Roger Legris: cast.
Er zijn 7 films gevonden.

La cité de l'indicible peur

1964 | Thriller, Komedie

Frankrijk 1964. Thriller van Jean-Pierre Mocky. Met o.a. Bourvil, Jean-Louis Barrault, Francis Blanche, Jacques Dufilho en Victor Francen.

Een simpele politieman gaat een valsemunterij onderzoeken in een stadje waar de bizarre bewoners allemaal hun eigen geheimen hebben en waar een reeks onverklaarbare moorden plaatsvindt. De regie aarzelt in toon tussen een misdaadkomedie en een griezelfantasie die door middel van de sfeervolle fotografie en excentrieke rollen van de bejaarde acteurs pakkend overkomt, maar steeds ondermijnd wordt door niet al te beste humor. Scenario van regisseur Mocky, Gérard Klein naar een roman van Jean Ray. Camerawerk Eugen Shuftan. De film werd met coupures ook uitgebracht als LA GRANDE FROUSSE.

Le Charcutier de Mâchonville

1947 | Komedie

Frankrijk 1947. Komedie van Vicky Ivernel. Met o.a. Bach, Milly Mathis, Nina Myral, Colette Vivia en France Degand.

Deze film is een bewerking van de bestseller van Marcel-Eric Grancher en is op het lijf geschreven van de komiek Bach. Niet alleen slaat de moord op de hoofdpersoon als een tang op een varken, maar bovendien is de film ordinair, grof en platvloers, geregisseerd door een onbekende knoeier.

Le roman de Werther

1938 | Romantiek, Drama

Frankrijk 1938. Romantiek van Max Ophüls. Met o.a. Pierre Richard-Wilm, Annie Vernay, Jean Galland, Jean Périer en Paulette Pax.

Een dichter sterft aan een ongelukkige liefde voor een jonge vrouw die met zijn vriend is getrouwd. Ophüls geeft een ontnuchterende versie van de romantische Weltschmerz uit Goethe's beroemde roman die de personages aardser en volwassener maakt en bepaalt, door of in verzet tegen sociale conventies. Vernay vooral is opmerkelijk in de genadeloze oprechtheid van Lotte en de virtuose cameravoering geeft zowel interieurs als fraaie landschappen en motoriek en expressie van de acteurs alle aandacht. Deze minder bekende film doet nauwelijks onder voor klassiek naoorlogs werk van deze regisseur. Scenario van Ophüls en Hans Wilhelm. Camerawerk van Eugen Schüfftan, Paul Portier, Fédote Bourgassof en Georges Stilly.

Deuxième bureau contre Kommandantur

1938 | Oorlogsfilm

Frankrijk 1938. Oorlogsfilm van René Jayet en Robert Bibal. Met o.a. Léon Mathot, Gabriel Gabrio, Jean Max, Henry Roussell en Paul Azaïs.

Bewerking van de roman van Pierre Nord, die mede verantwoordelijk is voor scenario en dialogen. Deze geschiedenis over Franse heldenmoed komt uiteraard erg gedateerd over; daarnaast steekt hij povertjes af bij de meesterwerken binnen dit genre, zoals die van Pabst of Milestone. Vanwege de kwaliteit van het spel nog wel de moeite van het bekijken waard.

Pépé-le-Moko

1937 | Film noir, Drama

Frankrijk 1937. Film noir van Julien Duvivier. Met o.a. Jean Gabin, Mireille Balin, Line Noro, Lucas Gridoux en Fernand Charpin.

Een van moord verdachte gangster duikt onder in de kasbah van Algiers, tot hij verliefd wordt op een frivole Parijse toeriste. Om haar terug te zien komt hij uit zijn schuilplaats en wordt gearresteerd. Deze beroemde film die Gabin tot een internationale ster maakte heeft een sfeervolle milieutekening en een reeks knap gespeelde bijrollen, waardoor de film sterker is gebleven dan de latere Hollywoodversies CASBAH en ALGIERS. Scenario van Duvivier, Henri Jeanson, Jacques Constant en Henri la Barthe naar het boek van Roger d'Ashelbe. Camerawerk van Jules Kruger en Marc Fossard.

L' Occident

1937 | Drama, Avonturenfilm, Oorlogsfilm

Frankrijk 1937. Drama van Henri Fescourt. Met o.a. Charles Vanel, Jules Berry, José Noguero, Rama Tahé en Robert Le Vigan.

Avonturen van kolonisten in Marokko, naar Henry Kistemaeckers. De wijze waarop ten tijde van het Franse Keizerrijk van Napoleon III tegen deze zaken werd aangekeken komt nu sterk verouderd over. Maar het blijft een uitmuntend filmportret van een jong Marokkaans meisje uit gegoede kringen dat zich de westerse levensstijl eigen maakt.

Les nuits moscovites

1934 | Drama

Frankrijk 1934. Drama van Alexis Granowsky. Met o.a. Annabella, Harry Baur, Pierre Richard-Willm, Spinelly en Germaine Dermoz.

1916. WO I woedt in alle hevigheid. In een militair hospitaal in Moskou leert verpleegster Natacha Kovrine (Annabella) kapitein Ignatoff (Richard-Willm), een jonge officier kennen, die gewond is. Ze worden verliefd, maar ze is al verloofd met de veel oudere, maar rijke graanhandelaar Piotr Brioukow (Baur). Als Ignatoff begrijpt dat ze aan een ander toebehoort, verdwijnt hij geruisloos. Later wordt kapitein Ignatoff beschuldigd van spionage, maar de ridderlijke getuigenis van Brioukow redt hem van de strop. Een melodrama van jewelste, dat alleen nog maar interessant is vanwege de prachtige decors van André Andrejew en zeker niet vanwege het scenario van Hermann Kosterlitz die de pulproman van Pierre Benoit bewerkte. Het camerawerk was in handen van Franz Planer en Louis Née, en oogt nog steeds zeer goed. Baur was beslist niet in topvorm. Er werd tegelijkertijd een Engelstalige versie gedraaid onder de regie van Anthony Asquith met eveneens Baur, die zijn eigen rol speelde, Laurence Olivier, Penelope Dudley Ward en Robert Cochran. Deze film kwam in Engeland uit onder de titel MOSCOW NIGHTS en in Amerika als I STAND CONDEMNED.