Josef Abrhám

Vsichni moji blízcí

Polen​/​​Tsjechië​/​​Duitsland​/​​Slovenië​/​​Slowakije 1999. Oorlogsfilm van Matej Minác. Met o.a. Rupert Graves, Josef Abrhám, Jiří Bartoška, Libuse Safránková en Hanna Dunowska.

Městem chodí Mikuláš

Tsjechoslowakije 1992. Familiefilm van Karel Kachyna. Met o.a. Eliška Balzerová, Josef Abrhám, Alenka Mihulová en Daniel Douda.

Een twaalf-jarige jongen is aan zijn lot overgelaten en verblijft op de kinderafdeling van een ziekenhuis in een kleine stad. Hij rebelleert en haalt allerlei kattekwaad uit, tot groot ongenoegen van de strenge hoofdzuster. Op straat ziet hij kinderen die voor Sinterklaas spelen. Aan een meisje op de zaal dat alsmaar huilt, belooft hij dat hij Sinterklaas bij haar bed zal brengen. Hij leent het Sinterklaas-kostuum van de kinderen op straat. Bij het terugklimmen over de ziekenhuishekken verwondt hij zich zodanig, dat er een spoedoperatie nodig is. Het meevoelend ziekenhuispersoneel besluit nu zelf maar voor Sinterklaas te spelen. Kachy[KA5]na heeft betere films gemaakt, toch herkennen we zijn professionalisme bij het opbouwen van een verhaal en zijn filmische kwaliteiten. Niet voor kinderen die nog in Sinterklaas geloven!

Zebrácká opera

Tsjechoslowakije 1991. Musical van Jirí Menzel en Menahem Golan. Met o.a. Josef Abrhám, Marián Labuda, Libuse Safránková, Rudolf Hrusínský en Jeremy Irons.

Menzels satirische versie van John Gay's The Beggar's Opera waarin het geboefte en de hermandad onder één hoedje spelen. Václav Havel bewerkte Gay's stuk reeds in 1972 als satire op de door de communisten beheerste maatschappij - die uiteraard Havels pennevrucht schielijk op de Index van Verboden Werken plaatsten. Havel paste zijn werk niet meer aan op de Nieuwe Tsjechische Orde, hoewel een actualisering niet overbodig geweest zou zijn in een samenleving waar het krioelt van corrupte nieuwe rijken, waartussen zich vele ex-partijgenoten en talloze andere schurken bevinden. Menzels film is er als cinematografisch werk beslist niet minder om.

Konoc starych casu

Tsjechoslowakije 1989. Drama van Jirí Menzel. Met o.a. Josef Abrhám, Marián Labuda, Jaromir Hanzlik, Rudolf Hrušinský en Jan Hartl.

Een vermakelijk salondrama over een mysterieuze aristrocraat, die na WO I opduikt op een kasteel dat bewoond wordt door een Tsjechische nouveau-riche familie, die denken dat door zijn komst zijzelf van ook een beetje van adel zijn, terwijl de kale edelman slechts handig gebruik maakt van hun gastvrijheid. Hij zit met succes achter de dames aan, en dat strijkt de notabelen van het kleine stadje recht tegen de haren in. Intriges zijn het gevolg. Deze geestige komedie is de verfilming van het boek van Vladislav Vancura.

Experiment Eva

Tsjechoslowakije 1986. Drama van Jaroslav Balik. Met o.a. Magda Wollejko, Josef Abrhám, Ota Sklenčka, Viktor Preiss en Hanna Bieluszko.

Eva, 30 jaar oud en lerares, die zes jaar in haar gezin heeft geleefd, neemt een baan op een school aan en probeert haar nieuwe problemen de baas te worden. Zij beziet haar pedagogische taak nu vanuit een andere gezichtshoek en heeft zware kritiek op haar conformistische echtgenoot. Dit portret van een vrijgevochten vrouw met Beethoven's negende op de achtergrond doet nogal pretentieus aan.

spici Jára Cimrman, lezici

Tsjechoslowakije 1983. Komedie van Ladislav Smoljak. Met o.a. Denek Sverak, Valeria Kaplanová, Petr Cepek, Josef Abrhám en Libuse Safránková.

Een surrealistische komedie gebaseerd op het met opzet misleidende radio-programma dat het schrijver/acteurkoppel Smoljak en Sverak in 1966 heeft gemaakt: een reportage over de niet bestaande 19e-eeuwse kunstenaar Cimrman. Later zijn ze in Praag een cabaret begonnen met nep-toneelstukken van deze 'Cimrman'. De film bouwt via een reeks nogal toneelmatige maar grappige episoden een biografie op van De Meester en doet voorkomen alsof hij nog steeds incognito leeft als de vrouwelijke gids in een museum. Een goed voorbeeld van het Tsjechische absurdistische toneel.