Joachim von Vietinghoff (1941): productie.
Er zijn 6 films gevonden.

Sátántangó

1994 | Drama, Experimenteel

Hongarije 1994. Drama van Béla Tarr. Met o.a. Miklos B. Székely, Mihály Vig, Putyi Horváth en János Derzsi.

Het hoofdpersonage van deze allegorie is een dokter (Berling), die zich opsluit in zijn desolate kamer. In de drank zoekt hij vergetelheid, want hij stelde als geneesheer de kanker vast van het tijdsgewricht. Tegen de ziekte, die ook zijn ziel en lichaam heeft aangetast, bestaat geen remedie. Er is een genezer, Irimias (Vig), maar in tegenstelling tot zijn bijbelse naamgenoot (Jeremias) is hij een valse profeet. Hij is een agent van een satanisch systeem. Het doorwerken van deze filmmarathon is niet eenvoudig. Niet enkel de speelduur vraagt een fysieke krachttoer, maar de symboliek van het verhaal is ook niet steeds vlug te doorgronden. Je moet doorlopend alert zijn. Sommige gebeurtenissen worden herhaald, maar dan gezien door een ander personage, zodat het geheel bestaat uit diverse cirkels die meestal troosteloosheid uitstralen. Een indrukwekkend apocalyptisch scenario van Tarr en Laszlo Krasznahorkai, gebaseerd op de roman van laatstgenoemde. Gabor Medvigy hanteerde de camera.

Kleine Kreise

2001 | Drama, Sportfilm

Duitsland 2001. Drama van Jakob Hilpert. Met o.a. Cornelius Schwalm, Jacob Matschenz, Matthias Zelic, Sabine Kraus en Lotte Letschert.

Het hoofdpersonage van deze allegorie is een dokter (Berling), die zich opsluit in zijn desolate kamer. In de drank zoekt hij vergetelheid, want hij stelde als geneesheer de kanker vast van het tijdsgewricht. Tegen de ziekte, die ook zijn ziel en lichaam heeft aangetast, bestaat geen remedie. Er is een genezer, Irimias (Vig), maar in tegenstelling tot zijn bijbelse naamgenoot (Jeremias) is hij een valse profeet. Hij is een agent van een satanisch systeem. Het doorwerken van deze filmmarathon is niet eenvoudig. Niet enkel de speelduur vraagt een fysieke krachttoer, maar de symboliek van het verhaal is ook niet steeds vlug te doorgronden. Je moet doorlopend alert zijn. Sommige gebeurtenissen worden herhaald, maar dan gezien door een ander personage, zodat het geheel bestaat uit diverse cirkels die meestal troosteloosheid uitstralen. Een indrukwekkend apocalyptisch scenario van Tarr en Laszlo Krasznahorkai, gebaseerd op de roman van laatstgenoemde. Gabor Medvigy hanteerde de camera.

Werckmeister harmóniák

2000 | Drama, Fantasy, Experimenteel

Frankrijk​/​​Duitsland​/​​Hongarije 2000. Drama van Béla Tarr en Ágnes Hranitzky. Met o.a. Lars Rudolph, Peter Fitz, Hanna Schygulla, János Derzsi en Djoko Rossich.

Zes jaar na het monumentale, zeven uur en een kwartier durende Satantango regisseerde de Hongaarse filmmaker Béla Tarr dit 'slechts' tweeënhalf uur durende meesterwerk. Zoals gebruikelijk filmt Tarr in zwart-wit en speelt het verhaal zich af op het Hongaarse platteland, in een klein, onaanzienlijk dorpje. Het dorpje wordt bezocht door een rondreizend buitenlands circus, met als grootste attractie 'De Prins'. De dorpsbewoners trekken in drommen naar het circus om dit mysterieuze verschijnsel te aanschouwen. Als blijkt dat De Prins niet zal verschijnen, slaat de toch al geladen stemming om in een complete opstand.

Dunckel

1998 | Drama

Duitsland 1998. Drama van Lars Kraume. Met o.a. Florian Lukas, Oliver Korittke, Sebastian Blomberg, Teresa Harder en Aykut Kayacik.

Deze film vertelt het tragische verhaal van de gebroeders Dunckel, die snel rijk wilden worden. De jongste is Benny (Lukas); hij is negentien en ziet op tegen zijn oudste broer Tommy (Blomberg). De middelste is Freddy (Korittke). Hij heeft al een huwelijk achter de rug, twijfelt om terug te gaan naar zijn ex, Michelle (Harder), is opvliegerig en te porren voor een avontuur, zelfs als het hachelijk is. Tommy, de manipulator, betrekt ze bij een bankoverval, die zwaar uit de klauw giert. Twee smerissen leggen het loodje en ieder moet zijn weg naar de vrijheid (in Polen) zien te banen - het is allemaal gedoemd te mislukken. De film ontstond als een opdracht aan twee filmacademies en werd het afstudeerproject van de 24-jarige Kraume. Het resultaat is best interessant, al is Kraume's scenario niet direct origineel te noemen. Het is vooral zijn aanpak, waarin drie parallel lopende verhalen zich gelijk ontwikkelen naar één finale. Het camerawerk is van Andreas Doub. Het ZDF was medeproducent en nam de film op in de serie Das kleine Fernsehspiel in het kader Gefühlsecht - Junge deutsche Filme.

Alles auf Anfang

1994 | Komedie, Romantiek

Duitsland 1994. Komedie van Reinhard Münster. Met o.a. Katharina Thalbach, Christiane Hörbiger, Harald Juhnke, Udo Samel en Theresa Hübchen.

Georg Kuballa (Juhnke) produceert films met het fortuin van zijn vrouw Lore (H[KA3]orbiger). Hij houdt er aardig wat minnaressen op na, maar zijn vrouw laat zich ook niet onbetuigd met haar jonge chauffeur (Buck). Een geraffineerde, vaak burleske komedie rond de kuiperijen van filmmakers n.a.v. de première van een nieuwe kassucces. Regisseur-scenarist Münster amuseert zich zichtbaar met de vele clichés die de filmerij kenmerken. Pamela Katz hielp Münster bij het maken van het scenario. Met deze rolprent wordt bewezen dat de Duitsers ook in best staat zijn een leuke komedie te maken. Münster zorgt voor een strak tempo en wordt gediend door een rits knappe acteurs. Camerawerk van Axel Block.

Bomber und Paganini

1976 | Komedie

Oostenrijk 1976. Komedie van Nicos Perakis. Met o.a. Mario Adorf, Tilo Prückner, Margot Werner, Barbara Valentin en Hannelore Schroth.

Adorf en Prückner als twee Duitse Stooges in een vrolijke klucht over twee kleine gauwdieven die bij het kraken van een kluis blind respectievelijk kreupel worden, waarna de film enkele kostelijke slapstick-grappen biedt. Deze voltreffer was het debuut van Perakis, die o.a. assisteerde bij Schlöndorff en Hauff. Scenario van regisseur Perakis, Joe Hembus en Uli Greiwe. Camerawerk van Dietrich Lohmann.