Wladimir Ivanov: camera.
Er zijn 5 films gevonden.

Lévy et Goliath

1986 | Komedie

België​/​​Frankrijk 1986. Komedie van Gérard Oury. Met o.a. Richard Anconina, Michel Boujenah, Jean-Claude Brialy, Souad Amidou en Maxime Leroux.

Een vervelend vervolg op RABBI JACOB. Hoewel ook geen hoogvlieger, had die film toch op z`n minst het voordeel dat Louis De Fun[KA2]es erin meedeed, die het publiek in zijn ban weet te houden. Hier gaat het om de absurde wederwaardigheden van een jonge orthodoxe jood en een hasjiesroker uit Antwerpen. Zij vervoeren door een vergissing verdovende middelen naar Parijs, terwijl ze denken diamantslijpsel bij zich te hebben. Is nauwelijks interessant, want totaal `voorspelbaar` met inbegrip van de ergste clich[KA1]es (de politiecommissaris die een travestiet is, de verplichte homoseksuelen, de dito jeugdige rellenschoppers) en een karikaturale en erg onsympathieke beschrijving van Antwerpen, die ver van de werkelijkheid afstaat. En niet te vergeten: twee komedianten uit het Middellandse Zee- gebied spelen de hoofdrollen en moeten dus joden afkomstig uit Centraal Europa voorstellen! Scenario van de regisseur en Danièle Thompson. Camerawerk van Wladimir Ivanov.

Une Merveilleuse journée

1980 | Komedie

Frankrijk 1980. Komedie van Claude Vital. Met o.a. Michel Galabru, Bernadette Lafont, Daniel Ceccaldi, Stéphane Hillel en Dorothée Jemma.

Een hulpje in een noodlijdende apotheek wordt voor korte tijd in dienst genomen door een zieke miljonair en wint en verspeelt in het casino van Deauville zelf miljoenen. De rijke schoonheid op wie hij indruk wilde maken is in werkelijkheid ook straatarm. Een afgetrapte boulevardklucht compleet met 'dolle' overspelsituaties kreeg een filmvorm als in de oerdagen van de televisie. Anders verdienstelijke acteurs spelen alsof ze het schellinkje van de schouwburg moeten bereiken. Het scenario is van regisseur Vital naar het toneelstuk van Yves Mirande, Gustave Quinson en Georges Lerec. Het camerawerk is van Wladimir Ivanov.

L'aile ou la cuisse

1976 | Komedie

Frankrijk 1976. Komedie van Claude Zidi en Vladimir Cosma. Met o.a. Louis de Funès, Julien Guiomar en Coluche.

Culinaire satire, vader-zoondrama en situatiekomedie ontmoeten elkaar in deze vermakelijke Zidi-film. Waarin de gevreesde gastronomenpaus Charles Duchemin (De Funès) het opneemt tegen Jacques Tricatel (Guiomar), gewiekst poenschepper dankzij zelfbedieningsrestaurants met goedkope lopendebandkost. Duchemins andere kopzorg: zoon Gérard (Coluche) wil hem niet opvolgen, maar circusclown worden. Het hoofdthema kwaliteitsvoedsel versus instantprak, in een geestige fabriekscène stripachtig in beeld gebracht, wordt in de 21ste eeuw deprimerend actueler. Komiek grootmeester De Funès, tijdens de opnamen op streng dieet, heeft gouden momenten wanneer hij etablissementen gaat keuren.

Le cerveau

1969 | Komedie, Misdaad

Frankrijk​/​​Italië 1969. Komedie van Gérard Oury. Met o.a. David Niven, Jean-Paul Belmondo, Eli Wallach, Silvia Monti en Raymond Gérôme.

Bestaat de ultiem Franse Goed Humeur-film? Zo ja, dan is het er waarschijnlijk eentje van het driespan Oury (1919-2006), co-scenarist/dochter Danièle en auteur Marcel Jullian: La grande vadrouille, Le corniaud of ook deze heerlijk maffe misdaadkomedie die maar geen vaart mindert. Twee partijen hebben daarin hetzelfde treinroofplan - en dus een probleempje. Grappige scènes en memorabele types te over, Niven voorop als hyperintelligente gentleman-boef wiens hoofd soms scheef hangt van zijn te grote IQ. Voeg daarbij de zonnige sixtiessoundtrack van Georges Delerue, de 'Scope-fotografie en Italiaanse starlet Silvia Monti in bikini en je hebt een confettibom van formaat.

La villa Santo - Sospir

1952 | Documentaire, Experimenteel

Frankrijk 1952. Documentaire van Jean Cocteau. Met o.a. Jean Cocteau, Edouard Dermithe en Francine Weisweiller.

De beroemde Franse kunstenaar Jean Cocteau nodigt ons uit op een bezichtiging van de decoratie die hij aanbracht in de Villa Santo Sospir in Saint-Jean-Cap-Ferrat, in opdracht van de eigenares Francine Weisweiller. Befaamde schilders die voor hem in dit plaatsje werkten waren o.a. Picasso en Matisse. De tekeningen op wanden en deuren werden geïnspireerd door legende, mythologie en religie, gaande van eenvoudige ornamenten tot complex uitgewerkte schilderijen. Orpheus, die een belangrijke rol zou spelen in zijn filmcarrière, is ook hier goed vertegenwoordigd. Naar het einde toe gaat Cocteau met de beelden spelen wat een indrukwekkend poëtisch beeld geeft van zowel het badstadje als de schilderwerken. Een unieke gelegenheid om eens een ander aspect te leren kennen van cultureel duizendpoot Cocteau. De film is vooral interessant voor kunsthistorici, de gemiddelde filmliefhebber heeft er minder boodschap aan. Cocteau schreef het scenario en spreekt zelf de commentaar. Hij werd geassisteerd door Frédéric Rossif. Camerawerk was in handen van C. Iwanow.