Eric Le Guen: muziek.
Er zijn 6 films gevonden.

Quand le rire était fou

1998 | Documentaire

Frankrijk 1998. Documentaire van Claude-Jean Philippe.

Une séance Méliès

1997 |

Frankrijk 1997. Georges Méliès en Jacques Mény. Met o.a. Madeleine Malthète-Méliès, Georges Méliès en Joanne Dalcy.

De reconstructie van een typische voorstelling van begin 1900 in het Théâtre Grévin in Parijs, met de vertoning (met publiek) van vijftien films van Georges Méliès, met hemzelf in de hoofdrol, meestal bijgestaan door Joanne Dalcy, de enige toenmalige filmactrice met faam. Zoals typisch voor die tijd worden de films ingeleid en van commentaar voorzien door (zijn kleindochter) Madeleine Malthète-Méliès, aan de piano begeleid door Eric Le Guen. Op het programma in volgorde: Un homme de tète (1898-1m): Een man (de cineast zelf) plaatst zijn hoofd verschillende keren op een tafel. Voyage dans la lune (1902-9m): een reis naar de maan, waar contact gemaakt wordt met de maanbewoners; de bekendste film van Méliès. Le Cake-Walk Infernal (1903-4m30): een duivelse dans met Satan wiens lichaam uit elkaar valt en terug samengevoegd wordt. Le tripot clandestin (1905-1m55): razzia in een illegaal speelhol met verrassend einde. Le mélomane (1903-2m): een dirigent (Méliès) plaatst zijn hoofd diverse keren op een notenbalk. Le chaudron infernal (1903-1m): de duivel speelt met vuur. Met de hand ingekleurd. L'homme à la tête en caoutchouc (1901-2m20): Een hoofd, geplaatst op een tafel, wordt opgeblazen tot het explodeert. Les cartes vivantes (1901-2m20): goocheltruuk met kaarten waarvan de figuren levend worden. Les affiches en goguette (1905-2m40): de figuren op enkele affiches worden levend tot grote ontsteltenis van voorbijgangers en politie. Le locataire diabolique (1909-6m30): een huurder neemt zijn intrek in een appartement en haalt zijn ganse meubilair en gezin uit een koffertje en laadt het nadien terug in. Met de hand ingekleurd. LE ROI DU MAQUILLAGE (1904- 2m30): M[KA1]eli[KA2]es tekent figuren op een bord en tranformeert er zelf in. LE THAUMATURGE CHINOIS (1904-3m): Een dansende Chinees laat personages verdwijnen en verschijnen. BARBE BLEUE (1901-9m): de legende van Blauwbaard, voor die tijd reeds een hele onderneming. NOUVELLES LUTTES EXTRAVAGANTES (1900-2m05): worstelwedstrijd waarbij het er hard aan toegaat en de lichaamsdelen rondvliegen. L`HOMME ORCHESTRE (1900-1m20): Een man vermenigvuldigt zichzelf om een orkest te vormen. Een unieke gelegenheid om een aantal perfect gerestaureerde films van een van de belangrijkste pioniers van de zevende kunst integraal te zien. Mény schreef het scenario en het nieuwe materiaal werd gefilmd door Jean-Pierre Caussidéry. Een niet te missen kleinood voor iedereen die begaan is met de filmgeschiedenis.

La magie Méliès

1997 | Documentaire, Biografie

Frankrijk 1997. Documentaire van Jacques Mény. Met o.a. Abdul Alafrez, Claire Mosser, Didier Cremer, Alain Kanto en Philippe Duval.

De reconstructie van een typische voorstelling van begin 1900 in het Théâtre Grévin in Parijs, met de vertoning (met publiek) van vijftien films van Georges Méliès, met hemzelf in de hoofdrol, meestal bijgestaan door Joanne Dalcy, de enige toenmalige filmactrice met faam. Zoals typisch voor die tijd worden de films ingeleid en van commentaar voorzien door (zijn kleindochter) Madeleine Malthète-Méliès, aan de piano begeleid door Eric Le Guen. Op het programma in volgorde: Un homme de tète (1898-1m): Een man (de cineast zelf) plaatst zijn hoofd verschillende keren op een tafel. Voyage dans la lune (1902-9m): een reis naar de maan, waar contact gemaakt wordt met de maanbewoners; de bekendste film van Méliès. Le Cake-Walk Infernal (1903-4m30): een duivelse dans met Satan wiens lichaam uit elkaar valt en terug samengevoegd wordt. Le tripot clandestin (1905-1m55): razzia in een illegaal speelhol met verrassend einde. Le mélomane (1903-2m): een dirigent (Méliès) plaatst zijn hoofd diverse keren op een notenbalk. Le chaudron infernal (1903-1m): de duivel speelt met vuur. Met de hand ingekleurd. L'homme à la tête en caoutchouc (1901-2m20): Een hoofd, geplaatst op een tafel, wordt opgeblazen tot het explodeert. Les cartes vivantes (1901-2m20): goocheltruuk met kaarten waarvan de figuren levend worden. Les affiches en goguette (1905-2m40): de figuren op enkele affiches worden levend tot grote ontsteltenis van voorbijgangers en politie. Le locataire diabolique (1909-6m30): een huurder neemt zijn intrek in een appartement en haalt zijn ganse meubilair en gezin uit een koffertje en laadt het nadien terug in. Met de hand ingekleurd. LE ROI DU MAQUILLAGE (1904- 2m30): M[KA1]eli[KA2]es tekent figuren op een bord en tranformeert er zelf in. LE THAUMATURGE CHINOIS (1904-3m): Een dansende Chinees laat personages verdwijnen en verschijnen. BARBE BLEUE (1901-9m): de legende van Blauwbaard, voor die tijd reeds een hele onderneming. NOUVELLES LUTTES EXTRAVAGANTES (1900-2m05): worstelwedstrijd waarbij het er hard aan toegaat en de lichaamsdelen rondvliegen. L`HOMME ORCHESTRE (1900-1m20): Een man vermenigvuldigt zichzelf om een orkest te vormen. Een unieke gelegenheid om een aantal perfect gerestaureerde films van een van de belangrijkste pioniers van de zevende kunst integraal te zien. Mény schreef het scenario en het nieuwe materiaal werd gefilmd door Jean-Pierre Caussidéry. Een niet te missen kleinood voor iedereen die begaan is met de filmgeschiedenis.

Charlot et son double

1997 | Documentaire, Biografie

Frankrijk 1997. Documentaire van Claude-Jean Philippe.

De reconstructie van een typische voorstelling van begin 1900 in het Théâtre Grévin in Parijs, met de vertoning (met publiek) van vijftien films van Georges Méliès, met hemzelf in de hoofdrol, meestal bijgestaan door Joanne Dalcy, de enige toenmalige filmactrice met faam. Zoals typisch voor die tijd worden de films ingeleid en van commentaar voorzien door (zijn kleindochter) Madeleine Malthète-Méliès, aan de piano begeleid door Eric Le Guen. Op het programma in volgorde: Un homme de tète (1898-1m): Een man (de cineast zelf) plaatst zijn hoofd verschillende keren op een tafel. Voyage dans la lune (1902-9m): een reis naar de maan, waar contact gemaakt wordt met de maanbewoners; de bekendste film van Méliès. Le Cake-Walk Infernal (1903-4m30): een duivelse dans met Satan wiens lichaam uit elkaar valt en terug samengevoegd wordt. Le tripot clandestin (1905-1m55): razzia in een illegaal speelhol met verrassend einde. Le mélomane (1903-2m): een dirigent (Méliès) plaatst zijn hoofd diverse keren op een notenbalk. Le chaudron infernal (1903-1m): de duivel speelt met vuur. Met de hand ingekleurd. L'homme à la tête en caoutchouc (1901-2m20): Een hoofd, geplaatst op een tafel, wordt opgeblazen tot het explodeert. Les cartes vivantes (1901-2m20): goocheltruuk met kaarten waarvan de figuren levend worden. Les affiches en goguette (1905-2m40): de figuren op enkele affiches worden levend tot grote ontsteltenis van voorbijgangers en politie. Le locataire diabolique (1909-6m30): een huurder neemt zijn intrek in een appartement en haalt zijn ganse meubilair en gezin uit een koffertje en laadt het nadien terug in. Met de hand ingekleurd. LE ROI DU MAQUILLAGE (1904- 2m30): M[KA1]eli[KA2]es tekent figuren op een bord en tranformeert er zelf in. LE THAUMATURGE CHINOIS (1904-3m): Een dansende Chinees laat personages verdwijnen en verschijnen. BARBE BLEUE (1901-9m): de legende van Blauwbaard, voor die tijd reeds een hele onderneming. NOUVELLES LUTTES EXTRAVAGANTES (1900-2m05): worstelwedstrijd waarbij het er hard aan toegaat en de lichaamsdelen rondvliegen. L`HOMME ORCHESTRE (1900-1m20): Een man vermenigvuldigt zichzelf om een orkest te vormen. Een unieke gelegenheid om een aantal perfect gerestaureerde films van een van de belangrijkste pioniers van de zevende kunst integraal te zien. Mény schreef het scenario en het nieuwe materiaal werd gefilmd door Jean-Pierre Caussidéry. Een niet te missen kleinood voor iedereen die begaan is met de filmgeschiedenis.

À la recherche des films perdus

1996 | Documentaire

Frankrijk 1996. Documentaire van Jacques Mény. Met o.a. Madeleine Malthète-Méliès, Henri Langlois, Martin Scorsese, Michelle Aubert en Wolfgang Klaue.

De reconstructie van een typische voorstelling van begin 1900 in het Théâtre Grévin in Parijs, met de vertoning (met publiek) van vijftien films van Georges Méliès, met hemzelf in de hoofdrol, meestal bijgestaan door Joanne Dalcy, de enige toenmalige filmactrice met faam. Zoals typisch voor die tijd worden de films ingeleid en van commentaar voorzien door (zijn kleindochter) Madeleine Malthète-Méliès, aan de piano begeleid door Eric Le Guen. Op het programma in volgorde: Un homme de tète (1898-1m): Een man (de cineast zelf) plaatst zijn hoofd verschillende keren op een tafel. Voyage dans la lune (1902-9m): een reis naar de maan, waar contact gemaakt wordt met de maanbewoners; de bekendste film van Méliès. Le Cake-Walk Infernal (1903-4m30): een duivelse dans met Satan wiens lichaam uit elkaar valt en terug samengevoegd wordt. Le tripot clandestin (1905-1m55): razzia in een illegaal speelhol met verrassend einde. Le mélomane (1903-2m): een dirigent (Méliès) plaatst zijn hoofd diverse keren op een notenbalk. Le chaudron infernal (1903-1m): de duivel speelt met vuur. Met de hand ingekleurd. L'homme à la tête en caoutchouc (1901-2m20): Een hoofd, geplaatst op een tafel, wordt opgeblazen tot het explodeert. Les cartes vivantes (1901-2m20): goocheltruuk met kaarten waarvan de figuren levend worden. Les affiches en goguette (1905-2m40): de figuren op enkele affiches worden levend tot grote ontsteltenis van voorbijgangers en politie. Le locataire diabolique (1909-6m30): een huurder neemt zijn intrek in een appartement en haalt zijn ganse meubilair en gezin uit een koffertje en laadt het nadien terug in. Met de hand ingekleurd. LE ROI DU MAQUILLAGE (1904- 2m30): M[KA1]eli[KA2]es tekent figuren op een bord en tranformeert er zelf in. LE THAUMATURGE CHINOIS (1904-3m): Een dansende Chinees laat personages verdwijnen en verschijnen. BARBE BLEUE (1901-9m): de legende van Blauwbaard, voor die tijd reeds een hele onderneming. NOUVELLES LUTTES EXTRAVAGANTES (1900-2m05): worstelwedstrijd waarbij het er hard aan toegaat en de lichaamsdelen rondvliegen. L`HOMME ORCHESTRE (1900-1m20): Een man vermenigvuldigt zichzelf om een orkest te vormen. Een unieke gelegenheid om een aantal perfect gerestaureerde films van een van de belangrijkste pioniers van de zevende kunst integraal te zien. Mény schreef het scenario en het nieuwe materiaal werd gefilmd door Jean-Pierre Caussidéry. Een niet te missen kleinood voor iedereen die begaan is met de filmgeschiedenis.

La mémoire retrouvée

1996 | Documentaire

Frankrijk 1996. Documentaire van Jacques Mény. Met o.a. José Manuel Costa, Jeanine Langlois-Glandier, Clyde Jeavons, Robert Rosen en Ivan Trujillo-Boho.

De reconstructie van een typische voorstelling van begin 1900 in het Théâtre Grévin in Parijs, met de vertoning (met publiek) van vijftien films van Georges Méliès, met hemzelf in de hoofdrol, meestal bijgestaan door Joanne Dalcy, de enige toenmalige filmactrice met faam. Zoals typisch voor die tijd worden de films ingeleid en van commentaar voorzien door (zijn kleindochter) Madeleine Malthète-Méliès, aan de piano begeleid door Eric Le Guen. Op het programma in volgorde: Un homme de tète (1898-1m): Een man (de cineast zelf) plaatst zijn hoofd verschillende keren op een tafel. Voyage dans la lune (1902-9m): een reis naar de maan, waar contact gemaakt wordt met de maanbewoners; de bekendste film van Méliès. Le Cake-Walk Infernal (1903-4m30): een duivelse dans met Satan wiens lichaam uit elkaar valt en terug samengevoegd wordt. Le tripot clandestin (1905-1m55): razzia in een illegaal speelhol met verrassend einde. Le mélomane (1903-2m): een dirigent (Méliès) plaatst zijn hoofd diverse keren op een notenbalk. Le chaudron infernal (1903-1m): de duivel speelt met vuur. Met de hand ingekleurd. L'homme à la tête en caoutchouc (1901-2m20): Een hoofd, geplaatst op een tafel, wordt opgeblazen tot het explodeert. Les cartes vivantes (1901-2m20): goocheltruuk met kaarten waarvan de figuren levend worden. Les affiches en goguette (1905-2m40): de figuren op enkele affiches worden levend tot grote ontsteltenis van voorbijgangers en politie. Le locataire diabolique (1909-6m30): een huurder neemt zijn intrek in een appartement en haalt zijn ganse meubilair en gezin uit een koffertje en laadt het nadien terug in. Met de hand ingekleurd. LE ROI DU MAQUILLAGE (1904- 2m30): M[KA1]eli[KA2]es tekent figuren op een bord en tranformeert er zelf in. LE THAUMATURGE CHINOIS (1904-3m): Een dansende Chinees laat personages verdwijnen en verschijnen. BARBE BLEUE (1901-9m): de legende van Blauwbaard, voor die tijd reeds een hele onderneming. NOUVELLES LUTTES EXTRAVAGANTES (1900-2m05): worstelwedstrijd waarbij het er hard aan toegaat en de lichaamsdelen rondvliegen. L`HOMME ORCHESTRE (1900-1m20): Een man vermenigvuldigt zichzelf om een orkest te vormen. Een unieke gelegenheid om een aantal perfect gerestaureerde films van een van de belangrijkste pioniers van de zevende kunst integraal te zien. Mény schreef het scenario en het nieuwe materiaal werd gefilmd door Jean-Pierre Caussidéry. Een niet te missen kleinood voor iedereen die begaan is met de filmgeschiedenis.