Mostafa Kherghehpoosh: montage.
Er zijn 3 films gevonden.

Turtles Can Fly

2004 | Drama, Oorlogsfilm

Iran​/​​Irak​/​​Frankrijk 2004. Drama van Bahman Ghobadi. Met o.a. Soran Ebrahim, Saddam Hossein Feysal, Avaz Latif en Hiresh Feysal Rahman.

Het is 2003, net voor de Amerikaanse invasie van Irak; de Iraaks-Koerdische bevolking wacht met spanning op het einde van de onderdrukking. Net als in zijn indrukwekkende debuut 'Een tijd voor dronken paarden' (2000) richt Ghobadi zijn camera op kinderen. En ook nu weer zijn het kinderen die ternauwernood overleven in barre omstandigheden. Ghobadi - begonnen als assistent van de Iraanse grootmeester Abbas Kiarostami - balanceert op de rand van effectbejag, maar het is moeilijk onaangedaan te blijven bij het leed dat hij tentoonspreidt. Winnaar van de Publieksprijs op het Filmfestival Rotterdam (2005).

Zendan-e zanan

2002 | Drama

Iran 2002. Drama van Manijeh Hekmat en Manijeh Hekmat. Met o.a. Roya Nonahali, Roya Taymourian, Pegah Ahangarani, Golab Adineh en Maryam Boubani.

In 2003 werd tijdens het International Film Festival Rotterdam voor het eerst de Amnesty International DOEN Award uitgereikt aan een filmmaker die in zijn of haar werk mensenrechten onder de aandacht brengt. De prijs ging naar de Iraanse Manijeh Hekmat. In haar boeiende en fraai geconstrueerde speelfilmdebuut schetst zij in een tijdsbestek van twintig jaar het leven in een Iraanse vrouwengevangenis en laat de veranderingen die elders in de maatschappij plaatsvinden, doorklinken binnen de dikke gevangenismuren. Hekmat kreeg een filmverbod opgelegd. Pas nadat de film met succes in het buitenland was vertoond mochten Iraniërs zelf komen kijken. Die kwamen in groten getale.

Banoo-ye ordibeheshi

1998 |

Iran 1998. Rakshan Bani-Etemad. Met o.a. Baran Kosari, Atefeh Razavi, Golab Adineh, Mani Kasraian en Minoo Farshchi.

In 2003 werd tijdens het International Film Festival Rotterdam voor het eerst de Amnesty International DOEN Award uitgereikt aan een filmmaker die in zijn of haar werk mensenrechten onder de aandacht brengt. De prijs ging naar de Iraanse Manijeh Hekmat. In haar boeiende en fraai geconstrueerde speelfilmdebuut schetst zij in een tijdsbestek van twintig jaar het leven in een Iraanse vrouwengevangenis en laat de veranderingen die elders in de maatschappij plaatsvinden, doorklinken binnen de dikke gevangenismuren. Hekmat kreeg een filmverbod opgelegd. Pas nadat de film met succes in het buitenland was vertoond mochten Iraniërs zelf komen kijken. Die kwamen in groten getale.