David Kirby: cast.
Er zijn 9 films gevonden.

The Upland Rider

1928 | Western

Verenigde Staten 1928. Western van Albert S. Rogell. Met o.a. Ken Maynard, Marian Douglas, Lafe McKee, Sidney Jarvis en Robert Walker.

Een verhaal van Marion Jackson over twee paardenfokkers, in het westen McKee en in het oosten Jarvis. Om een belangrijk regeringscontract te krijgen, moet er een wedstrijd worden gehouden. Jarvis poogt met oneerlijke middelen te winnen. Maynard die voor McKee op Tarzan rijdt, wint. Het verhaaltje is dun, maar de actie is goed en Maynard en Tarzan zijn een perfect paar om in actie te zien. Ted McCord was de cameraman van deze western.

The Bandit's Baby

1925 | Western

Verenigde Staten 1925. Western van James P. Hogan. Met o.a. Fred Thomson, Helen Foster, Harry Woods, Mary Louise Miller en Clarence Geldert.

Vals beschuldigd moet Thomson zich verstoppen, maar voor één dag wordt er amnestie gegeven. Thomson gaat naar de stad om aan een rodeo deel te nemen, maar wordt door een aardig meisje opgezadeld met een baby. Origineel verhaal van Leete Renick Brown, bewerkt door Marion Jackson, met Ross Fisher als cameraman van deze onderhoudende western.

Ridin' The Wind

1925 | Western

Verenigde Staten 1925. Western van Del Andrews en Alfred L. Werker. Met o.a. Fred Thomson, Jacqueline Gadsdon, Lewis Sargent, David Dunbar en Betty Scott.

De laatste van acht westerns die Thomson voor Monogram maakte. Werker (1896-1975), later een befaamd regisseur, maakte hier zijn regiedebuut! Marion Jackson schreef het verhaal over Thomson, die zichzelf alles ontzegde om zijn jongere broer Sargent maar te kunnen laten studeren. De knaap blijkt echter lid te zijn van een bende outlaws en Thomson komt daar op een pijnlijke wijze achter als hij bij een overval een gemaskerde bandiet weet te grijpen die zijn broer blijkt te zijn. Maar alles krijgt een happy-end. Zo ook Thomson. Zijn ster was in korte tijd immens gestegen; hj werd de enige bedreiging voor Tom Mix. Zijn salaris lag al op 6000 dollar per week; hij kocht een leuke behuizing van 650000 dollar en bouwde een kleiner optrekje van 25000 dollar voor zijn paard Silver King.

The Mask of Lopez

1924 | Western

Verenigde Staten 1924. Western van Albert Rogell. Met o.a. Fred Thomson, Wilfred Lucas, David Kirby, Hazel Keener en Frank Hagney.

Frederick Clifton Thomson werd in 1890 als zoon van een dominee geboren. Hij maakte zijn filmdebuut in THE LOVE LIGHT (zie daar voor zijn start) en startte hier zijn carri[KA2]ere als western-ster. Aanvankelijk werd er voor zijn serie een budget van 10000 dollar uitgetrokken. Na een paar films waardoor zijn ster sterk was gestegen, werd dat verviervoudigd. Harry Joe Brown produceerde zijn westerns aanvankelijk, de man die 30 jaar later met Randolph Scott zou werken. Cowboy Thomson is hier verliefd op ranch-eigenares Keener, komt erachter dat de voorman vee steelt en weet de bende op te rollen, waarna het meisje hem behoort. Marion Jackson was de scenariste en Ross Fisher de cameraman voor Monogram (niet dezelfde als de maatschappij uit de jaren dertig en veertig), die haar films liet distribueren door FBO.

The Man Who Played Square

1924 | Western

Verenigde Staten 1924. Western van Al Santell. Met o.a. Buck Jones, Ben Hendricks Jr., David Kirby, Hank Mann en Howard Foster.

Buck Jones en Wanda Hawley erven ieder de helft van een goudmijn, nadat de beide eigenaars elkaar hebben afgemaakt. Buck geeft echter zijn identiteit voorlopig niet bloot, en daardoor komt hij achter het vieze spel van voorman Hendricks in deze redelijke western. John Stone bewerkte een verhaal van William Wallace Cook.

The Dangerous Coward

1924 | Western

Verenigde Staten 1924. Western van Albert Rogell. Met o.a. Fred Thomson, Hazel Keener, Frank Hagney, Andrew Arbuckle en David Kirby.

Cowboy Thomson is bokser, maar houdt ermee op als hij denkt zijn tegenstander ernstig verwond te hebben. De man deed echter alleen maar alsof. Marion Jackson schreef weer, Ross Fisher deed het camerawerk en Harry Joe Brown produceerde.

The Ranger and the Law

1921 | Western

Verenigde Staten 1921. Western van Robert Kelly. Met o.a. Lester Cuneo, Walter I. McCloud, Francelia Billington, Clark Comstock en Roy Watson.

Cuneo, de man van de wet, komt in botsing met bendeleider Comstock, maar diens dochter ziet het met Cuneo helemaal zitten. Als de bendeleider erachter komt, zet hij haar in een mijn gevangen, maar krijgt het dan echt aan de stok met Cuneo. Henry McCarty en Leo Meehan waren de scenario-schrijvers. Dit was één van drie westerns die Cuneo maakt voor Capital Film.

The Poppy Girl's Husband

1919 | Western

Verenigde Staten 1919. Western van William S. Hart. Met o.a. William S. Hart, Juanita Hansen, Walter Long, Fred Starr en David Kirby.

Hart speelt zonder zijn cowboy-kostuum in dit drama. Na tien jaar gevangenisstraf komt hij vrij. Zijn vrouw is inmiddels getrouwd met de man die hem destijds achter de tralies bracht. Ze proberen hem opnieuw achter de tralies te krijgen door hem iets in de schoenen te schuiven. Hij ziet af van zijn wraak bij het zien van zijn zoon, en gaat met hem de bergen in. Het was een sterke film waarmee hij kon bewijzen hoe veelzijdig hij als acteur was. De westernfans zagen hem toch liever anders. C. Gardner Sullivan schreef het script naar een verhaal van Jules Boyle. Joe August deed het camerawerk en Lambert Hillyer was assistent-regisseur.

Marked Men

1919 | Western

Verenigde Staten 1919. Western van John Ford. Met o.a. Harry Carey, J.Farrell MacDonald, Joe Harris, Winifred Westover en Ted Brooks.

Dit is de derde verfilming van Peter B. Kynes boek The Three Godfathers met voor de tweede maal Carey in de hoofdrol. Hij, MacDonald en Harris zijn de drie outlaws die op de vlucht zijn voor de wet, en die dan in de woestijn een stervende moeder vinden en zich over haar kind ontfermen. Carey is de enige die het overleeft. Ford zou in 1948 onder de originele titel een herverfilming maken. Die film werd opgedragen aan Carey, die in 1947 gestorven was, en met wie Ford vele films gemaakt had.