getroffen, met prachtig camerawerk, vooral in het nachtelijk moeras. Erich Ponto is een geweldige Stapleton, de onbekende Bruno Güttner als Holmes daarentegen is helemaal verkeerd gekozen. Hij is waarschijnlijk gekozen om zijn uiterlijk, maar hij is zo slecht dat hij door de toneelspeler Siegfried Schürenberg) nagesynchroniseerd moest worden. Toch is de film als geheel zeker het aanzien waard.

Mädchen zum Heiraten

1932 | Komedie

Duitsland 1932. Komedie van Wilhelm Müller. Met o.a. Renate Müller, Hermann Thimig, Wolf Albach-Retty, Gustl Stark-Gstettenbaur en Fritz Grünbaum.

Om Robert Goll, die bij een platenfirma werkt, het huwelijksbootje in te krijgen, treedt zijn collega Gerda stiekem in dienst bij zijn vrijgezellenhuishouding, als huishoudster. Deze deelt hij met zijn jongere broers. Gerda brengt de boel grondig op orde en krijgt haar Robert, na voorbijgaande ergernissen, aan het eind. Een gloedvolle muziekfilm met vlotte schlagers en veel humor. Ondanks de bekende hoofdrolspelers stelen hun collega's de show: de komiek Fritz Grünbaum als eigenaar van een huwelijksbureau en Szöke Szakall als huwelijkskandidaat. De dialogen tussen deze twee zijn grandioos en horen tot het beste dat de Duitse komische film voortgebracht heeft. Bij de gedachte dat Grünbaum in 1941 in het concentratiekamp Dachau stierf, vergaat je het lachen echter. De film was destijds een groot succes.