James Best

The Dukes of Hazzard: Hazzard in Hollywood

Verenigde Staten 2000. Drama van Bradford May. Met o.a. Tom Wopat, John Schneider, Catherine Bach, James Best en Rick Hurst.

The Dukes of Hazzard: Reunion!

Verenigde Staten 1997. Actiefilm van Lewis Teague. Met o.a. Tom Wopat, John Schneider, Catherine Bach, Denver Pyle en James Best.

Dukes of Hazzard: The reunion!

Verenigde Staten 1997. Avonturenfilm van Lewis Teague. Met o.a. James Best, Denver Pyle, Catherine Bach, John Schneider en Tom Wopat.

Een sluwe projectontwikkelaar heeft het voorzien op Hazzard Swamp en de boerderij van oom Jesse. Vastberaden keren de Dukes terug naar hun geboortedorp om de boosdoener, Mama Max, een halt toe te roepen. Om dit te bereiken moeten de twee eerst met hun Generaal Lee een nachtelijke autorally zien te winnen. Mama Max probeert Bo en Luke daar echter op elke manier van te weerhouden, tot het ontvoeren van Daisy aan toe

B.L. Stryker: Nighttrain

Verenigde Staten 1990. Mysterie van Burt Reynolds. Met o.a. Burt Reynolds, Ossie Davis, Dana Kaminski, Alfie Wise en Michael O. Smith.

Stryker-Reynolds op de babysit-toer: hij moet een grillig kind beschermen dat in een maffiaproces moet getuigen. De onderwereld bedreigt het leven van het kind en stelt alles in het werk om een getuigenis onmogelijk te maken. Na[KA3]ieve plot in script van Jack B. Sowards. Reynolds, die ook co-producent is van de B.L. Stryker-serie, tracht te redden wat er te redden valt door zelf de regie waar te nemen, maar ook dat helpt niet veel. Liefje Brittany (als Donna Whitehall) is een bekend smoeltje uit de beëindigde serie Dallas.

How The West Was Won III

Verenigde Staten 1979. Western van Vincent McEveety, Joseph Pevney, Barry Crane en Alf Kjellin. Met o.a. James Arness, Fionnula Flanagan, Bruce Boxleitner, Kathryn Holcomb en William Kirby Cullen.

Mini-serie in elf delen. Elf volwaardige tv-films, samen een serie vormend. De Macahans zijn nu herenigd maar voortdurend verstoort er wel iets de rust. Ieder van de gezinsleden krijgt daarbij zijn portie. Een uiterst realistische westernserie die nu alleen meer regisseurs kende, omdat diverse verhalen zich rond een bepaald lid van de familie afspelen en alle hoofdrolspelers daarom niet tegelijk nodig waren. Het was een perfect einde van een grote westernserie. Arness - daarvoor twintig jaar lang Marshal Matt Dillon in GUNSMOKE - was fantastisch in de rol van Zeb Macahan, Boxleitner was soms wat oppervlakkig en veel sympathie ging uit naar de jonge Cullen.

Hooper

Verenigde Staten 1978. Avonturenfilm van Hal Needham. Met o.a. Burt Reynolds, Jan-Michael Vincent, Sally Field, Brian Keith en John Marley.

Reynolds is een al wat oudere stuntman, die het gevaarlijk werk doet voor superster West. Hij is al meer dan twintig jaar de beste, sinds hij de fakkel overnam van Keith. Maar er komt een nieuweling op de proppen, Vincent, die zijn status bedreigt. Reynolds besluit nog één gevaarlijke stunt uit te voeren om vervolgens met Keiths dochter Field van een rustig leven op de ranch te gaan genieten. Goed beeld achter de schermen van een actiefilm en van de mannen die het gevaarlijke werk verrichten. Regisseur Needham was zelf ooit een van de best betaalde stuntmannen. Het verhaaltje van Thomas Rickman en Billy Kirby, naar een gegeven van Walter Green en Walter Herndon, is wat afgezaagd, maar het werd in een hels ritme gemonteerd. Het camerawerk is van Bobby Byrne.

Rolling Thunder

Verenigde Staten 1977. Actiefilm van John Flynn. Met o.a. William Devane, Tommy Lee Jones, Linda Haynes, James Best en Dabney Coleman.

Na acht jaar krijgsgevangenkamp in Vietnam komt majoor Devane eindelijk thuis. Hij wordt als een held ontvangen, maar hij is niet meer dezelfde. De situatie wordt extra pijnlijk wanneer hij ontdekt dat zijn vrouw een minnaar heeft. Zijn relatie met zijn zoon is evenmin eenvoudig. Enkele dagen later wordt er ingebroken. Tijdens het gevecht dat volgt, raakt Devane gewond en worden zijn vrouw en zoon gedood. Hij is uit op wraak. DEATH WISH omgewerkt tot een even nutteloze als gewelddadige film, die dan misschien het geweld wil aanklagen maar alleen liefhebbers van dat genre zal aanspreken. De goede cast is compleet verspild aan dit scenario van Paul Schrader en Heywood Gould, naar een verhaal van Schrader. Jordan Cronenweth zette het op de gevoelige laag.

The Savage Bees

Verenigde Staten 1976. Horror van Bruce Geller. Met o.a. Ben Johnson, Michael Parks, Horst Buchholz, Gretchen Corbett en Paul Hecht.

Een thriller over de bedreiging van een vlucht dodelijke Afrikaanse bijen die tijdens het carnaval in New Orleans neerstrijken. Voor liefhebbers een aardige, goed afgewerkte film.

Ode to Billy Joe

Verenigde Staten 1976. Romantiek van Max Baer. Met o.a. Robby Benson, Glynis O'Connor, Joan Hotchkiss, Sandy McPeak en James Best.

Bobbie Gentry's hit uit 1967 verschaft de basis voor deze plattelandsromance die gaandeweg belachelijk wordt. Benson en O'Connor, herenigd na JEREMY, hebben nog steeds aantrekkingskracht. Het geheel is volgens standaardrecept gemaakt.

The Runaway Barge

Verenigde Staten 1975. Avonturenfilm van Boris Sagal. Met o.a. Bo Hopkins, Tim Matheson, Jim Davis, Nick Nolte en Devon Ericson.

Avonturen van drie mannen die een boterham proberen te verdienen op een moderne riviervrachtboot. Een typische televisie-actiefilm met inbegrip van een trio vuistvechters.

Savages

Verenigde Staten 1974. Thriller van Lee H. Katzin. Met o.a. Andy Griffith, Sam Bottoms, James Best, Randy Boone en Jim Antonio.

Kat-en-muis-thriller met Griffith als sadistische jager die onvermoeibaar zijn jonge gids opjaagt in de woestijn. THE MOST DANGEROUS GAME ditmaal opgevoerd tussen cactussen, maar nog steeds spannend.

Hawkins: Blood Feud

Verenigde Staten 1973. Misdaad van Paul Wendkos. Met o.a. James Stewart, Strother Martin, Mayf Nutter, Lew Ayres en Richard Kelton.

Tijdens een historische ceremonie, waarbij patriottische sc[KA2]ene`s uit de onafhankelijkheidsoorlog worden nagespeeld met luid tromgeroffel, valt een schot, en een ver familielid van B.J. (Stewart) dat deelnam aan de feestelijkheden, valt dodelijk getroffen neer. De kruitdamp is nog maar nauwelijks opgetrokken of iedereen weet het: de al tweehonderd jaar oude vete tussen de Morrison-clan en de Hawkins is heropend. De bloedwraak wordt luidkeels opge[KA3]eist. B.J. besluit in al zijn wijsheid om de van moord beschuldigde Don Morrison (Kelton) te verdedigen. Het lijkt gekkenwerk voor zowel de advocaat als de beklaagde, maar het is toch zo gek nog niet. Een aardig uitgangspunt voor de verder bekende kost.

Sounder

Verenigde Staten 1972. Drama van Martin Ritt. Met o.a. Cicely Tyson, Paul Winfield, Kevin Hooks, Carmen Mathews en Taj Mahal.

Tijdens een historische ceremonie, waarbij patriottische sc[KA2]ene`s uit de onafhankelijkheidsoorlog worden nagespeeld met luid tromgeroffel, valt een schot, en een ver familielid van B.J. (Stewart) dat deelnam aan de feestelijkheden, valt dodelijk getroffen neer. De kruitdamp is nog maar nauwelijks opgetrokken of iedereen weet het: de al tweehonderd jaar oude vete tussen de Morrison-clan en de Hawkins is heropend. De bloedwraak wordt luidkeels opge[KA3]eist. B.J. besluit in al zijn wijsheid om de van moord beschuldigde Don Morrison (Kelton) te verdedigen. Het lijkt gekkenwerk voor zowel de advocaat als de beklaagde, maar het is toch zo gek nog niet. Een aardig uitgangspunt voor de verder bekende kost.

Run Run, Simon

Verenigde Staten 1970. Western van George McCowan. Met o.a. Burt Reynolds, Inger Stevens, Royal Dano, James Best en Rodolfo Acosta.

Een onopgesmukte, rechtlijnige vertelling over een Papago- indiaan die na gevangenisstraf terugkeert bij zijn stam en wraak zweert op de man die in feite zijn broer vermoordde. Buitengewone spannende sfeer; uitstekend gebruik van locaties; puik acteerwerk met inbegrip van Stevens' laatste rol.

Three on a Couch

Verenigde Staten 1966. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Janet Leigh, Mary Ann Mobley, Gila Golan en Leslie Parrish.

Jerry Lewis regisseert zichzelf in deze wisselvallige komedie over een jonge Amerikaanse kunstenaar die een lucratieve opdracht in Parijs wil combineren met een romantische huwelijksreis. De aardigheid van het verhaal valt voor een groot deel terug te voeren op het beroep van de aanstaande echtgenote (Leigh). Zij is namelijk psychiater, en heeft haar handen vol aan haar patiënten, die Lewis in verschillende rollen probeert te genezen. Lewis is op z'n leukst als cowboy met sigaar, een kruising tussen Groucho Marx en Dean Martin.

Black Spurs

Verenigde Staten 1965. Western van R.G. Springsteen. Met o.a. Rory Calhoun, Terry Moore, Linda Darnell, Scott Brady en Bruce Cabot.

Heel gewone western met als attractie vroegere filmhelden inclusief Darnell (haar laatste film). Standaard cowboyfilm.

The Quick Gun

Verenigde Staten 1964. Western van Sidney Salkow. Met o.a. Audie Murphy, Merry Anders, James Best en Ted de Corsia.

Geijkte Murphy-western, waarin hij zich van blaam zuivert door een stadje van bandieten te verlossen. Gefilmd in Techniscope.

Shock Corridor

Verenigde Staten 1963. Drama van Samuel Fuller. Met o.a. Peter Breck, Constance Towers, Gene Evans, James Best en Hari Rhodes.

Overambitieuze reporter Johnny Barrett laat zich met list en bedrog tot psychiatrisch patiënt verklaren: in de inrichting waar hij wordt opgenomen hoopt hij een moord op te lossen en daaruit een Pulitzer Prize-waardig topverhaal te distilleren. Eenmaal opgesloten, echter, begint de hem omringende waanzin aan zijn geest te plukken. Even bizarre als subversieve low budget-horror-noir van aartsquerulant Fuller is een aaneenschakeling van uitzinnige taferelen vol mentale implosie/explosie. De soundtrack scheurt uit iedere bocht en Stanley Cortez' fotografie is nachtmerrieachtig fantastisch. Cultkraker de luxe.

Black Gold

Verenigde Staten 1963. Western van Leslie Martinson. Met o.a. Philip Carey, Diane McBain, James Best, Claude Akins en Iron Eyes Cody.

Voorspelbare exploratie naar olie in Oklahoma met een stereotiepe boef en een zogenaamde ironische afloop.

The Mountain Road

Verenigde Staten 1960. Oorlogsfilm van Daniel Mann. Met o.a. James Stewart, Lisa Lu, Glenn Corbett, Harry Morgan en Frank Silvera.

Een film met Stewart is nooit weg. Deze sage van een Amerikaans eskader in China gedurende de laatste dagen van WO II heeft echter weinig te bieden.

Verboten!

Verenigde Staten 1959. Drama van Samuel Fuller. Met o.a. James Best, Susan Cummings, Tom Pittman, Paul Dubov en Dick Kallman.

Na het einde van WO II blijft Best in Berlijn hangen. Hij trouwt met een Duits meisje, Cummings. Haar broer is actief binnen een groep neo-nazi's, die zichzelf 'Weerwolven' noemen en de Amerikaanse bezetter op alle mogelijke manieren saboteren. De onvergetelijke openingsscène toont de luchtigheid waarmee in een oorlog de dood wordt benaderd. Fuller vertelt zijn verhaal op documentaire toon, en de impact is hard en meedogenloos. Zoals elke oorlogsfilm van Fuller, vertelt ook deze ons dat een oorlog geen winnaars of verliezers kent, enkel slachtoffers. Knappe, contrastrijke zwart-wit-fotografie van Joseph Biroc. De titelsong, gezongen door Paul Anka, werd een hit.

The Twilight Zone

Verenigde Staten 1959. Televisieserie van Rod Serling. Met o.a. Rod Serling, Robert McCord, Vaughn Taylor, Jack Klugman en James Best.

Na een nucleaire catastrofe heeft boekenwurm Henri het rijk alleen op aarde. Eindelijk kan hij rustig lezen, hij heeft de hele bieb voor zichzelf! Maar dan breekt zijn bril en kan hij niet meer lezen. Het is het typisch ironische plot van een aflevering uit het eerste seizoen van The Twilight Zone, een buitengewoon succesvolle tv-serie, met losse afleveringen die thematisch uit de hoek van sf, fantasie en horror kwamen. In de vijf seizoenen waren veel later beroemde acteurs voor het eerst te zien: William Shatner, Robert Duvall, Dennis Hopper en Robert Redford. In 2013 door het Writers Guild of America uitgeroepen tot de op twee na beste serie aller tijden.

The Killer Shrews

Verenigde Staten 1959. Horror van Ray Kellogg en Ray Kellog. Met o.a. James Best, Ingrid Goude, Ken Curtis, Baruch Lumet en Gordon McLendon.

Op een verlaten eiland voor de kust van Texas hebben enkele geleerden genetische manipulaties uitgevoerd op spitsmuizen. Deze groeien op tot de grootte van een volwassen wolf en hebben dagelijks drie maal hun gewicht aan voedsel nodig. Als ze erin slagen te ontsnappen is in een mum van tijd al het voedsel op het eiland verorberd en de muisjes maken nu jacht op de wetenschappers en kapitein Best, die de provisies kwam brengen alsmede Goude de dochter van een der geleerden. Een weinig originele alarmeringsfilm over genetische manipulatie, typisch voor de moralistische jaren 1950-60. Bovendien heeft de produktie zichtbaar aan het gebrek aan geld geleden, de meeste scènes verliezen hun effect in overdreven veel duisternis. Spel en regie zijn nauwelijks aanwezig, maar het scenario van Jay Simms kent wel enkele verrassende wendingen.

Ride Lonesome

Verenigde Staten 1959. Western van Budd Boetticher. Met o.a. Randolph Scott, Karen Steele, Pernell Roberts, James Best en Lee Van Cleef.

Scenarist Burt Kennedy was geschoold in komedie, maar voor zijn befaamde samenwerkingsverbanden met regisseur Boetticher en acteur Scott moest hij zijn toon wat aanpassen. Wat hem er overigens niet van weerhield hier en daar geniepige flarden humor aan te brengen. Belichaamd door Best bijvoorbeeld, als moordenaar Billy, die giechelt zoals Bests latere personage sheriff Roscoe P. Coltrane in The Dukes of Hazzard. Billy wordt door premiejager Brigade (Scott) richting Santa Cruz gesleept. Waarom Brigade geen haast heeft wordt stilaan duidelijk. Ride Lonesome markeert het goede debuut van James Coburn. Sterren Lee Marvin en Donna Reed hebben ook een rolletje.

Cast a Long Shadow

Verenigde Staten 1959. Western van Thomas Carr. Met o.a. Audie Murphy, Terry Moore, John Dehner, James Best en Rita Lynn.

Een van de mindere westerns van Murphy en dat ook nog in zwart/wit. Murphy probeert zijn identiteit te achterhalen, want hij weet niet wie zijn vader is. Een en ander gaat niet zonder moeilijkheden en vechtpartijen maar echt spannend wordt het niet.

The Naked and the Dead

Verenigde Staten 1958. Oorlogsfilm van Raoul Walsh. Met o.a. Lili St.Cyr, Cliff Robertson, Barbara Nichols, Aldo Ray en William Campbell.

Norman Mailers' indringende roman over de discipline van soldaten in actie en het gezag van officieren over hun manschappen tijdens WO II, krijgt hier een oppervlakkige maar robuuste behandeling. Een zwak scenario, matige regie, niet al te best gespeeld, waardoor het meer een parodie op oorlogsfilms wordt dan een aanklacht tegen het leger en de oorlog.

The Left-Handed Gun

Verenigde Staten 1958. Western van Arthur Penn. Met o.a. Paul Newman, Lita Milan, Hurd Hatfield, James Congdon en James Best.

Penn maakte met deze film zijn debuut als regisseur. Hij was al jaren actief op tv. In 1955 maakte hij de tv-film THE DEATH OF BILLY THE KID met Newman in de titelrol. Dat gegeven van Gore Vidal werd nu door Leslie Stevens voor de film bewerkt. Het is een psychologische benadering van het fenomeen William Bonney, alias Billy the Kid, overdreven gespeeld door Newman die er een psychopaat van maakte. Billy was niet links, ook hier is de titel al misplaatst, en of Billy homofiel was is uit de overlevering niet op te maken. Dierkes is de rancher die zich aanvankelijk over de Kid ontfermt en dan vermoord wordt. Billy gaat dan op oorlogspad. Sheriff Pat Garrett krijgt gestalte in Dehner, die Billy's moordenaar wordt. Er is veel over deze versie van Billy's leven geschreven - maar de westernfan pruimde de film niet. Audie Murphy, Robert Taylor en Johnny Mack Brown waren beter dan Newman in hun rollen als Billy the Kid.

Cole Younger, Gunfighter

Verenigde Staten 1958. Western van R.G. Springsteen. Met o.a. Frank Lovejoy, James Best, Abby Dalton, Jan Merlin en Douglas Spencer.

Middelmatige western, al was dat door de scenarist Daniel Mainwaring zeker niet zo bedoeld. Gebaseerd op het boek The Desperado van Clifton Adams. Lovejoy is de befaamde revolverheld Cole Younger. De jongeren Best en Merlin zijn verliefd op Dalton. Merlin weet Best de schuld te geven van een moord teneinde zijn concurrent uit te schakelen, maar Lovejoy komt zijn vriend Best te hulp en overvalt gewoon de rechtszaal - uniek! - zodat alles op zijn pootjes terechtkomt.

Last of the Badmen

Verenigde Staten 1957. Western van Paul Landres. Met o.a. George Montgomery, James Best, Douglas Kennedy, Keith Larsen en Robert Foulk.

Een vreemd draaiboek van Daniel Ullman en David Chandler, niet helemaal origineel maar toch met een origineel thema binnen de western. De bende van Kennedy bevrijdt bandieten uit de gevangenis. Zonder doek voor hun gelaat worden ze gedwongen banken enz. te overvallen. Zodra de prijs op hun hoofd hoog genoeg is worden ze doodgeschoten en wordt de beloning geïnd. Montgomery, een detective, moet aan deze praktijken een einde maken. Vincent Fennelly was de producent en Elsworth Fredericks de cameraman. Gefilmd in CinemaScope.

Hot Summer Night

Verenigde Staten 1957. Misdaad van David Friedkin. Met o.a. Leslie Nielsen, Colleen Miller, Edward Andrews, Claude Atkins en Paul Richards.

Een onconventioneel verhaal over de reporter Bill Partain (Nielsen) die zijn best doet om een interview te krijgen met de leider van een roofbende Tom Ellis (Wilke). Het scenario is van regisseur Friedkin en Morton S. Fine. Het camerawerk is van Harold J. Marzorati.

Seven Angry Men

Verenigde Staten 1955. Western van Charles Marquis Warren. Met o.a. Raymond Massey, Debra Paget, Jeffrey Hunter, Larry Pennell en Leo Gordon.

Amerika vlak voor de Burgeroorlog, in 1859. Massey, als John Brown, verzet zich tegen de slavenhandel en gebruikt daarvoor geweld. Eén zoon sneuvelt, vier laten hem in de steek. Hunter en Smith blijven hem trouw. Zijn aanhang wordt steeds groter, tot de fameuze aanval op Harpers Ferry. Washington stuurt militairen: ze verslaan Brown waarbij Smith sterft. Brown wordt gevangengenomen; hij weigert door Hunter bevrijd te worden en laat zich voor de zaak ophangen. Twee jaar later marcheren diezelfde militairen naar het Zuiden om voor hetzelfde doel te vechten als John Brown. Massey speelde de rol van Brown ook al in SANTA FE TRAIL. Daniel Ullman schreef deze goede western die door Ellsworth Fredericks in beeld werd gebracht voor producent Vincent Fennelly.

They Rode West

Verenigde Staten 1954. Western van Phil Karlson. Met o.a. Robert Francis, Donna Reed, May Wynn, Phil Carey en Onslow Stevens.

In deze goede western is Francis een officier-arts die de minachting van zijn medeofficieren op zijn hals haalt als hij een malaria-epidemie wil bestrijden bij de Kiowa-Indianen. Hij zet door en dankzij zijn inzet wordt een Indianenopstand voorkomen. Daarmee wint hij het respect van zijn meerderen weer terug. De Vallon Scott en Frank Nugent bewerkten het verhaal van Leo Katcher. Karlson deed goed werk, evenals cameraman Charles Lawton Jr. Francis bleek zeer geschikt voor de western, maar een tweede zou hij niet meer maken. 25 jaar oud verongelukte hij met een privé-vliegtuig in Californië, in juli 1955. Vijf rollen stonden er toen op zijn naam. Zijn eerste rol was die van Willie Keith in THE CAINE MUTINY.

Seminole

Verenigde Staten 1953. Western van Budd Boetticher. Met o.a. Rock Hudson, Barbara Hale, Anthony Quinn, Richard Carlson en Hugh O'Brian.

Scenarist Charles K. Peck Jr. schreef een goed verhaal maar met de historische feiten nam hij zo nu en dan een loopje. Quinn speelt Osceola, opperhoofd van de Seminole-Indianen; de film speelt zich af in Florida. Het leger wil de Indianen in reservaten in het westen onderbrengen. Hudson, legerofficier en vriend van Quinn, wil zijn bevelhebber, Carlson, voor een vreedzame oplossing warm maken. Maar deze valt aan, wordt verslagen en biedt dan vrede aan. Als Osceola komt praten over vrede neemt hij hem gevangen. De gebeurtenissen volgen elkaar snel op, met dramatische afloop. Voor deze goede Indianen-western stond Russell Metty achter de camera, en de latere regisseur Virgil Vogel zat achter de montagetafel.

Column South

Verenigde Staten 1953. Western van Frederick de Cordova. Met o.a. Audie Murphy, Joan Evans, Robert Sterling, Ray Collins en Palmer Lee.

In deze goed opgebouwde western neemt Murphy het als officier op voor de Indianen en hun opperhoofd Weaver. De Burgeroorlog doet de zaak echter geen goed. De western zit vol bekende gezichten maar kent te weinig actie. Lee voerde later de naam Gregg Palmer. Scenario van William Sackheim. Camerawerk van Charles P. Boyle.

Steel Town

Verenigde Staten 1952. Drama van George Sherman. Met o.a. Ann Sheridan, John Lund, Howard Duff, James Best en Nancy Kulp.

Een ongeïnspireerd verhaal over een staalfabriek en de persoonlijke problemen van de neef van de fabrikanten. Sheridan doet haar best, maar brengt er geen leven in.

Ma and Pa Kettle at the Fair

Verenigde Staten 1952. Komedie van Charles Barton. Met o.a. Marjorie Main, Percy Kilbride, Lori Nelson, James Best en Esther Dale.

Standaardverhaal over de pogingen van de Kettles om met behulp van Ma's kookkunsten geld te verdienen op een jaarmarkt, zodat ze hun dochter naar 'college' kunnen sturen. Grappige finale, waarin Pa meedoet aan een hectische paardenrace. Zie ook: 'Ma en Pa Kettle'-serie.

Francis Goes to West Point

Verenigde Staten 1952. Komedie van Arthur Lubin. Met o.a. Donald O'Connor, Lori Nelson, Alice Kelley, William Reynolds en Palmer Lee.

Francis helpt O'Connor in en uit de problemen tijdens diens basisopleiding aan de militaire school. Let op Leonard Nimoy en Paul Burke als cadetten. Zie ook: 'Francis'-serie.

The Cimarron Kid

Verenigde Staten 1951. Western van Budd Boetticher. Met o.a. Audie Murphy, Yvette Dugay, Beverly Tyler, John Hudson en James Best.

Murphy, die net uit de gevangenis is ontslagen, wordt ten onrechte voor een medeplichtige bij een treinroof aangezien. Het lot is tegen hem en hij sluit zich daarom maar aan bij de bende. De film heeft een onbevredigend einde. Boetticher begon hierna aan een reeks westerns, vooral met Randolph Scott. In 1969 zou hij nog één keer met Murphy werken. Scenario van Louis Stevens. Camerawerk van Charles P. Boyle.

Apache Drums

Verenigde Staten 1951. Western van Hugo Fregonese. Met o.a. Stephen McNally, Colleen Gray, Willard Parker, Arthur Shields en James Griffith.

McNally, een gokker, wordt samen met een serie dansmeisjes de stad uitgejaagd. De meisjes worden vermoord door Indianen. McNally waarschuwt de stad die vervolgens belegerd wordt. Het laatste bolwerk waar de bewoners zich in terugtrekken is de kerk. De Indianen vallen aan, maar dan komt het leger. Bekend thema naar het boek Stand at Spanish Boot van Harry Brown, door David Chandler bewerkt. Het was de laatste film van producent Val Lewton die in 1951 stierf. Hij had vooral naam gemaakt als horror-specialist.

Kansas Raiders

Verenigde Staten 1950. Western van Ray Enright. Met o.a. Audie Murphy, Brian Donlevy, Marguerite Chapman, Scott Brady en Tony Curtis.

De jonge Jesse James neemt dienst in de terreurgroep van Quantrill gedurende de Amerikaanse Burgeroorlog. Een avontuurlijke western met Donlevy als Quantrill en Chapman voor de romantische noot. Een kleine rol is voor Buddy Roosevelt, een westernster uit de jaren 1920-30. Scenario naar een eigen verhaal van Robert L. Richards. Camerawerk van Irving Glassberg.

Comanche Territory

Verenigde Staten 1950. Western van George Sherman. Met o.a. Maureen O'Hara, MacDonald Carey, Will Geer, James Best en Edmund Cobb.

Fictiebiografie van westerngids Jim Bowie (Carey) die de Comanches helpt hun land uit de handen van de blanken te redden. Scenario van Oscar Brodney en Lewis Meltzer. Camerawerk van Maury Gertsman.