André Previn

Musicals, Great Musicals

Australië​/​​Verenigde Staten​/​​Frankrijk​/​​Verenigd Koninkrijk 1996. Documentaire van David Thompson. Met o.a. Cyd Charisse, Hugh Fordin, Stanley Donen, André Previn en Betty Comden.

Rollerball

Verenigde Staten​/​​Verenigd Koninkrijk 1975. Sciencefiction van Norman Jewison. Met o.a. James Caan, John Houseman, Maud Adams, John Beck en Moses Gunn.

Teleurstellend drama uit de 21e eeuw. Caan is kampioen in een gewelddadige sport in een maatschappij die geweld heeft uitgebannen. Gefilmd in de Olympische Basketballhal te München en in Londen, gebaseerd op William Harrisons verhaal Roller Ball Murders die zijn eigen scenario schreef. Achter de camera stond Douglas Slocombe.

The Music Lovers

Verenigd Koninkrijk 1970. Biografie van Ken Russell. Met o.a. Richard Chamberlain, Glenda Jackson, Christopher Gable, Max Adrian en Izabella Telezynska.

Deze barokke biopic over de Russische componist Tsjaikovski neemt het met de feiten van diens leven niet zo nauw. We zien hoe de flamboyante, homoseksuele musicus (gespeeld door Richard Chamberlain) vanwege zijn goede naam trouwt, maar met zijn gedrag zijn vrouw tot prostitutie brengt waarna ze uiteindelijk in het gekkenhuis eindigt. Russell (bij velen bekend van Tommy en Women in Love) presenteert het verhaal weinig subtiel: terwijl hij de beroemde Ouverture 1812 componeert ziet Tsjaikovski voor zich hoe het hoofd van een vriend door een kanonskogel wordt verpletterd.

Paint Your Wagon

Verenigde Staten 1969. Musical van Joshua Logan en Joshua Bachove. Met o.a. Lee Marvin, Clint Eastwood, Jean Seberg, Harve Presnell en Ray Walston.

‘Kunnen we niet proberen weer met elkaar te leven zoals voorheen..?’ smeekt de theatraal uitgelichte Elizabeth (Jean Seberg). Ze doelt op een westernleven met innig bevriende cowboys Pardner en Ben (Clint Eastwood en Lee Marvin). Maar dat gaat natuurlijk niet. Want Clint kreeg van z’n manager geen scripts met compromissen onder ogen. Hoewel, Clint's personage weet er nog wel een 1969-waardige ‘Ik heb nooit eerder een man zo gemogen als jij’ uit te persen richting Ben. En het is een musical. Clint's eerste en – wijs besluit – laatste.

The Fortune Cookie

Verenigde Staten 1966. Komedie van Billy Wilder. Met o.a. Jack Lemmon, Walter Matthau, Ron Rich, Cliff Osmond en Judi West.

Wanneer cameraman Harry (Lemmon) bij een footballwedstrijd langs de lijn omver wordt gegooid, heeft zijn zwager, advocaat Willie (Matthau), een goed idee: ze kunnen nu een torenhoge schadeclaim indienen. Harry moet daarvoor wel ernstige verwondingen veinzen. Heerlijke, geestig geschreven komedie van de man die in 1906 in het toenmalige Oostenrijk-Hongarije werd geboren en die in Hollywood met films als Some Like it Hot en The Apartment een belangrijke bijdrage zou leveren aan Hollywoods gouden jaren. Matthau, die veelvuldig zou samenwerken met Lemmon (bijvoorbeeld in Grumpy Old Men) kreeg een Oscar voor zijn rol.

Inside Daisy Clover

Verenigde Staten 1965. Drama van Robert Mulligan. Met o.a. Natalie Wood, Robert Redford, Christopher Plummer, Roddy McDowall en Ruth Gordon.

Wat een bijtend verslag van Woods opkomst als Hollywood-ster van de jaren dertig had moeten worden, is mislukt. Rake situaties, maar met karikaturen in plaats van mensen. Scenario van Gavin Lambert.

My Fair Lady

Verenigde Staten 1964. Musical van George Cukor. Met o.a. Audrey Hepburn, Rex Harrison, Stanley Holloway, Wilfrid Hyde-White en Gladys Cooper.

Audrey Hepburn speelt Eliza Doolittle, een Londense bloemenverkoopster met een onelegant Cockney-accent. Als linguïst professor Henry Higgins (Harrison) en zijn vriend kolonel Pickering haar horen praten, verklaart Higgins van Eliza binnen zes maanden een echte lady te kunnen maken, alleen maar door haar spraak aan te passen. Hier beginnen klassiek geworden liedjes en beroemde dialogen. Eliza: 'The rine in spine sties minely in the pline.' Higgins: 'The rain in Spain stays mainly in the plain.' Eliza: 'Didn't I sy that?' Natuurlijk wordt Eliza een dame, maar Higgins zal ondervinden dat zij niet zomaar een proefkonijn is. My Fair Lady won acht Oscars.

Kiss Me, Stupid

Verenigde Staten 1964. Komedie van Billy Wilder. Met o.a. Dean Martin, Kim Novak, Ray Walston, Felicia Farr en Cliff Osmond.

Wilder en de excentrieke komedie van I.A.L. Diamond werd in 1964 als obsceen beschouwd en is sindsdien niet veel beter geworden; amateurliedjesschrijver Orville J. Spooner (Walston, die de rol van Sellers na een hartaanval overnam) probeert zijn materiaal aan Dino Latina (Martin) te verkopen, maar is bezorgd dat de entertainer erop uit is zijn mooie vrouw te verleiden. Camerawerk van Joseph LaShelle.

Goodbye Charlie

Verenigde Staten 1964. Drama van Vincente Minnelli. Met o.a. Tony Curtis, Debbie Reynolds, Pat Boone, Walter Matthau en Martin Gabel.

Smakeloze filmversie zonder enige diepgang van George Axelrod's toneelstuk. Een wrede gangster gaat dood en komt terug op aarde als Reynolds.

Dead Ringer

Verenigde Staten 1964. Misdaad van Paul Henreid. Met o.a. Bette Davis, Karl Malden, Peter Lawford, Jean Hagen en George Macready.

Davis slaagt erin om de verloofde van haar tweelingszus (eveneens Davis uiteraard) af te snoepen, door een onterechte zwangerschap te claimen. Achttien jaar later ontmoeten de zussen elkaar opnieuw, vanwege de begrafenis van de man. De bedrogen zus heeft een ingenieus plan bedacht om haar rivale uit de weg te ruimen en haar identiteit aan te nemen, zodat zij kan genieten van haar zusters rijkdom. Dan duikt er een afperser op. Knap in elkaar gestoken originele thriller die vooral zijn impact krijgt door de dubbele rol van Davis. De intrige is soms wat geforceerd, maar dat neemt niet weg dat de spanning tot het einde toe volgehouden wordt dank zij de vele onverwachte wendingen in het scenario van Albert Beich en Oscar Millard. Fotografie van Ernest Haller. In 1986 opnieuw gemaakt als tv-film met als titel THE KILLER IN THE MIRROR. In Engeland uitgebracht als DEAD IMAGE.

Irma la Douce

Verenigde Staten 1963. Komedie van Billy Wilder. Met o.a. Shirley MacLaine, Jack Lemmon, Lou Jacobi, Bruce Yarnell en Herschel Bernardi.

Na het succes van The Apartment (1960) is het gouden trio Wilder-Lemmon-MacLaine wederom op volle sterkte in deze romantische klassieker. Lemmon speelt Nestor, een voormalige politieman die verliefd wordt op de prostituee Irma (geweldige rol van MacLaine). Hij kan het niet verdragen dat ze met iedereen het bed deelt en verzint een geniaal plan om haar voor zichzelf te houden. Lemmon is in topvorm als de charmante en grappige verleider die alles in het werk stelt om zijn liefde te behouden maar ongewild zijn eigen graf graaft. Oscar voor de muziek, Golden Globe voor MacLaine.

Two for the Seesaw

Verenigde Staten 1962. Drama van Robert Wise. Met o.a. Robert Mitchum, Shirley MacLaine, Edmond Ryan, Elisabeth Fraser en Eddie Firestone.

Mitchum is de advocaat Jerry Ryan, die in New York een nieuw leven wil beginnen en betrokken raakt bij het wilde meisje Gittel Mosca (MacLaine). Naar een toneelstuk van William Gibson, door Isobel Lennart tot scenario bewerkt.

Four Horsemen of the Apocalypse

Verenigde Staten 1962. Oorlogsfilm van Vincente Minnelli. Met o.a. Glenn Ford, Ingrid Thulin, Charles Boyer, Lee J. Cobb en Paul Henreid.

Vergeleken met de zwijgende versie van Rex Ingram uit 1921 (met Valentino in de hoofdrol van een jonge Argentijn en een verhaal dat speelde tijdens WO I in Frankrijk), is dit dure glamour op platgetreden paden, waarbij elk gevoel voor realiteit verloren is. Het verhaal gaat over een familie die deels in bezet Frankrijk leeft en deels in nazi-Duitsland. Ze vechten aan beide zijden van het front tijdens WO II. Angela Lansbury zou de dialogen van Thulin ingedubd hebben. Robert Ardrey en John Gay bewerkten een roman van Vincente Blasco-Ibañez tot scenario. Camerawerk van Milton Krasner. Metrocolor. Gefilmd in CinemaScope.

One, Two, Three

Verenigde Staten​/​​Duitsland 1961. Komedie van Billy Wilder. Met o.a. James Cagney, Arlene Francis, Horst Buchholz, Pamela Tiffin en Red Buttons.

Vrolijke, vlotte Wilder-film over een directeur van de Coca Cola fabriek in West-Berlijn. Cagney speelt wonderbaarlijk goed in zijn laatste film vóór RAGTIME, twintig jaar later. De muziek van André Previn maakt op originele wijze gebruik van de 'Sabeldans' van Chattsjaturian. Scenario van regisseur Wilder en I.A.L. Diamond naar een toneelstuk van Ferenc Molnár. Camerawerk vam Daniel L. Fapp.

All in a Night's Work

Verenigde Staten 1961. Komedie van Joseph Anthony. Met o.a. Dean Martin, Shirley MacLaine, Charles Ruggles, Cliff Robertson en Norma Crane.

Gebaseerd op een toneelstuk van Owen Elford naar het gelijknamige boek van Margit Veszi. De welgestelde eigenaar van een uitgeverij wordt dood gevonden met een lach op zijn gezicht. Zijn neef Tony (Martin) erft de zaak maar hij vreest dat Katie (MacLaine), die ook een aardige som ontvangt, de boel wil chanteren om haar 'omgang' met de miljonair te verbergen. Zij is namelijk als laatste gezien met de uitgever en Tony vermoedt dat ze verantwoordelijk is voor de laatste grijns van zijn oom. Ondanks zijn vermoedens valt hij voor de bevallige Katie die ten stelligste ontkent iets met de dood van zijn oom te maken te hebben. De luchtige komedie komt uit de pen van maar liefst zes schrijvers, drie voor de film en drie voor het toneelstuk en het boek. Joseph Anthony, zelf Broadwayregisseur en -schrijver, dirigeerde de klucht vlot en met gevoel voor dosering met Martin en MacLaine in een perfecte combinatie van humor en romantiek. (VM/VPRO Gids)

Who Was That Lady?

Verenigde Staten 1960. Komedie van George Sidney. Met o.a. Tony Curtis, Dean Martin, Janet Leigh, James Whitmore en John McIntire.

Vlotte verwikkelingen ontrollen zich in gekruide vaart over het doek als Curtis en Martin zich voordoen als geheimagenten om Tony's jaloerse vrouw Leigh om de tuin te leiden. Naar een toneelstuk van Norman Krasna.

The Subterraneans

Verenigde Staten 1960. Drama van Ronald MacDougall en Ranald MacDougall. Met o.a. Leslie Caron, George Peppard, Janice Rule, Roddy McDowall en Anne Seymour.

Een sjieke, oppervlakkige weergave van leven en liefde bij de Beatniks waarin op leven en dood wordt geschmierd.

Elmer Gantry

Verenigde Staten 1960. Drama van Richard Brooks. Met o.a. Burt Lancaster, Jean Simmons, Dean Jagger, Arthur Kennedy en Shirley Jones.

Charlatan Lancaster voegt zich bij de evangeliste Simmons om mee te profiteren van haar rondtrekkende show. Reporter Kennedy probeert hun hypocrisie aan de kaak te stellen. Lancaster won met zijn titelrol een Oscar, evenals Jones met haar rol van een in de steek gelaten meisje dat prostituée is geworden. Brooks kreeg een Oscar voor het scenario. Een energieke bewerking van de roman van Sinclair Lewis over het middenwesten van de jaren 1920- 1930, een film die je beslist moet zien. Camerawerk van John Alton.

Bells are Ringing

Verenigde Staten 1960. Musical van Vincente Minnelli. Met o.a. Judy Holliday, Dean Martin, Fred Clark, Eddie Foy Jr. en Jean Stapleton.

De blonde Ella Peterson werkt bij de boodschappendienst Susanswerphone. Ze onderhoudt contacten met talloze mensen en dringt hun levens binnen. Ella is verliefd op J. Otto Pranz, een illegale gokker, die haar dienst gebruikt om weddenschappen af te sluiten.

Porgy and Bess

Verenigde Staten 1959. Muziek van Otto Preminger. Met o.a. Sidney Poitier, Dorothy Dandridge, Pearl Bailey, Sammy Davis jr en Brock Peters.

De klassieke zwarte opera van Gershwin statisch gepresenteerd met een camera die niet aan het verhaal deelneemt. Sammy Davis steelt de show als Sportin' Life. Beroemde nummers: 'Summertime', 'It Ain't Necessarily So' en 'I Got Plenty Of Nothing'

House of Numbers

Verenigde Staten 1957. Misdaad van Russell Rouse. Met o.a. Jack Palance, Barbara Lang, Harold J. Stone en Edward Platt.

Palance speelt een dubbelrol van een brave burger die zijn gangsterbroer, een ex-boxer, uit de gevangenis wil bevrijden door zijn plaats in te nemen. Ondanks het onwaarschijnlijke thema een onderhoudende film. Scenario van Russell Rouse en Don Mankiewicz naar een roman van Jack Finney. Camerawerk van George J. Folsey.

Hot Summer Night

Verenigde Staten 1957. Misdaad van David Friedkin. Met o.a. Leslie Nielsen, Colleen Miller, Edward Andrews, Claude Atkins en Paul Richards.

Een onconventioneel verhaal over de reporter Bill Partain (Nielsen) die zijn best doet om een interview te krijgen met de leider van een roofbende Tom Ellis (Wilke). Het scenario is van regisseur Friedkin en Morton S. Fine. Het camerawerk is van Harold J. Marzorati.

Designing Woman

Verenigde Staten 1957. Komedie van Vincente Minnelli. Met o.a. Gregory Peck, Lauren Bacall, Dolores Gray, Sam Levene en Chuck Connors.

De New Yorkse sportjournalist Mike (Peck) heeft gewonnen in de toto. Dit feit viert hij zo intens dat hij zich er de volgende dag niets van herinnert. Ook niet dat hij inmiddels modeontwerpster Marilla (Bacall) heeft ontmoet. Maar kennelijk heeft het geklikt, want binnen een week zijn ze getrouwd. Na een tijdje blijkt echter dat ze weinig gemeenschappelijke interesses hebben. Twee amusante hoofdrolspelers debiteren scherpe, venijnige dialogen, in de beste traditie van de screwball-komedie. Scenarioschrijver George Wells hield een Oscar over aan zijn scenario.

The Fastest Gun Alive

Verenigde Staten 1956. Western van Russell Rouse. Met o.a. Glenn Ford, Jeanne Crain, Broderick Crawford, Russ Tamblyn en Allyn Joslyn.

In deze goede western is Ford de revolverheld die zijn wapens heeft afgedaan, en met zijn vrouw Crain een winkeltje drijft. Hij krijgt een minderwaardigheidscomplex omdat iedereen denkt dat hij maar geen echte kerel is, en hij heeft een trauma, omdat hij de moord op zijn vader nooit heeft gewroken. Crawford, ooit een fatsoenlijk en beminnelijk mens totdat zijn vrouw er met een schietgrage schurk vandoor ging, heeft ook een trauma. Sindsdien wenst hij iedereen, die snel met het pistool is, om zeep te helpen. En zo botst hij Ford tegen het lijf die gedwongen wordt nog eenmaal te bewijzen of hij nog steeds de snelste is.

The Catered Affair

Verenigde Staten 1956. Komedie van Richard Brooks. Met o.a. Bette Davis, Ernest Borgnine, Debbie Reynolds, Barry Fitzgerald en Rod Taylor.

Reynolds, dochter van een Newyorkse taxichauffeur gaat trouwen. Haar moeder Davis staat erop dat er een feest zal komen zoals zij nog nooit heeft meegemaakt. Hiervoor gebruikt ze al het spaargeld van haar echtgenoot, die ervan droomde ooit voor deze gelegenheid een eigen taxi te kunnen kopen. Davis als 'mother of the bride' is schitterend in deze komedie vol vinnige dialogen, gebracht op haar eigen, niet te imiteren wijze. Ze wordt omringd door een reeks uitstekende acteurs. Gore Vidal baseerde zijn scenario op een televisiespel van Paddy Chayefsky. Achter de camera stond John Alton. Wordt ook vertoond in ingekleurde versie. Ook bekend als WEDDING BREAKFAST.

Invitation to the Dance

Verenigd Koninkrijk​/​​Verenigde Staten 1956. Musical van Gene Kelly. Met o.a. Gene Kelly, Igor Youskevitch, Claire Sombert, David Paltenghi en Daphne Dale.

Kelly's ambitieuze film vertelt geheel in danstrant drie verhalen. Oprecht, maar ongeïnspireerd, behalve het laatste 'Sinbad'-segment met Kelly in de tekenwereld van Hanna en Barbera. Scenario van Kelly, camerawerk van Frederick A. Young en Joseph Ruttenberg.

It's Always Fair Weather

Verenigde Staten 1955. Musical van Stanley Donen en Gene Kelly. Met o.a. Gene Kelly, Dan Dailey, Michael Kidd, Cyd Charisse en Dolores Gray.

Kelly, Dailey en Kidd hebben in 1945 de oorlog overleefd, zijn meer dan gabbers geworden en ontmoeten elkaar tien jaar later in de Newyorkse bar waar zij afscheid van elkaar namen. Als ze elkaar terugzien in 1955, zijn zij uit elkaar gegroeid. Zij nemen voorgoed afscheid maar dat vieren ze door flink de bloemetjes buiten te zetten. Het tv-scherm geeft te weinig ruimte voor de gestileerde danspasjes van Kelly en de choreografie van Kidd. New York-achtige muzikale komedie, geschreven door Betty Comden en Adolph Green levert wel enkele leuke muzikale nummertjes van Andr[KA1]e Previn op maar de kleuren zijn te hard en een breed bioscoopscherm helpt ook al niet veel. Het feit dat het publiek nauwelijks kwam opdagen, toonde aan dat de filmmusical toen (1955) al op de terugweg was. Camerawerk van Robert Bronner.

Bad Day at Black Rock

Verenigde Staten 1955. Thriller van John Sturges. Met o.a. Spencer Tracy, Robert Ryan, Anne Francis, Dean Jagger en Walter Brennan.

Zwijgzame vreemdeling komt aan in stadje in het zuiden van Amerika dat in handen is van één man, en ontdekt dat men daar een verschrikkelijk geheim verbergt. Hij moet vrezen voor zijn leven. Inderdaad: net een Eastwood-film, maar Bad Day at Black Rock speelt kort na WO II. Spencer Tracy is de vreemdeling (extra kwetsbaar, want hij heeft maar één arm), die het moet opnemen tegen landeigenaar Robert Ryan en zijn mannen (onder wie meesterploerten Lee Marvin en Ernest Borgnine). Naar verluidt de eerste Hollywood-film waarin de schandelijke behandeling van de Japanse Amerikanen in WO II werd belicht.

The Girl Who Had Everything

Verenigde Staten 1953. Drama van Richard Thorpe. Met o.a. Elizabeth Taylor, Fernando Lamas, William Powell, Gig Young en James Whitmore.

Een oppervlakkig en gekunsteld melodrama met Taylor als dochter van een advocaat die het niet al te nauw neemt met de wet. Ze wordt verliefd op een van zijn malafide cliënten, een maffiabaas, een relatie die haar bijna verdoemt. De ervaren hoofdrollen slagen er niet in om het scenario dat Art Cohn distilleerde uit de roman van Adela Rogers St. John tot leven te brengen. Het camerawerk is van Paul C. Vogel. In 1931 reeds verfilmd door Clarence Brown als A FREE SOUL.

Kiss Me Kate

Verenigde Staten 1953. Komedie van George Sidney. Met o.a. Kathryn Grayson, Howard Keel, Ann Miller, Keenan Wynn en Bobby Van.

De succesvolle regisseur Fred Graham (Keel) haalt zijn ex-vrouw Lilli Vanessi (Grayson) over de rol van opstandige echtgenote te spelen in een musicalversie van Shakespeares The Taming of the Shrew, waarin hij zelf ook meespeelt. In deze verfilming van Cole Porters Broadway-productie lopen de ontwikkelingen backstage parallel aan de gebeurtenissen op het toneel. Met mooie choreografieën van Hermes Pan, Bob Fosse danst even de sterren van de hemel en de liedjes, waaronder 'So in love', 'Wunderbar' en 'Too darn hot' zijn heel fijn. De muziek werd genomineerd voor een Oscar.

Give a Girl a Break

Verenigde Staten 1953. Musical van Stanley Donen. Met o.a. Marge Champion, Gower Champion, Debbie Reynolds, Kurt Kasznar en Larry Keating.

Kort voor de première van een nieuwe Broadwayshow gaat de ster er vandoor en aan regisseur Ted Sturgis is nu de lastige taak om op heel korte termijn een opvolgster te vinden. Na een selectie zijn er nog drie dames in de race: de elegante balletdanseres Joanna Moss, Sturgis' vroegere danspartner en ex-minnares Madelyn Corlane en de onervaren nieuwkomer Suzy Doolittle. Sturgis heeft natuurlijk een zekere voorkeur voor Madelyn, maar uiteindelijk gaat de rol naar Joanna. Dan blijkt dat Joanna zwanger is en dat is de grote kans voor Suzy

Cause for Alarm

Verenigde Staten 1951. Misdaad van Tay Garnett. Met o.a. Loretta Young, Barry Sullivan, Bruce Cowling, Margalo Gillmore en Bradley Mora.

Ellen Jones (Young), echtgenote van de psychisch gestoorde Georges (Sullivan), probeert op alle mogelijke manieren een brief, die al gepost is terug te krijgen, omdat deze haar in verband zou kunnen brengen met een moord. Interessante, maar niet helemaal gelukte psychologische thriller met een verrassende plotwending. Het scenario van Mel Dinelli en Tom Lewis geeft de hoofdrolspelers de kans hun talent ten volle aan te wenden. De regie van Tay Garnett is echter te zwak om de film boven de middelmaat te krijgen. Joseph Ruttenberg hanteerde de camera. De melodieuze score is gemaakt door André Previn.

Three Little Words

Verenigde Staten 1950. Musical van Richard Thorpe. Met o.a. Fred Astaire, Debbie Reynolds, Vera-Ellen, Red Skelton en Arlene Dahl.

Een doorsnee-MGM-musical over de beroemde liedjescomponisten Kalmar en Ruby en hun weg naar de roem. Aanstekelijke bezetting en prima liedjes. Scenario van George Wells. Camerawerk van Harry Jackson.

The Outriders

Verenigde Staten 1950. Western van Roy Rowland. Met o.a. Joel McCrea, Arlene Dahl, Barry Sullivan, Ramon Novarro en James Whitmore.

Het overbekende verhaaltje met alle bijbehorende clichés over drie soldaten van de Conferatie die na hun ontsnapping uit een gevangenis in Missouri een goudzending proberen buit te maken voor de Zuidelijken tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog.

Shadow on the Wall

Verenigde Staten 1950. Mysterie van Patrick Jackson. Met o.a. Ann Sothern, Zachary Scott, Nancy Davis, Gigi Perreau en Barbara Billingsley.

Een vlotte suspensefilm waarin Ferreau een shock krijgt als zij haar moeder vermoord ziet worden, haar vader van moord beschuldigd wordt en dreigt geëxecuteerd te worden op de electrische stoel, maar tenslotte de dader met behulp van psychologe Davis in de val laat lopen. Scenario van William Ludwig naar een verhaal van Hannah Lees en Lawrence Bachmann. Camerawerk van Ray June.

Kim

Verenigde Staten 1950. Avonturenfilm van Victor Saville. Met o.a. Errol Flynn, Dean Stockwell, Paul Lukas en Robert Douglas.

Een jonge wees raakt in India bevriend met een Afghaanse paardenhandelaar, die werkt voor de Engelse geheime dienst.

Tension

Verenigde Staten 1949. Drama van John Berry. Met o.a. Richard Basehart, Audrey Totter, Cyd Charisse, Barry Sullivan en Tom D'Andrea.

De verlegen Warren (Basehart) stelt een grondig wraakplan op om zijn ruimdenkende vrouw Claire (Totter) die hem in de steek liet, te straffen. Een rustig verlopend drama. Het scenario is van Allen Rivkin naar het verhaal van John Klorer.

Scene of the Crime

Verenigde Staten 1949. Misdaad van Roy Rowland. Met o.a. Van Johnson, Arlene Dahl, Gloria DeHaven, Tom Drake en Leon Ames.

Doorsnee wie-is-de-dader-film met politieman Johnson die een moord op een collega moet oplossen. Scenario van Charles Schnee naar een verhaal van John Bartlow Martin. Camerawerk van Paul C. Vogel.

Lassie: Challenge to Lassie

Verenigde Staten 1949. Familiefilm van Richard Thorpe. Met o.a. Edmund Gwenn, Donald Crisp, Geraldine Brooks, Reginald Owen en Sara Allgood.

Lassie keert steeds terug naar het graf van d`r baas Crisp. De vroede vaderen van de stad Edinburgh maken jacht op iedere hond die zonder meester is, maar herbergier Gwen steekt zijn nek uit: tot het gerechtshof aan toe! De spelprestaties zijn degelijk vakwerk en de film is een halve eeuw na dato nog steeds de moeite waard. Naar een waargebeurd verhaal uit de 19e eeuw. Lassie was in feite een Skye-terrier. Later opnieuw gemaakt als GREYFRIARS BOBBY (waarin Crisp de beheerder van het kerkhof speelt). William Ludwig bewerkte de roman van Eleanor Atkinson to scenario. Camerawerk van Charles Schoenbaum.

Border Incident

Verenigde Staten 1949. Misdaad van Anthony Mann. Met o.a. Ricardo Montalban, George Murphy, Howard Da Silva, Teresa Celli en Charles McGraw.

Een Amerikaanse en een Mexicaanse geheime agent werken samen om een misdadige koppelbaasorganisatie op te rollen, die illegale Mexicaanse arbeiders over de grens smokkelt, en ze vervolgens als goedkope werkkrachten laat uitbuiten door de corrupte eigenaar van een groot landbouwbedrijf. Ze infiltreren in een arbeidersgroepje en de Amerikaanse agent moet lijdzaam toezien hoe zijn partner onder een tractor vermorzeld wordt. Het uur der wrake heeft dan geslagen. Een bloedige shoot-out in de finale is beslissend. Spannend, strak geregisseerd maar gewelddadig. Scenario van John C. Higgins en camerawerk van John Alton.