Blanche Denège: cast.
Er zijn 5 films gevonden.

Le Bal des Pompiers

1949 | Komedie

Frankrijk 1949. Komedie van André Berthomieu. Met o.a. Paulette Dubost, Michèle Philippe, Blanche Denège, Claude Dauphin en Pierre Louis.

Bewerking van de komedie van Jean Nohain over het Frankrijk van 1948, via de leden van een voor die tijd 'kenmerkende' familie, beschreven in een schijnbaar naïeve stijl. In feite gaat het om een bittere satire: de een is en blijft altijd rijk; de ander is en blijft altijd arm of, zoals de spreuk zegt 'Wie voor een dubbeltje geboren wordt, wordt nooit een kwartje...' Deze fabel, behendig gefilmd en grappig gespeeld, toont aan dat Berthomieu een filmer is om in de gaten te houden.

Le coeur sur la main

1948 | Komedie, Muziek

Frankrijk 1948. Komedie van André Berthomieu. Met o.a. Bourvil, Michèle Philippe, Lolita de Silva, Robert Berri en Charles Bouillaud.

Een accordeonist brengt het als begeleider van een nachtclub- artieste tot welstand, maar wordt door haar en haar minnaar opgelicht, zodat hij als straatzanger aan de kost moet komen. Deze gedateerde komedie rond de goedgelovigheid van Bourvil - in het beginstadium van zijn carrière - is van het begin tot het eind voorspelbaar. Liedjes zijn van Étienne Lorin.

L' Homme du Niger

1939 | Drama

Frankrijk 1939. Drama van Jacques de Baroncelli. Met o.a. Victor Francen, Annie Ducaux, Jacques Dumesnil, Harry Baur en Georges Mauloy.

Een scenario van Albert Dieudonné naar de romans van Jean Pailland. De dialogen van Joseph Kessel, het camerawerk van Léonce-Henri Burel en de rolbezetting maken de film, die de Franse kolonisatie verheerlijkt, ook nu nog genietbaar.

La Chaste Suzanne

1937 | Komedie, Muziek

Frankrijk 1937. Komedie van André Berthomieu. Met o.a. Raimu, Meg Lemonnier, Henri Garat, Blanchette Brunoy en Charles Deschamps.

Een kokette jonge vrouw heeft door misverstanden een deugdzaamheidsprijs gekregen. In gezelschap van lieden die allemaal een dubbele moraal prediken, belandt ze in situaties die met braafheid niets uitstaande hebben. Deze al vaker verfilmde komische operette is zonder veel verve geregisseerd, maar heeft een sterke rolbezetting met al die excentrieke typetjes waarop de Franse cinema van de jaren dertig het patent leek te hebben.

Mélo

1932 | Drama

Frankrijk 1932. Drama van Paul Czinner. Met o.a. Gaby Morlay, Maria Fromet, Blanche Denège, Pierre Blanchar en Victor Francen.

Voor haar ontrouw met de beste vriend van haar man, die invalide is, ziet een jonge vrouw (Morlay) geen andere uitweg, dan zelfmoord. Scenario van regisseur Czinner, Carl Mayer en Henry Bernstein, naar diens toneelstuk. Bernstein deed naderhand produktiemaatschappij Path[KA1]e-Natan een proces aan wegens verminkingen op de snijtafel van zijn oorspronkelijke schepping. Zijn beroep op het droit-personnel werd door de rechtbank afgewezen. Derhalve staat de juiste lengte van de rolprent niet vast, maar in het algemeen neemt men aan dat 95m juist is. Czinner draaide in dat jaar de Duitse versie, getiteld DER TR[KA3]AUMENDE MUND met zijn vrouw Elisabeth Bergner in de hoofdrol, die ook die rol vervulde in de Engelse versie, DREAMING LIPS (1935). De decors zijn van Zander en de camera werd bemand door Jules Krüger en René Ribault. In 1952 opnieuw gefilmd door Josef von Baky, waarvoor Czinner het scenario schreef en 1986 nog eens gedaan door Alain Resnais.