Red Ryder-serie
1940 | Western, Avonturenfilm, Actiefilm
Verenigde Staten 1940. Western van
Fred Harmon kon niet vermoed hebben, toen hij zijn stripserie begon te tekenen, dat zijn figuren nog eens echte idolen zouden worden bij een miljoenenpubliek. De strip was zeker populair en wereldbekend. In ons land werd de strip gepubliceerd in het weekblad [KL]Robbedoes[KLE]. Uitgeverij Dupuis bracht in het Nederlands zeven albums op de markt. Aan het eind van de jaren 1930 was het echter zeer `in` om populaire strips om te zetten in serials, een film in afleveringen, dus. Strips als [KL]Flash Gordon[KLE] en [KL]Buck Rogers[KLE] werden als serial zeer populair. Republic zag het met Red Ryder wel zitten. In 1940 produceerde de studio de serial `The Adventures of Red Ryder` in twaalf hoofdstukken. Schrijvers waren William Witney en John English. Voor de rol van Red Ryder werd acteur Donald Barry gekozen, die aanvankelijk tegenstribbelde maar achteraf zijn naam met de serial wist te vestigen. De jonge Tommy Cook was `Little Beaver`, de trouwe Indiaanse kameraad van Red Ryder. Barry zou daarna altijd als Don `Red` Barry op de titelrol staan, tot hij in 1980, bijna 68 jaar oud, zelfmoord pleegde. Republic was ervan overtuigd met de stripfiguur goede zaken te kunnen doen en startte daarom in 1944 met een gewone serie westernfilms. Voor de titelrol werd Bill Elliott aangezocht die het jaar daarvoor van Columbia was overgestapt naar Republic. Elliott was de opvolger van William S. Hart wat speelstijl betrof, en was dus bepaald niet de Red Ryder uit de strip. Maar daar interesseerden de fans zich niet voor. De films - de eerste was TUCSON RAIDERS van Spencer Gordon Bennet- werden zeer populair en Elliott speelde in niet minder dan zestien Red Ryder westerns met Bobby Blake als Little Beaver en Alice Fleming als `The Duchess`. Blake zou later als Robert Blake een volwassen carri[KA2]ere opbouwen, zowel in films (TELL THEM WILLIE BOY IS HERE uit 1969 van Abraham Polonsky) als op tv (de serie [KL]Baretta[KLE] als Det. Tony Baretta). In 1946 wilde Elliott wel eens wat anders. Republic gaf hem een hoofdrol in een andere serie westerns. Maar de studio wilde doorgaan met de Red Ryder-reeks. Allan Lane werd Elliotts opvolger met STAGECOACH TO DENVER (1946) van R.G. Springsteen. Lane had in vele films gespeeld sinds het eind van de jaren 1930. Hij speelde de hoofdrollen in diverse western-serials en had zojuist zes westerns voor Republic gemaakt. Hij was de perfecte opvolger. Veel meer dan Elliott was Lane de echte Red Ryder. De kwaliteit van de films bleef ook met Lane op hoog niveau. Blake bleef Little Beaver en Martha Wentworth werd The Duchess. Sidney Picker bleef de producer en dat zal zeker voor het handhaven van de kwaliteit belangrijk geweest zijn. Na zeven afleveringen ging Lane over naar een andere, zeer goede westernserie die tot 1953 zou duren. Hij werd bekend als `Rock` Lane. In 1949 werden nog vier Red Ryder-films gemaakt, ditmaal bij Eagle Lion met Lewis Collins als regisseur en Jerry Thomas als producer. Jim Bannon werd Red Ryder met zijn 61ste filmrol in RIDE, RYDER, RIDE! (1949) van Lewis D. Collins, maar hij lag de westernfans niet en na een viertal films in datzelfde jaar werd hij uit het zadel gewipt als Red Ryder. Don Kay 'Little Brown Jug' Reynolds werd Little Beaver. Hij was geen onaardige opvolger voor Bobby Blake maar had in de meeste van de vier niets te doen. De serie stierf roemloos in 1950. Op de Amerikaanse radio was de serie eveneens als hoorspel te horen, en de tv ontfermde zich in 1956 over de stripfiguur. Er werd een 25 minuten durende pilot- film gemaakt met Allan Lane in de titelrol en Louis Lettieri als Little Beaver. De pilot sloeg niet aan en een serie kwam er niet uit voort. Maar Red Ryder zal voor de westernfans altijd een begrip blijven.
